Een behandeling met Rebif moet worden gestart door een arts die ervaring heeft met de behandeling van MS.
De aanbevolen dosis Rebif is 44 microgram, drie maal per week toegediend via een onderhuidse injectie. De dosis van 22 microgram wordt aanbevolen voor patiënten die de hogere dosis niet kunnen verdragen en voor jongeren tussen 12 en 16 jaar.
Wanneer met de behandeling met Rebif wordt begonnen, moet de dosis langzaam worden verhoogd om bijwerkingen te voorkomen. In de eerste twee weken wordt begonnen met 8,8 microgram driemaal per week, gevolgd door 22 microgram driemaal per week gedurende de daaropvolgende twee weken. Daarna kan driemaal per week de dosis van 44 microgram worden gegeven. Voor het begin van de behandeling is een speciale verpakking met de juiste aantallen spuiten of patronen beschikbaar. Het elektronische injectieapparaat dat met de patronen wordt gebruikt, is zodanig ingesteld dat de juiste dosis Rebif wordt afgegeven aan het begin van de behandeling en tijdens de fase van de standaardbehandeling.
De patiënten kunnen Rebif zelf injecteren als hun dit correct is aangeleerd. De arts kan de patiënt eventueel aanraden vóór elke injectie en gedurende 24 uren erna een koortswerende pijnstiller te nemen om de griepachtige symptomen te verminderen die als bijwerking van de behandeling kunnen optreden. Alle patiënten moeten ten minste eenmaal in de twee jaar worden beoordeeld.