Net als bij veel andere soorten kanker zijn de werkelijke oorzaken van borstkanker niet bekend. Er zijn echter een aantal bewezen risicofactoren die het risico op borstkanker aanzienlijk kunnen verhogen:
Overgewicht (obesitas)
Gebrek aan lichaamsbeweging
Diabetes (type 2 diabetes mellitus)
Ongezonde voeding (vooral veel vet)
Gebruik van alcohol en nicotine
Hormoonvervangingstherapie tijdens de menopauze
Dicht borstweefsel (veel klier- en bindweefsel in de borst)
BRCA1- en BRCA2-mutaties (sommige gevallen van borst- en eierstokkanker in de familie)
Bestraling van de borst in de kindertijd (bijv. voor lymfoom)
Factoren die het risico op borstkanker verlagen zijn
Vrouwelijke hormonen: oestrogeen en progesteron
De cellen van de borst hebben hormoonreceptoren (bijvoorbeeld voor oestrogeen). Hierdoor kan het lichaam het borstweefsel beïnvloeden via stoffen die in de bloedbaan circuleren (bv. voor borstgroei). Deze oestrogenen kunnen echter ook de ontwikkeling en proliferatie van kankercellen bevorderen. Het is bewezen dat de zogenaamde "hormoonvervangingstherapie" - de voortzetting van het hormonale effect na het natuurlijke begin van de menopauze met medicijnen - het risico op borstkanker na een periode van 5 jaar verhoogt. Vooral preparaten met een combinatie van oestrogeen en progestagenen. Als de hormoontherapie wordt stopgezet, keert het risico binnen een paar jaar terug naar het gemiddelde niveau.
Het gebruik van de anticonceptiepil verhoogt het risico op borstkanker, maar verhoogt het risico om aan borstkanker te overlijden niet. Orale anticonceptiemiddelen verlagen het risico op het ontwikkelen van eierstok- of baarmoederkanker aanzienlijk.
Ongezonde levensstijl
Huidige onderzoeken suggereren dat ongeveer een kwart van alle borstkankers vandaag de dag voorkomen zou kunnen worden door een gezonde levensstijl. Leefstijlfactoren die het risico op borstkanker beïnvloeden zijn
Roken is niet alleen een risicofactor voor longkanker, maar ook voor borstkanker. Vooral wanneer meisjes als tieners beginnen met roken, neemt hun risico op borstkanker aanzienlijk toe. Dierlijke vetten moeten indien mogelijk worden vermeden in het dieet. Ze verhogen de oestrogeenspiegel en leiden zo tot een hogere incidentie van borstkanker. Dit verklaart ook de lagere incidentie van borstkanker in Azië, waar traditioneel minder dierlijke vetten worden gegeten. De incidentie van borstkanker neemt nu echter ook aanzienlijk toe in Aziatische landen door de aanpassing aan de westerse keuken. In het algemeen wordt een mediterraan dieet met veel vezels, verse groenten en fruit en meer verse zeevis aanbevolen om borstkanker te voorkomen.
Erfelijke borstkanker
Ongeveer een derde van alle vrouwen met borstkanker heeft een erfelijke aanleg. Mutaties in de BRCA1- of BRCA2-genen kunnen in ongeveer 5 tot 10% van alle gevallen van borstkanker worden opgespoord. Dragers van een BRCA-mutatie hebben daarentegen ongeveer 70% kans om tijdens hun leven borstkanker te krijgen. Zij moeten daarom deelnemen aan een intensief programma voor vroegtijdige opsporing van borstkanker. Deze programma's omvatten meestal halfjaarlijkse borstonderzoeken en regelmatige MRI's (Magnetic Resonance Imaging) vanaf de leeftijd van 25 jaar. Sommige patiënten besluiten ook om uit voorzorg hun borsten te laten verwijderen, hoewel een dergelijke ingreep alleen mag worden uitgevoerd na een uitgebreid consult. Een bekend voorbeeld hiervan is de Amerikaanse actrice Angelina Jolie.
Andere bekende genen die het risico op borstkanker licht kunnen verhogen zijn
ATM
BRIP1
CHEK2
CDH1
PALB2
RAD51C en RAD51D