Leertheorie verklarend model
Een meerfasenproces wordt verondersteld de oorzaak te zijn van een angststoornis.
In het begin "leert" een mens dat een oorspronkelijk normale situatie angst oproept. Deze situatie wordt dan als bedreigend ervaren, zoals luchtturbulentie.
Als de persoon opnieuw aan dezelfde situatie zou worden blootgesteld, zou hij kunnen vaststellen dat zijn angst ongegrond was. Maar omdat de angst aanwezig is, wordt een herhaling van de situatie vermeden en blijft de angst bestaan. Lichamelijke symptomen worden sterker waargenomen (b.v. hartkloppingen), er ontstaat een angst-kwaad cyclus.
Neurobiologisch verklaringsmodel
De inwendige organen (b.v. hart en ademhaling) worden gecontroleerd door het autonome zenuwstelsel.
Bij mensen die aan angststoornissen lijden, is dit zenuwstelsel waarschijnlijk overgevoelig en kan het gemakkelijker geïrriteerd raken. Als gevolg daarvan ontwikkelen angstsymptomen zich sneller. Uit studies blijkt een mogelijke overerving van deze aanleg, maar het wordt nog niet als volledig bewezen beschouwd. Bovendien wordt de betrokkenheid van specifieke hersengebieden en neurotransmitters bij de ontwikkeling van een angststoornis vermoed.
Psychoanalytisch verklaringsmodel
Normaal reageert een persoon op een conflict door te proberen een compromis te bereiken. Op die manier wordt een psychologisch evenwicht hersteld. Als de oplossing van zo'n conflict mislukt, ontstaat er onrust.
Een andere veronderstelling is gebaseerd op de mogelijkheid dat de getroffenen in hun jeugd niet hebben geleerd om met angst om te gaan. Zij voelen zich overweldigd in conflictsituaties en angsten uit hun kindertijd kunnen tot uitbarsting komen. Verlatingsangst manifesteert zich vaak wanneer het verlies van een verzorger op handen is.