Basis
Beschrijving
Het Epstein-Barr virus (EBV) veroorzaakt mononucleosis. Het tast de slijmvliezen van de neus, mond en keel aan, evenals B-lymfocyten (een subsoort van witte bloedcellen). Vanwege de frequente besmetting door speekselcontact wordt deze ziekte in de volksmond ook wel zoenziekte genoemd.
De ziekte geneest meestal na 2-3 weken zonder complicaties. In zeldzame gevallen verloopt de klierkoorts van Pfeiffer ernstig.
Infectieuze mononucleose komt vooral voor bij jonge volwassenen; tegen de leeftijd van 30 jaar is 95% er al mee besmet. Degenen die al een keer besmet zijn geweest, hebben antilichamen tegen het Epstein-Barr-virus gevormd, die voor een bijna levenslange immuniteit zorgen. Alleen mensen met een verzwakt immuunsysteem kunnen opnieuw besmet raken.