Diagnose van allergie bij kinderen en baby's
De diagnose is moeilijker bij baby's en kinderen dan bij een volwassene. Om de diagnose voor de arts te vergemakkelijken, kunt u onmiddellijk de volgende stappen ondernemen:
In ieder geval moet de medische voorgeschiedenis van het kind (bekend onder de technische term anamnese) worden gegeven, alsmede de familiegeschiedenis. Maar al te vaak hebben kinderen de neiging allergieën te ontwikkelen als er in de naaste familie al veel allergieën voorkomen.
Heel vaak kan al in een vroeg stadium een verband worden herkend tussen de oorzaak en de verschijnselen van de ziekte. Een hoest- of verkoudheidsaanval ligt bijvoorbeeld voor de hand na contact met een huisdier (b.v. astma na contact met honden).
U moet ook letten op de aard en de manier van de symptomen. Is het aanvalachtig, cyclisch, seizoensgebonden, continu of gelokaliseerd. Het bijhouden van een klachtendagboek kan nuttig zijn.
Vervolgens onderzoekt de arts het kind en kan hij gerichter te werk gaan op basis van de voorzorgsmaatregelen.
Er zijn allergietests beschikbaar om een allergie te diagnosticeren, maar een positieve allergietest betekent niet noodzakelijk dat er sprake is van een allergie.
Verschillende soorten diagnose
Allergieën kunnen worden opgespoord met de huidtest (er wordt een onderscheid gemaakt tussen de priktest en de intradermale test) en met immunologische tests op basis van een bloedmonster (RIST of RAST).
Huidtests testen de reactie van de huid op allergenen die op de huid worden aangebracht. Bij de priktest wordt een druppel van het verdachte allergeen op de huid aangebracht en vervolgens wordt de huid met een naald gekrabd. Als de huid na 10 minuten reageert, kan worden aangenomen dat er sprake is van een allergie.
Bij de intradermale test worden kleine hoeveelheden van het verdachte allergeen in de huid geïnjecteerd. Deze test maakt het mogelijk verschillende allergeenconcentraties te testen.
Provocatietests (intranasaal en inhalatie) zijn ook beschikbaar voor diagnose. Deze tests worden gebruikt om de reacties van een orgaan op een specifiek allergeen te onderzoeken. Het allergeen wordt ingeademd, aangebracht op het neusslijmvlies of het bindvlies van het oog. Deze test mag alleen in het ziekenhuis worden uitgevoerd vanwege de mogelijke ernstige allergische reacties.
Bij de zogenaamde patchtest (ook epicutane test) wordt de allergietrigger in een aluminium kamer op de rug aangebracht. De reactie kan na 48 en 72 uur worden afgelezen. Bij overgevoeligheid voor het allergeen zal de huid al na 5 tot 20 minuten reageren.
Het bloedonderzoek controleert het bloed van de patiënt op antilichamen (immunoglobulinen). Aan de hand daarvan kan een allergie-neiging worden vastgesteld.