Basis
Longontsteking wordt veroorzaakt door ziekteverwekkers van verschillende aard, zoals bacteriën, schimmels of virussen, die het longweefsel aantasten. Als reactie daarop ontstaat er een ontsteking van de diepere delen van de longen, alsmede van de luchtzakken (aleveoli) en/of het bindweefsel daartussen. Als gevolg daarvan ontstaat er een zwelling en een verhoogde bloedstroom in het getroffen deel van de long.
In ongeveer 30 tot 60 procent van alle gevallen van longontsteking bij jongere patiënten is een bepaald soort bacterie betrokken (Streptococcus pneumoniae = pnemococcus). In de geïndustrialiseerde landen is longontsteking de meest voorkomende infectieziekte die tot de dood leidt. Wereldwijd staat het op de derde plaats.
In Duitsland zijn er ongeveer 10 nieuwe gevallen van "Community Acquired Pneumonia" (CAP) per 1000 mensen. De meeste pneumonieën zijn van bacteriële oorsprong. Tot de risicogroep behoren vooral zuigelingen, jonge kinderen en ouderen. Voor mensen met een verder intact immuunsysteem en die gezond zijn, vormt longontsteking geen groot gevaar. Het geneest meestal zonder blijvende gevolgen.
Voor oudere mensen, maar ook voor kinderen en mensen met een verzwakt immuunsysteem, kan een longontsteking echter fatale gevolgen hebben. Een longontsteking die in het ziekenhuis ontstaat en zich daar ontwikkelt, vormt een bijzonder groot gevaar.