Farmacodynamica
De laxerende werking kan worden verklaard door de osmotische werking van magnesiumcarbonaat. Bij orale inname komt de stof in de darm terecht en trekt water uit de omliggende weefsels in de darm. Hierdoor neemt het volume van de darminhoud toe en worden bepaalde zenuwen in de darmwand geactiveerd. Dit brengt uiteindelijk de stoelgang op gang.
De werking als maagzuurremmer is te danken aan de basische eigenschappen van het carbonaatanion in de verbinding. Na inname komt het zout in de maag terecht en lost het op in zijn bestanddelen, magnesium2+ en CO32-. Deze binden de Cl- en H+ ionen van het zoutzuur en neutraliseren zo het maagzuur. Dit verhoogt de pH-waarde van de maaginhoud binnen enkele minuten. Dit leidt tot verlichting van zuurgerelateerde klachten zoals brandend maagzuur.
Farmacokinetiek
Ongeveer 40-60% van het magnesium wordt geabsorbeerd na orale toediening. Het absorptiepercentage neemt af met toenemende dosis. 30% van het geabsorbeerde magnesium is gebonden aan plasma-eiwitten. Magnesium wordt onveranderd via de nieren uitgescheiden. De halfwaardetijd is ongeveer 27 uur. De maximale magnesiumklaring is recht evenredig met de creatinineklaring.