Irbesartan BMS werd oorspronkelijk onderzocht in elf studies naar het effect ervan op de bloeddruk. Irbesartan BMS werd vergeleken met placebo (schijnbehandeling) bij 712 patiënten en met andere bloeddrukverlagende middelen (atenolol, enalapril of amlodipine) bij 823 patiënten. Ook is bij 1 736 patiënten de werking van het middel in combinatie met hydrochloorthiazide onderzocht. De belangrijkste maatstaf voor de werkzaamheid was de daling van de diastolische bloeddruk (de bloeddruk gemeten tussen twee hartslagen).
Voor de behandeling van nieraandoeningen werd Irbesartan BMS onderzocht in twee grote studies waarbij in totaal 2 326 patiënten met type 2-diabetes waren betrokken. Irbesartan BMS werd ten minste twee jaar gebruikt. In één studie werd gekeken naar markers van nierbeschadiging, door te bepalen of de nieren albumine (een eiwit) in de urine uitscheidden. In de tweede studie werd nagegaan of Irbesartan BMS de tijdsduur verlengde tot de creatininespiegels in het bloed twee keer zo hoog waren geworden (een marker van nieraandoeningen), de patiënten een niertransplantatie of nierdialyse nodig hadden dan wel overleden. In deze studie werd Irbesartan BMS vergeleken met placebo en met
amlodipine.
In de studies naar het effect op de bloeddruk was Irbesartan BMS werkzam dan placebo wat betreft verlaging van de diastolische bloeddruk en had het middel een vergel jkbaar effect als dat van andere bloeddrukverlagende middelen. Bij gebruik met hydrochloorthiazide waren de effecten van de twee geneesmiddelen cumulatief .
Welke voordelen bleek Irbesartan BMS tijdens de studiesgeregistreerdte hebben?
In de eerste studie naar nieraandoeningen verminderde Irbesartan BMS het risico op nierbeschadiging, door bepaling van uitscheiding van eiwit in de urine,langerbeter dan placebo. In de tweede studie naar nieraandoeningen verminderde Irbesartan BMS, in verg lijking met placebo, het relatieve risico van
verdubbeling van de creatininespiegels in het bloed, een niertransplantatie, nierdialyse of overlijden tijdens de studie met 20%. De relatieve risicovermindering ten opzichte van amlodipine was 23 %. Het belangrijkste voordeel was het effect op denietcrea ininespiegel in het bloed.