Chonische lymfatische leukemie (CLL)

Basis

Beschrijving

Bij CLL zijn de lymfocyten (een subsoort van witte bloedcellen) niet meer onder controle. Hun functie bij gezonde mensen is immuunafweer. Acute lymfatische leukemie (ALL) is ook afkomstig van de lymfocyten, maar de degeneratie treedt op in een vroeger stadium van de ontwikkeling van de cellen.

Chronische lymfatische leukemie is de meest voorkomende vorm van alle leukemieën. Elk jaar lopen 3 op de 100.000 mensen het op. De gemiddelde leeftijd van de getroffenen is 65 jaar.

Tegenwoordig wordt CLL vaak geclassificeerd als een lymfoom (non-Hodgkin-lymfoom, kwaadaardige verandering in het lymfestelsel) omdat ook de lymfeklieren worden aangetast.

Oorzaken

Het immuunsysteem verwijdert elke dag talloze gedegenereerde cellen uit het lichaam. Voor CLL is één enkele veranderde lymfocyt die niet als gedegenereerd wordt herkend, voldoende om leukemie te veroorzaken. Waarom het niet door het immuunsysteem wordt herkend en vernietigd, is nog onduidelijk.

Enkele risicofactoren zijn:

  • Chemische stoffen (b.v. benzeen)
  • Ioniserende straling (b.v. radioactiviteit)
  • Infecties

Bovendien komt chronische lymfatische leukemie in verschillende groepen met verschillende frequentie voor.

Frequentie bij bepaalde groepen mensen:

  • Oudere mensen, vooral mannen
  • eerstegraads verwanten (kinderen, broers en zussen) van CLL-patiënten
  • Aziaten krijgen de ziekte veel minder vaak

Symptomen

De diagnose berust vaak op toeval, omdat de klachten zich pas ontwikkelen en worden opgemerkt naarmate de ziekte vordert.

Veel voorkomende klachten in het begin:

  • pijnloze vergroting van de lymfeklieren
  • Vermoeidheid
  • Prestatieverlies
  • Vermoeidheid

Klachten bij gevorderde ziekte:

  • Koorts
  • Nachtelijk zweten
  • Gewichtsverlies
  • Vergrote lever en milt
  • Bloedarmoede (anemie), met bleekheid, duizeligheid, hartkloppingen, kortademigheid tot gevolg
  • Gevoeligheid voor infecties door gebrek aan witte bloedcellen
  • De neiging om te bloeden door een tekort aan bloedplaatjes
  • Huidveranderingen
  • Herpes infecties

Diagnose

De diagnose chronische lymfatische leukemie wordt vaak toevallig gesteld, bv. tijdens een routineonderzoek door de huisarts. Opvallend zijn de verhoogde waarden van de witte bloedcellen in het bloedbeeld.

De laboratoriumresultaten worden gewoonlijk gevolgd door een lichamelijk onderzoek. Zieke lymfeklieren worden zichtbaar op echografie, röntgenstralen of CT (computertomografie).

De diagnose wordt echter pas bevestigd nadat bij een biopsie van verdachte lymfeklieren of een beenmergpunctie kwaadaardige cellen zijn gevonden.

In uitzonderlijke gevallen wordt het noodzakelijk hele lymfeklieren te verwijderen en het weefsel in detail te onderzoeken om CLL van andere tumorziekten te kunnen onderscheiden.

Therapie

Hoe de behandeling eruitziet, hangt af van het stadium van de ziekte. Het verloop van de ziekte kan tot 20 jaar goedaardig zijn. Dit betekent dat er, afgezien van vermoeidheid, verlies van eetlust en vergrote lymfeklieren, geen symptomen zijn.

De eigenlijke therapie begint wanneer de lymfocyten toenemen of de bloedplaatjes en rode bloedcellen afnemen. Ook andere complicaties kunnen doorslaggevend zijn. Het succespercentage wordt niet beïnvloed door de (vroege) start van de behandeling.

In het geval van zich snel ontwikkelende CLL of bepaalde risicofactoren die het beloop negatief zouden beïnvloeden, kan behandeling zeer snel noodzakelijk zijn.

Chemotherapie

Dit is de belangrijkste behandeling voor CLL en kan worden gegeven met tabletten en/of infusies. Het succes van de behandeling is in het begin meestal zeer goed; de symptomen kunnen jarenlang op afstand worden gehouden. In zeldzame gevallen is aanvullende bestraling nodig.

Een modernere therapiebenadering zijn monoklonale antilichamen (b.v. alemtuzumab, rituximab). Zij binden zich aan eiwitten die zich vaak op het oppervlak van leukocyten bevinden en vernietigen deze.

Symptomatische behandeling dient als aanvulling op chemotherapie. Transfusies helpen tegen bloedarmoede, antibiotica tegen infecties. Immuundeficiënties worden gecompenseerd met antilichamen, andere stoornissen van het immuunsysteem met cortisone. Als afzonderlijke lymfeklieren ongemak veroorzaken door zwelling, kan plaatselijke bestraling verlichting brengen.

Beenmerg- en stamceltransplantatie

Jonge patiënten (<60 jaar) kunnen een stamceltransplantatie (SCT) of beenmergtransplantatie (BMT) krijgen. Stamcellen zijn een soort blauwdruk voor bloedcellen die in het beenmerg worden opgeslagen tot verdere ontwikkeling.

Autologe SCT heeft tot nu toe een hoog succespercentage. In dit geval worden speciale stamcellen die reeds zijn geoogst en gezuiverd, direct na een hoge dosis chemotherapie aan de patiënt overgebracht.

Voorspelling

Het optreden van ernstige symptomen kan tot 20 jaar worden uitgesteld. Naarmate de ziekte vordert, neemt ook het aantal symptomen toe omdat het orgaansysteem wordt veranderd.

De prognose voor het individu hangt af van het stadium (aantal lymfocyten in bloed en beenmerg, omvang van milt en lever, bestaan van bloedarmoede).

Danilo Glisic

Danilo Glisic



Logo

Uw persoonlijke medicatie-assistent

Medicijnen

Blader hier door onze uitgebreide database van A-Z medicijnen, met effecten, bijwerkingen en doseringen.

Stoffen

Alle actieve ingrediënten met hun werking, toepassing en bijwerkingen, evenals de medicijnen waarin ze zijn opgenomen.

Ziekten

Symptomen, oorzaken en behandeling van veelvoorkomende ziekten en verwondingen.

De weergegeven inhoud vervangt niet de originele bijsluiter van het medicijn, vooral niet met betrekking tot de dosering en werking van de afzonderlijke producten. We kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de nauwkeurigheid van de gegevens, omdat deze gedeeltelijk automatisch zijn omgezet. Raadpleeg altijd een arts voor diagnoses en andere gezondheidsvragen.

© medikamio