Farmacodynamiek en werkingsmechanisme
Chlorthalidon werkt door binding aan het Na+/Cl- symporter-kanaal in de niertubuli, waardoor de reabsorptie van natrium en chloride wordt geblokkeerd en de ionen in de urine worden uitgescheiden. Door het osmotische effect wordt ook het water meer weggespoeld. Deze verhoogde uitscheiding van vocht leidt tot een vermindering van het bloedvolume en dus tot een verlaging van de bloeddruk.
Farmacokinetiek
Chlorthalidon wordt geabsorbeerd via het maagdarmkanaal na perorale toediening en wordt snel geabsorbeerd. Het concentreert zich meer in de erytrocyten en diffundeert daaruit slechts langzaam terug in het serum, waardoor het een relatief groot distributievolume heeft. Ongeveer 75% van het geneesmiddel is gebonden aan plasma-eiwitten, waarvan 58% aan albumine. Ongeveer 50% van de toegediende dosis wordt onveranderd via de nieren uitgescheiden. De andere helft wordt door de lever gemetaboliseerd en ook door de nieren uitgescheiden. De halfwaardetijd is ongeveer 40-50 uur.
Interacties tussen geneesmiddelen
Er zijn een aantal interacties waarmee rekening moet worden gehouden bij het gebruik van chloortalidon. Het kan bijvoorbeeld de werking van insuline en andere antidiabetica verminderen en de uitscheiding van lithium vertragen, waardoor het risico op bijwerkingen kan toenemen vanwege het lage therapeutische bereik. In dat geval moet de dosis worden aangepast.
Ook moet aandacht worden besteed aan het synergetisch effect van het geneesmiddel in combinatie met andere antihypertensiva. Gezamenlijk gebruik, indien onbedoeld, kan leiden tot overmatige bloeddrukverlaging en daarmee gepaard gaande symptomen.