Basis
Vormen van wondgenezing:
Artsen maken onderscheid tussen verschillende vormen van wondgenezing:
- Primaire wondgenezing: Deze vorm van wondgenezing doet zich bijvoorbeeld voor bij snijwonden, maar ook bij wonden na een operatie, veroorzaakt door het scalpel. Onder artsen wordt deze vorm van wondgenezing aangeduid met de Latijnse term "Sanatio per primam intentionem", waarbij gewoonlijk de afkorting "wondgenezing p.p." wordt gebruikt. Dit betekent dat de wond zonder complicaties geneest en dat er na een paar dagen slechts een fijn litteken overblijft.
- Secundaire wondgenezing: Er is sprake van secundaire wondgenezing wanneer de randen van de wond loslaten. Dit kan van tevoren het geval zijn of wanneer de wond geïnfecteerd is geraakt. In dit geval wordt de term "per secundam intentionem" (p.s.) gebruikt. Om een dergelijke wond te sluiten, moet het defect in het weefsel eerst worden opgevuld met zogenaamd granulatieweefsel. In het verdere verloop kan zich dan nieuwe huid over de wond ontwikkelen. Secundaire wondgenezing neemt meestal meer tijd in beslag dan primaire wondgenezing en laat een opvallender litteken achter met een minder glad oppervlak. In sommige gevallen kan er ook sprake zijn van een functiebeperking van het aangetaste lichaamsdeel.
- Epitheliale wondgenezing: bij deze vorm van wondgenezing is alleen de bovenste huidlaag (opperhuid) beschadigd. Dit betekent dat de wond binnen een paar dagen kan genezen. Een litteken blijft meestal niet zitten. In dit geval wordt het epitheliale wondgenezing genoemd.
Het genezingsproces:
Als de wondgenezing niet binnen vier weken is voltooid, kan men uitgaan van een chronische wond. Als er sprake is van een dergelijke wondgenezingsstoornis, moet de oorzaak door een arts worden achterhaald.