Pulmonale embolie (bloedprop in de longen)

Basis

Beschrijving

Als een bloedstolsel (trombose) losraakt en door de bloedbaan wordt meegevoerd, kan het zich opnieuw hechten in andere bloedvaten. Dit leidt tot een embolie.

Als het eindpunt een van de longslagaders is, wordt het een longembolie genoemd.

Het deel van het longweefsel dat normaal door deze slagader wordt gevoed, krijgt daardoor te weinig voedingsstoffen en bloed.

Longembolieën komen zeer vaak voor en bij ongeveer 1-2% van alle patiënten die in het ziekenhuis worden behandeld. In veel gevallen verlopen ze echter zonder symptomen en blijven ze dus onopgemerkt.

De bloedklonters die ze veroorzaken ontstaan meestal in de onderste helft van het lichaam, bijvoorbeeld in de grote bekken- of beenaderen.

Oorzaken

De kans op veneuze trombose wordt verhoogd door allerlei (voor)ziekten, maar ook door chirurgische ingrepen.

Trombose wordt vaak veroorzaakt door een drukverhoging in de buikholte. Zelfs tijdens onopvallende activiteiten, zoals op het toilet drukken, kan een trombose vrijkomen en vervolgens in de longen vast komen te zitten.

Risicofactoren:

  • Veranderde bloedstolling
  • Inactiviteit, lange perioden van zitten (bv. reistrombose)
  • Chirurgische ingrepen (vooral in de buik, heup of knie)
  • Verwondingen (bv. botbreuken)
  • Bedlegerigheid (oudere mensen en mensen die net geopereerd zijn, moeten zo snel mogelijk uit bed en in beweging komen).
  • Overgewicht
  • Zwangerschap
  • Hormonale anticonceptiemiddelen (pil; vooral in combinatie met tabaksgebruik)
  • Kanker (kwaadaardig)
  • Hartfalen
  • Beroerte

Symptomen

De symptomen van een longembolie zijn afhankelijk van de grootte van het stolsel. Kleine embolieën blijven meestal onopgemerkt, omdat ze zelden meer dan een korte hoestbui veroorzaken.

Grotere embolieën, daarentegen, veroorzaken plotseling de volgende symptomen:

  • Pijn op de borst, vooral bij het inademen
  • Hoest (ook bloederig)
  • Zweten
  • Angst, bezorgdheid, rusteloosheid
  • Verstopte halsaderen
  • Tachycardie (verhoogde polsslag)
  • Cyanose (blauwachtige verkleuring van huid en slijmvliezen door zuurstofgebrek)
  • Syncope (plotseling verlies van bewustzijn)

Als de bloedklonter in etappes wordt opgelost en weggespoeld, zijn de symptomen hetzelfde.

Diagnose

In het begin neemt de behandelende arts een medische geschiedenis op. Hij vraagt naar klachten en vroegere ziektes, gevolgd door een lichamelijk onderzoek.

De volgende methoden kunnen worden gebruikt:

  • ECG (elektrocardiografie)
  • Analyse van bloedgassen
  • bloedafname (om zogenaamde D-dimers op te sporen, een indicator van trombose)
  • Echocardiografie (echografie van het hart)
  • Long CT (computertomografie) met contrastvloeistof
  • Pulmonalescintigrafie (beademing en bloedstroomcontrole)
  • Pulmonaleangiografie (contrastopname van de longvaten)
  • Dopplersonografie (echografie van de beenaderen en contrastopnames om trombose op te sporen)

Therapie

Acute longembolie

  • Bedrust
  • Pijnbestrijding
  • Zuurstof toediening
  • Antistolling met heparine (om groei en vorming van nieuwe bloedklonters te voorkomen)
  • Lysis-therapie (om stolsels op te lossen)
  • Chirurgische verwijdering van het stolsel (zeldzaam)

Na de acute behandeling wordt de therapie vaak voortgezet met tabletten (bv. vitamine K-antagonisten) of injecties (heparine) tot er geen risicofactoren meer zijn. Levenslange behandeling is ook niet uitgesloten.

Indien ondanks behandeling met medicijnen trombose blijft ontstaan, die ook longembolieën kan veroorzaken, bestaat de mogelijkheid om een cava-zeef (vergelijkbaar met een zeef) in de vena cava te plaatsen. Dit voorkomt dan dat een stolsel in de longen wordt gespoeld.

Voorspelling

Nadat een longembolie is genezen, moet de onderliggende ziekte worden opgespoord en behandeld om verdere tromboses te voorkomen.

Ongeveer 17% van de getroffenen krijgt een terugval. In zeldzamere gevallen kan chronische pulmonale hypertensie, of pulmonale hypertensie, optreden.

3-4% bezwijkt aan longembolie.

Mogelijke complicaties:

  • Pleurtis (ontsteking van het borstvlies)
  • Pulmonaal infarct (afsterven van het getroffen deel van de long) en bloederige hoest.
  • Longontsteking (ontsteking van de longen)
  • Rechter hartfalen

Preventie

Het risico op longembolie kan worden beïnvloed door de behandeling van de onderliggende ziekte en verschillende risicofactoren.

  • Postoperatief: zo snel mogelijk mobiliseren, fysiotherapie.
  • Bedlegerigheid en immobiliteit: anticoagulantia
  • Lange reizen: regelmatige beweging van de voeten, bv. door rondjes te lopen of te schommelen.
  • Neiging tot trombose: Compressieverbanden of kousen
  • Vermijd strikte bedrust
  • Het vermijden van hormonale anticonceptiemiddelen (die oestrogeen bevatten)
Danilo Glisic

Danilo Glisic



Logo

Uw persoonlijke medicatie-assistent

Medicijnen

Blader hier door onze uitgebreide database van A-Z medicijnen, met effecten, bijwerkingen en doseringen.

Stoffen

Alle actieve ingrediënten met hun werking, toepassing en bijwerkingen, evenals de medicijnen waarin ze zijn opgenomen.

Ziekten

Symptomen, oorzaken en behandeling van veelvoorkomende ziekten en verwondingen.

De weergegeven inhoud vervangt niet de originele bijsluiter van het medicijn, vooral niet met betrekking tot de dosering en werking van de afzonderlijke producten. We kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de nauwkeurigheid van de gegevens, omdat deze gedeeltelijk automatisch zijn omgezet. Raadpleeg altijd een arts voor diagnoses en andere gezondheidsvragen.

© medikamio