Voorstellingen
Iedereen boven de 50 zou regelmatig darmkanker moeten laten screenen.
Op de leeftijd van 50-54 jaar hebben mensen recht op een test om bloed in de ontlasting op te sporen (occult bloedonderzoek, hemoccult test).
Vanaf de leeftijd van 55 jaar kan desgewenst een colonoscopie (dikkedarmonderzoek) worden verricht. Dit onderzoek moet om de 10 jaar worden herhaald indien de resultaten negatief zijn. Wie een colonoscopie weigert, kan om de 2 jaar op kosten van het ziekenfonds een hemoccultus-test laten uitvoeren.
Kanker stadium
Tijdens het lichamelijk onderzoek voelt de behandelende arts het rectum grondig. Bij een vermoeden van darmkanker geeft een colonoscopie de duidelijkste resultaten. Bovendien moet altijd de hele dikke darm worden onderzocht, omdat tumoren zich op verschillende plaatsen kunnen vormen.
Er worden biopsies (weefselmonsters) genomen op opvallende plaatsen, die bij nader onderzoek uitsluitsel geven over het al dan niet aanwezig zijn van kanker. Andere methoden, zoals röntgenstralen, kunnen aanwijzingen geven, maar geen bewijs.
Als kanker wordt vastgesteld, is het voor de behandeling belangrijk te weten hoe diep de gezwellen in de darmwand zitten. Dit kan worden vastgesteld door middel van endosonografie (echografisch onderzoek van binnenuit).
CT (computertomografie) en MRI (magnetische resonantiebeeldvorming) geven informatie over de grootte van de tumor en eventuele uitzaaiingen (dochtertumoren). Ook de longen (röntgenfoto) en de buikholte (met name de lever, echografie of CT) worden onderzocht.
Als er een vermoeden bestaat dat het gezwel ook de urineblaas aantast, wordt een cystoscopie verricht. Een skeletscintigrafie kan bepalen of de kanker is uitgezaaid naar de botten.
Bij darmcarcinomen kan in het bloed een speciaal eiwit (CEA - carcino-embryonaal antigeen) worden aangetoond. Deze tumormerker is niet voldoende voor een diagnose, maar wel doorslaggevend voor de prognose.
In uitzonderlijke gevallen kan ook genetische counseling met onderzoek van het genetisch materiaal worden uitgevoerd om familieleden te informeren over hun risico om de ziekte op te lopen.