Basis
Multiple sclerose (MS) behoort tot de groep van chronische ziekten die de hersenen, het ruggenmerg en de oogzenuw aantasten. Het woord "multiple sclerose" is samengesteld uit het woord "skleros" (=hard) en "multiplex" (=veelvoudig). Het klinisch beeld wordt gekenmerkt door ontstekingen van bepaalde zenuwstructuren, die op hun beurt diverse klachten kunnen veroorzaken, zoals visusstoornissen, gevoelsstoornissen, pijn of verlamming. Zo'n uitbraak van de ziekte wordt een "terugval" genoemd.
MS is een auto-immuunziekte waarbij de lichaamseigen afweercellen (immuuncellen), die normaal verantwoordelijk zijn voor het verdrijven van virussen, bacteriën of andere ziektekiemen, structuren in het lichaam aanvallen. Als gevolg daarvan valt het immuunsysteem het omhulsel van de zenuwvezels (myelineschede) aan, waardoor ontstekingen ontstaan in sommige delen van de hersenen, de oogzenuw of het ruggenmerg (centraal zenuwstelsel, CZS). Er is een voortdurende vernietiging van de myelineschede. In dit geval spreekt men van demyelinisatie.
Bovendien worden ook de zenuwvezels en de zenuwcellen door de schade aangetast. De overdracht van zenuwsignalen is niet meer intact, zoals bij gezonde mensen. Soms zijn er ook zenuwstoringen. Deze zenuwuitval kan variëren naargelang van het gebied van het CZS waar de ontsteking (ontstekingshaarden) optreedt. Om deze reden wordt MS vaak "encefalomyelitis disseminata" genoemd, aangezien "disseminata" "verspreid" betekent. "Encephalomyelitis" staat voor basale processen in de hersenen bij MS: "enkephalos" betekent "hersenen" en de uitgang "-itis" kan worden vertaald als het woord "ontsteking".
Het verloop van multiple sclerose vertoont zich in verschillende vormen. In de meeste gevallen is er een volledige regressie van de symptomen voordat een nieuwe terugval optreedt.
90 -95 % van de ziekten hebben een recidief verloop. Bij 30-40% van de mensen met de ziekte treedt echter ook een voortdurende verslechtering zonder terugval op. Sommige mensen hebben de ziekte vanaf het begin zonder terugvallen en worden dan geleidelijk erger.
MS treedt voor het eerst op in de jongvolwassen leeftijd tussen 20 en 40 jaar. Vrouwen worden vaker door de ziekte getroffen dan mannen. Tot nu toe is er geen volledige genezing voor MS bekend. Het verloop kan echter goed worden beïnvloed met medicatie.
Ontdekking van MS:
De ziekte werd voor het eerst medisch beschreven door de Schotse oogarts William MacKenzie rond het einde van de 18e eeuw. Hij ontdekte de ziekte bij een 23-jarige man die plotseling last kreeg van gezichtsstoornissen en verlamming. Later, was hij niet meer in staat om te spreken of zijn urine vast te houden. Twee maanden later vertoonde de betrokkene echter geen symptomen meer.
In 1868 maakte de Franse neuroloog Jean-Martin Charcot een meer gedetailleerde klinische en pathologische beschrijving van de klachten. Hij is er ook in geslaagd de vernietiging van de zenuwscheden vast te stellen op basis van een autopsie. Hij gaf de ziekte de naam "sclerosis en plaques", die tot op heden in Frankrijk de gangbare naam is.