Basis
Beschrijving
Als een bloedstolsel (trombose) losraakt en door de bloedbaan wordt meegevoerd, kan het zich opnieuw hechten in andere bloedvaten. Dit leidt tot een embolie.
Als het eindpunt een van de longslagaders is, wordt het een longembolie genoemd.
Het deel van het longweefsel dat normaal door deze slagader wordt gevoed, krijgt daardoor te weinig voedingsstoffen en bloed.
Longembolieën komen zeer vaak voor en bij ongeveer 1-2% van alle patiënten die in het ziekenhuis worden behandeld. In veel gevallen verlopen ze echter zonder symptomen en blijven ze dus onopgemerkt.
De bloedklonters die ze veroorzaken ontstaan meestal in de onderste helft van het lichaam, bijvoorbeeld in de grote bekken- of beenaderen.