Trombotische trombocytopenische purpura is net als hemolytisch uremisch syndroom (HUS) een zogenaamde trombotische microangiopathie. Hierbij leidt de vorming van bloedstolsels tot een verstoring van de bloedstroom in de kleinste bloedvaatjes. Deze verstoring leidt vervolgens tot een verminderde zuurstoftoevoer naar de organen die worden bevoorraad (bijv. nieren of hersenen). De meest voorkomende vorm van TTP is de verworven vorm (ongeveer 95% van de gevallen). Deze wordt veroorzaakt door antilichamen tegen het metalloprotease dat normaal gesproken von Willebrand factor splijt (ADAMTS 13). Het protease ADAMTS 13 speelt een belangrijke rol in de stollingscascade en een deficiëntie leidt tot een verhoogd optreden van bloedstolsels.
De volgende oorzaken zijn mogelijk voor verworven TTP:
De aangeboren vorm van TTP wordt ook wel Upshaw-Schulman syndroom of cTTP ("congenitale TTP") genoemd. Het is verantwoordelijk voor ongeveer 5% van alle gevallen van de ziekte en treedt vaak op in de vroege kinderjaren (ongeveer 50-60% van de gevallen). Sommige patiënten worden echter pas symptomatisch als ze 30-40 jaar oud zijn. cTTP wordt veroorzaakt door een aangeboren vermindering in ADAMTS13 activiteit, met meer dan 100 bekende mutaties die hiervoor verantwoordelijk zijn. In de meeste gevallen wordt de ziekte veroorzaakt door een verminderde ADAMTS13 activiteit of een verminderde uitscheiding van metalloprotease.
Mogelijke triggers voor een cTTP terugval zijn:
Trigger
De oorzaken van verworven TTP of een ziekteopflakkering in het verloop van TTP zijn meestal griep of gastro-intestinale infecties. Daarnaast kunnen medicijnen zoals kinine, Tiklyd of mitomycine TTP uitlokken.