Farmacodynamica
Het exacte werkingsmechanisme van colchicine is nog niet volledig begrepen, maar het is waarschijnlijk via downstream remming van ontstekingsreacties veroorzaakt door verstoring van het structurele eiwit tubuline. Colchicine zou een verstoring veroorzaken van het inflammasoomcomplex in zowel monocyten als neutrofielen, dat normaliter leidt tot activering van interleukine-1, een belangrijke ontstekingsmediator. Naast bovengenoemde effecten grijpt colchicine in op verschillende signaalwegen, waaronder de adhesie en rekrutering van neutrofielen, superoxideproductie, de RhoA/Rho effector kinase (ROCK) signaalweg en de nuclear factor-κΒ (NF-κΒ) signaalweg, waardoor de ontstekingsreactie wordt afgezwakt.
Op moleculair niveau kan colchicine worden omschreven als een antimitotisch geneesmiddel dat de mitotische activiteit van cellen in de metafase van de celcyclus blokkeert. Meer bepaald bindt colchicine zich aan tubuline en vormt het complexen die zich binden aan microtubuli. Dit stopt hun rek. Bij lage concentraties stopt colchicine de groei van microtubuli; bij hogere concentraties veroorzaakt colchicine depolymerisatie van microtubuli en dus celvernietiging.
Farmacokinetiek
Colchicine wordt na orale toediening snel geabsorbeerd uit het maagdarmkanaal. De biologische beschikbaarheid van colchicine is ongeveer 45%. De plasma-eiwitbinding voor colchicine is met 39% relatief laag, waarbij het grootste deel wordt gebonden aan het plamsa-eiwit albumine. Colchicine wordt gemetaboliseerd in de lever en door demethylering omgezet in de twee belangrijkste metabolieten 2-O-demethylcolchicine en 3-O-demethylcolchicine. Het enzym CYP3A4 is voornamelijk bij dit proces betrokken. Tussen 40 en 65% van de toegediende dosis wordt onveranderd in de urine uitgescheiden. Een deel wordt ook bilateraal uitgescheiden. De gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd van colchicine ligt tussen 26 en 31 uur.
Interacties tussen geneesmiddelen
Vanwege het smalle therapeutische bereik en de metabolisering door het enzym CYP3A4 is de kans op interactie met colchicine relatief groot. Colchicine staat ook in wisselwerking met de P-glycoproteïne transporter. Fatale geneesmiddeleninteracties zijn opgetreden wanneer colchicine werd ingenomen met andere geneesmiddelen die P-glycoproteïne en CYP3A4 remmen, zoals erytromycine of claritromycine.
Mensen die macrolide antibiotica, ketoconazol of cyclosporine gebruiken, of mensen met een lever- of nierziekte mogen geen colchicine innemen, omdat deze geneesmiddelen en aandoeningen het metabolisme van colchicine kunnen verstoren en de bloedspiegel kunnen verhogen. Mensen met HIV/AIDS die atazanavir, darunavir, fosamprenavir, indinavir, lopinavir, nelfinavir, ritonavir of saquinavir gebruiken, lopen een sterk verhoogd risico op bijwerkingen. Grapefruitsap en statines kunnen ook de concentratie van colchicine in het bloed verhogen.