Zoals alle geneesmiddelen kan BOTOX bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt.
Bijwerkingen die mogelijk verband kunnen houden met het verspreiden van de toxine naar plaatsen in het lichaam anders dan de plaats van toediening, zijn met botulinum toxine zeer zelden gemeld (b.v. spierzwakte, problemen bij het slikken of longontsteking door voedsel of vloeistof in de luchtwegen, die in sommige gevallen dodelijk kan zijn) (zie “Wees extra voorzichtig met BOTOX”). Het toedienen van injecties met BOTOX wordt niet aanbevolen bij patiënten met een voorgeschiedenis van dysfagie (problemen met slikken) en bij patiënten met beperkingen bij het slikken.
Zeldzame meldingen zijn gedaan van een onregelmatige hartslag en hartaanvallen, waarvan sommige zijn overleden. Een aantal van deze patiënten leden reeds aan hartvaatziekten.
Na injectie van botuline toxine A kan hartfalen niet worden uitgesloten in patiënten met hartzwakte.
Algemeen:
Over het algemeen treden bijwerkingen in de eerste dagen na toediening op en zijn van voorbijgaande aard. In zeldzame gevallen kunnen bijwerkingen enkele maanden of langer duren. Bijwerkingen treden meestal op door verspreiding van de toxine naar andere daarnaast gelegen spieren of door het toedienen van te grote hoeveelheden. In beide gevallen kan dit leiden tot een tijdelijke verzwakking van deze spieren.
Bij elke injectie is het te verwachten dat zich lokaal pijn of blauwe plekvorming kan voordoen.
De frequentie van de bijwerking is als volgt gedefinieerd:
Zeer vaak (>1/10); Vaak (>1/100, <1/10); Soms (>1/1000, <1/100); Zelden (>1/10000, <1/1000); Zeer Zelden (<1/10000); Onbekend (op basis van de bekende gegevens kan de frequentie niet worden vastgesteld).
De volgende bijwerkingen kunnen optreden:
Immuunsysteemaandoeningen
Zelden: Overgevoeligheidsreacties inclusief hevige allergische reacties (sterke daling van de bloeddruk, bleekheid, onrust, zwakke snelle pols, klamme huid, verminderd bewustzijn, veroorzaakt door een plotselinge sterke vaatverwijding ten gevolge van ernstige overgevoeligheid voor bepaalde stoffen), optreden van serumziekte, een vertraagde allergische reactie die gepaard kan gaan met koorts, gewrichtszwellingen, spierpijn of huiduitslag, huiduitslag met hevige jeuk en vorming van bultjes (urticaria), zwelling van de enkels, voeten of vingers, kortademigheid
Infecties en parasitaire aandoeningen
Zeer vaak: Virusinfectie, oorontsteking, urineweginfectie
Vaak: Ontsteking van het neusslijmvlies gekenmerkt door een verstopte neus, niezen en afscheiding (rhinitis), infectie van de bovenste luchtwegen, uitscheiding van bacteriën in de urine
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Niet bekend: Gebrek aan eetlust (anorexia)
Psychische stoornissen
Soms: Depressie, slapeloosheid
- 6 -
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak: Duizeligheid, slapeloosheid, slaperigheid, waarnemen van kriebelingen, jeuk of tintelingen zonder dat daar aanleiding voor is (paresthesie), verhoogde spierspanning (hypertonie), hoofdpijn, verminderde gevoeligheid, afwijkingen in de manier van lopen, problemen bij het lopen (gangstoornissen), mogelijk ongecontroleerde reflexreactie van uw lichaam (bv. profuus zweten, kloppende hoofdpijn of snellere hartslag) rond de tijd van de injectie (autonome dysreflexie)*, vallen.
Soms: Gezichtsverlamming, coördinatiestoornissen, geheugenverlies
Niet bekend: Problemen met de zenuwen welke zwakte, tinteling of gevoelloosheid kan veroorzaken (perifere neuropathie), spraakstoornissen (dysartrie), pijn, gevoelloosheid bij aanraking of zwakte beginnend bij de wervelkolom, bepaalde vorm van spierzwakte (myasthenia gravis), problemen met het bewegen van arm en schouder, flauwvallen
Oogaandoeningen
Zeer vaak: Afhangend ooglid (ptose)
Vaak: Oppervlakkige ontsteking van het oog, onvermogen de oogleden te sluiten (lagoftalmus), droge ogen, lichtschuw, verhoogde traanproductie (lacrimatie), vochtophoping in het gezicht
Soms: Ontsteking van het oog, naar buiten gekeerd zijn van het onderste ooglid (ectropion), dubbelzien, naar binnen gekeerd zijn van het onderste ooglid (entropion), zichtstoornissen, wazig zien
Zelden: Zwelling van het ooglid, verhoogde oogboldruk (nauwe kamerhoek glaucoom) Zeer zelden: Zweervorming van het hoornvlies
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen
Soms: Duizeligheid
Niet bekend: Gehoorverlies, oorsuizen (tinnitus).
Hartaandoeningen
Niet bekend: Stoornissen in het hartritme (aritmieën), hartinfarct
Bloedvataandoeningen
Vaak: Opvliegers
Soms: Bloeddrukdaling door bijvoorbeeld snel opstaan uit een zittende of liggende houding soms gepaard gaande met duizeligheid (orthostatische hypotensie)
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Soms: Kortademigheid (dyspnoe), stemverandering
Maagdarmstelselaandoeningen
Zeer vaak: Slikstoornis (dysfagie)
Vaak: Droge mond, misselijkheid, verstopping
Soms: Gevoelsstoornissen van de mond
Niet bekend: Braken, diarree, buikpijn
Huid- en onderhuidaandoeningen
Vaak: Huiduitslag, blauwe plekken, bloeduitstortingen, gevoelsmatig verhoogd zweten op plekken buiten de oksels, verharding op de injectieplaats, haaruitval, abnormale lichaamsgeur
Soms: Ontsteking van de huid, jeuk (pruritis)
Niet bekend: Huiduitslag met rode onregelmatige vlekken (erythema multiforme), psoriasisachtige erupties, huiduitslag met hevige jeuk en vorming van bultjes (urticaria)
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Zeer vaak: Spierzwakte
- 7 -
Vaak: Spierpijn, spierspasmen, stijfheid, pijn in armen en benen
Soms: Gewrichtspijn, slijmbeursontsteking, gewrichtsaandoening.
Nier- en urinewegaandoeningen
Zeer vaak: uw blaas niet (volledig) kunnen ledigen (urineretentie)
Vaak: Urine-incontinentie, bloed in de urine na de injectie*, pijn bij het plassen na de injectie*, uitstulping van de blaaswand (blaasdivertikel), toename van de urinelozingen (pollakisurie)
*Sommige van die vaak optredende bijwerkingen kunnen ook te wijten zijn aan de injectieprocedure.
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Zeer vaak: Pijn
Vaak: Geïrriteerdheid, vochtophoping in het gezicht, algehele lichaamszwakte, griepachtige verschijnselen, malaise, vermoeidheid, bloeding op de injectieplaats, irritatie op de injectieplaats, koorts
Soms: Moeheid, injectieplaatsovergevoeligheid, vochtophoping in de periferie van het lichaam (bijv. enkels, benen of armen), zwelling op de injectieplaats, pijn op de injectieplaats
Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker.