Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof is argatrobanmonohydraat 100 mg/ml.
1 ml concentraat voor oplossing voor infusie bevat argatroban als 100 mg argatroban monohydraat.
1 flacon met 2,5 ml concentraat voor oplossing voor infusie bevat argatroban als 250 mg argatroban monohydraat.
De andere stoffen in dit middel zijn watervrij ethanol, sorbitol en water voor injectie.
Hoe ziet Arganova eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Dit geneesmiddel is een helder, kleurloos tot bleekgeel concentraat voor oplossing voor infusie. Elke injectieflacon bevat 2,5 ml oplossing en de injectieflaconnen zijn verpakt in kartonnen dozen met 1 of 6 injectieflacons. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Mitsubishi Pharma Europe Ltd, Dashwood House, 69 Old Broad Street, London EC2M 1QS, Verenigd Koninkrijk.
Fabrikant:
Penn Pharmaceutical Services Limited, Tredegar, Gwent NP22 3AA, Verenigd Koninkrijk.
Nummer(s) van de vergunning voor het in de handel brengen
Arganova, 100 mg/ml concentraat voor oplossing voor infusie is ingeschreven in het register onder RVG 31913
Dit geneesmiddel is geregistreerd in lidstaten van de EEA onder de volgende namen:
Oostenrijk | Argatra |
Denemarken | Novastan |
Frankrijk | Arganova |
Duitsland | Argatra |
IJsland | Novastan |
Italië | Novastan |
Nederland | Arganova, 100 mg/ml concentraat voor oplossing voor infusie |
Noorwegen | Novastan |
Spanje | Arganova |
Zweden | Novastan |
Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in december 2011
______________________________________________________________________________
De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
Instructies voor gebruik en verwerking
Arganova moet in natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor infusie, glucose 50 mg/ml (5%) oplossing voor infusie of natriumlactaat voor intraveneuze infusie worden verdund tot een uiteindelijke concentratie van 1 mg/ml. Als de oplossing troebel is, of als er een onoplosbaar precipitaat wordt waargenomen, dan moet de injectieflacon worden weggeworpen.
Elke injectieflacon van 2,5 ml moet 100-voudig worden verdund door de inhoud te vermengen met 250 ml verdunningsmiddel. De injectieflacon is uitsluitend bestemd voor eenmalig gebruik. Gebruik 250 mg (2,5 ml) per 250 ml verdunningsmiddel of 500 mg (5 ml) per 500 ml verdunningsmiddel. De geconstitueerde oplossing moet worden vermengd door middel van het gedurende een minuut herhaald omkeren van de zak of fles. De verdunde oplossing moet helder en zo goed als vrij van zichtbare deeltjes zijn. Bij de bereiding kan de oplossing gedurende korte tijd nevelig zijn door de vorming van microprecipitaten die bij het vermengen snel oplossen. De pH van de volgens de aanbevelingen bereide intraveneuze oplossing is 3,2-7,5.
Lichtafwerende maatregelen voor intraveneuze lijnen, zoals bescherming met folie, zijn niet noodzakelijk. Na de gesimuleerde levering van de oplossing door een intraveneuze buis is geen significante daling in de potentie waargenomen.
Al het ongebruikte product of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften.