Wat is het?
Glivec is een geneesmiddel dat de werkzame stof imatinib bevat. Het is verkrijgbaar in de vorm van capsules (50 en 100 mg) en tabletten (100 en 400 mg).
Toelating | |
Producent | Novartis |
Verdovend | Nee |
Psychotrope | Nee |
Anatomische groep | Antineoplastische und immunmodulierende mittel |
Therapeutische groep | Antineoplastische mittel |
Farmacologische groep | Andere antineoplastische mittel |
Chemische groep | Proteinkinase-inhibitoren |
Stof | Imatinib |
Advertentie
Glivec is een geneesmiddel dat de werkzame stof imatinib bevat. Het is verkrijgbaar in de vorm van capsules (50 en 100 mg) en tabletten (100 en 400 mg).
Glivec is een middel tegen kanker. Het wordt gebruikt voor de behandeling van de volgende ziekten:
Het geneesmiddel is uitsluitend op doktersvoorschrift verkrijgbaar.
Advertentie
De behandeling met Glivec dient te worden ingeleid door een arts die ervaring heeft met de behandeling van patiënten met kanker van het bloed of vaste tumoren. Glivec dient oraal te worden ingenomen bij de maaltijd met een groot glas water om de kans op irritatie van maag en darmen te verkleinen. De dosering hangt af van de behandelde ziekte, de leeftijd en toestand van de patiënt en de reactie op de behandeling, maar mag niet hoger dan 800 mg per dag zijn. Zie de bijsluiter voor verdere informatie.
De werkzame stof in Glivec, imatinib, is een proteïnekinaseremmer. Dit betekent dat de stof een remmende werking heeft op specifieke enzymen, de zogenoemde tyrosinekinasen. Deze enzymen kunnen in een aantal receptoren op het oppervlak van kankercellen worden aangetroffen, waaronder de receptoren die betrokken zijn bij het stimuleren van cellen tot ongecontroleerde deling. Door deze receptoren te remmen, helpt Glivec de celdeling onder controle te houden.
Voor CML is Glivec onderzocht in vier belangrijke studies onder 2 133 volwassenen en in één studie onder 54 kinderen. Bij één van die studies waren 1 106 volwassenen betrokken bij wie Glivec werd vergeleken met de combinatie van interferon-alfa plus cytarabine (andere middelen tegen kanker). In deze studie werd de tijdsduur gemeten voordat de toestand van de patiënt verslechterde.
Voor Ph+ ALL is Glivec onderzocht in drie studies onder 456 volwassenen, waaronder één studie waarbij Glivec werd vergeleken met standaardchemotherapie (geneesmiddelen die gebruikt worden om kankercellen te doden) bij 55 nieuw gediagnosticeerde patiënten. Het middel is ook onderzocht in een vierde, belangrijke studie onder 160 kinderen en jongeren in de leeftijd van 1 tot 22 jaar.
Glivec | |
EMA/368879/2013 | Blz. 2/4 |
Voor GIST is Glivec onderzocht in twee belangrijke studies. Eén studie betrof 147 patiënten bij wie GIST niet operatief kon worden verwijderd of naar andere delen van het lichaam was uitgezaaid, en ging na of de grootte van de tumoren afnam. In deze studie werd Glivec niet met andere middelen vergeleken. In de andere studie werd Glivec vergeleken met placebo (een schijnbehandeling) bij 713 patiënten bij wie de kanker operatief was verwijderd. In deze studie werd gemeten hoe lang de patiënten vrij van kanker bleven.
Voor MD/MPD (31 patiënten), HES en CEL (176 patiënten) en DFSP (18 patiënten) werd Glivec niet met andere geneesmiddelen vergeleken. Tijdens deze studies werd onderzocht of het aantal bloedcellen weer normaal werd en of het aantal door kanker aangetaste bloedcellen of de grootte van de tumoren afnam.
Glivec was werkzamer dan de middelen waarmee het werd vergeleken. Bij patiënten met CML was de ziekte bij 16% van de patiënten die Glivec gebruikten, na vijf jaar verergerd, tegenover 28% van de patiënten die interferon-alfa plus cytarabine gebruikten. Glivec leidde ook tot betere resultaten dan standaardchemotherapie bij patiënten met Ph+ ALL. Wat betreft de patiënten met GIST die operatief was verwijderd, bleek dat patiënten die Glivec toegediend hadden gekregen langer in leven bleven zonder dat de ziekte terugkwam dan degenen die placebo hadden gekregen. Bij de niet-vergelijkende studies van CML, Ph+ ALL en GIST reageerde tussen de 26% en 96% van de patiënten op Glivec. In de studie onder patiënten met Ph+ ALL in de leeftijd van 1 tot 22 jaar bleek dat Glivec leidde tot een verlenging van de tijd dat de patiënten leefden zonder ernstige voorvallen (zoals een terugval).
Doordat de andere ziekten zo zeldzaam zijn, waren hierover slechts beperkte gegevens beschikbaar, maar ongeveer twee derde van de patiënten reageerde ten minste gedeeltelijk op Glivec.
De meest voorkomende bijwerkingen van Glivec (waargenomen bij meer dan 1 op de 10 patiënten) zijn gewichtstoename, neutropenie (vermindering van het aantal witte bloedcellen die infectie bestrijden), trombocytopenie (vermindering van het aantal bloedplaatjes), anemie (vermindering van het aantal rode bloedcellen), hoofdpijn, misselijkheid, braken, diarree, dyspepsie (indigestie), buikpijn, zwelling rond de ogen, huiduitslag, spierspasmen en -krampen, spier-, bot- en gewrichtspijn, vochtophoping en vermoeidheid. Zie de bijsluiter voor het volledige overzicht van alle gerapporteerde bijwerkingen van Glivec.
Glivec mag niet worden gebruikt bij mensen die overgevoelig (allergisch) zijn voor imatinib of voor enig ander bestanddeel van het middel.
Het CHMP heeft geconcludeerd dat de voordelen van Glivec groter zijn dan de risico’s, en heeft geadviseerd een vergunning te verlenen voor het in de handel brengen van Glivec.
De Europese Commissie heeft op 7 november 2001 een in de hele Europese Unie geldige vergunning voor het in de handel brengen van Glivec verleend.
Het volledige EPAR voor Glivec is te vinden op de website van het Europees Geneesmiddelenbureau: ema.europa.eu/Find medicine/Human medicines/European public assessment reports. Zie de bijsluiter
Glivec | |
EMA/368879/2013 | Blz. 3/4 |
(ook onderdeel van het EPAR) of neem contact op met uw arts of apotheker voor meer informatie over de behandeling met Glivec.
Deze samenvatting is voor het laatst bijgewerkt in 06-2013.
Glivec | |
EMA/368879/2013 | Blz. 4/4 |
Advertentie