Farmacodynamica
Isoniazide heeft een bactericide (dodend) effect op snel vermenigvuldigende mycobacteriën en een bacteriostatisch (groeiremmend) effect op zich langzaam vermenigvuldigende mycobacteriën. Het antibioticum wordt toegediend als een inactieve precursor en moet eerst worden geactiveerd door het bacteriële enzym KatG. In plaats van nicotinezuur wordt nu het actieve isonicotinezuur opgenomen in de cofactor NAD. Dit remt de synthese van mycolzuren, die een essentieel bestanddeel van de bacteriële celwand vormen.
Tijdens de behandeling interfereert de werkzame stof met het lichaamseigen metabolisme van pyridoxine (vitamine B6), wat de opbouw of vorming van neurotransmitters zoals GABA, serotonine of catecholamines beïnvloedt.
Isoniazide mag alleen in combinatie met andere geneesmiddelen worden gebruikt, aangezien het antimycobacteriële middel al na twee tot drie maanden therapie voor 46-89% resistentie ontwikkelt en na zes tot acht maanden praktisch 100% resistentie van de ziekteverwekkers.
Farmacokinetica
Isoniazide wordt na orale toediening voornamelijk in de dunne darm geabsorbeerd. De absorptie en de biologische beschikbaarheid van het werkzame bestanddeel worden verminderd wanneer het gelijktijdig met voedsel wordt ingenomen; daarom moet het geneesmiddel in één dosis op een lege maag worden ingenomen.
Der Stoffwechsel findet primär in der Leber statt, wo Isoniazid durch Acetylierung und Hydrolyse zu inaktiven Zwischenprodukten abgebaut wird. Die genetisch festgelegte Geschwindigkeit, mit der das Antibiotikum acetyliert wird, bestimmt die Plasmakonzentration sowie die Halbwertszeit. Letztere beträgt je nach Acetylierungsrate 0,5-1,6 Stunden bzw. 2-5 Stunden.
Der Großteil einer Isoniazid-Dosis wird innerhalb eines Tages mit dem Urin ausgeschieden.
Contra-indicaties
Isoniazide mag niet worden gebruikt bij overgevoeligheid, aandoeningen van het perifere zenuwstelsel, ernstige bloedingsneigingen en leverfunctiestoornissen (hepatitis, levercirrose).
Drug interacties
Er kunnen wisselwerkingen optreden met geneesmiddelen zoals barbituraten, fenytoïne, carbamazepine, primidon, rifampicine, valproïnezuur, paracetamol, ketoconazol, theofylline, disulfiram en levodopa.
Tijdens de inname moeten levensmiddelen die histamine en thyramine bevatten, alsook alcohol worden vermeden en moet de inname van cafeïne worden beperkt.
Isoniazid sollte getrennt von Antazida (Magensaftneutralisierende Medikamente) eingenommen werden.