Basis
Longkanker verwijst naar een degeneratie van het weefsel in verschillende delen van de long. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten, waaronder kanker van het eigenlijke longweefsel en zeldzame vormen van kanker zoals mesothelion (kanker van het longvlies).
Men kan onderscheid maken tussen verschillende soorten bronchiaal carcinoom. Kleincellige longkanker wordt als bijzonder gevaarlijk beschouwd omdat hij extreem snel groeit en zich snel door het lichaam verspreidt. Langzaam groeiende longcarcinomen omvatten niet-kleincellig plaveiselcelcarcinoom, adenocarcinoom en grootcellig carcinoom. Deze carcinomen hebben over het algemeen een betere prognose.
Er zijn ongeveer 52 nieuwe gevallen per jaar per 100.000 mensen in Europa. Mannen worden drie keer zo vaak getroffen als vrouwen. Uit de statistieken blijkt echter dat sinds het begin van de jaren negentig het aantal nieuwe gevallen bij vrouwen is verdrievoudigd, terwijl het aantal getroffen mannen gestaag is gedaald.
Longkanker kan zelden worden genezen en is daarom de meest voorkomende doodsoorzaak als gevolg van kanker bij mannen en de op twee na meest voorkomende bij vrouwen. De overlijdensstatistieken voor vrouwen en mannen zijn omstreden: voor mannen neemt het aantal licht af, terwijl het voor vrouwen toeneemt.
Kanker is in de eerste plaats een ziekte van gevorderde leeftijd. De meeste nieuwe gevallen doen zich voor in de leeftijdsgroep 55 tot 60 jaar. Slechts vijf procent van de mensen met de ziekte is jonger dan 40 jaar.
Roken wordt beschouwd als de belangrijkste oorzaak van longkanker. Geschat wordt dat ongeveer 85 procent van de patiënten die aan longkanker sterven rokers zijn. Volgens de laatste statistieken is de trend dat steeds meer mannen stoppen met roken, maar dat steeds meer vrouwen ermee beginnen.
De oorzaak van mesothelioom, dat zeer zeldzaam is, is asbest. Volgens schattingen hebben in Duitsland ongeveer 500.000 tot 1.000.000 werknemers een werkplek waar een risico van asbest bestaat. De ontwikkeling van dit soort tumor neemt ongeveer 15 tot 50 jaar in beslag. Daarom wordt rond het jaar 2020 een toename van de incidentie van de ziekte verwacht.