Butazolidin mag niet gebruikt worden:
- bij een doorgemaakte of thans aanwezige maag- of darmzweer of maag- of darmbloeding;
- als u overgevoelig bent voor pyrazolonderivaten;
- door (astmatische) patiënten, bij wie na het gebruik van acetylsalicylzuur (acetosal) of soortgelijke geneesmiddelen een astma-aanval, netelroos of plotselinge ontsteking van het neusslijmvlies zijn opgetreden;
- door kinderen onder 14 jaar;
- door patiënten ouder dan 60 jaar, die Butazolidin voor het eerst krijgen. Patiënten die al worden behandeld met Butazolidin, kunnen echter doorgaan met Butazolidin te gebruiken;
- bij een bepaalde inwendige breuk (hiatus hernia) en bij een ontsteking van het onderste slokdarmgedeelte door terugvloeiing van maagsap;
- bij bloedziekten (o.a. hemorrhagische diathese);
- bij patiënten die lijden of hebben geleden aan inflammatoire darmaandoeningen met of zonder zweren;
- bij bloedingen in de hersenen;
- als de hartwerking onvoldoende wordt of recent onvoldoende geweest is;
- bij een sterk verhoogde bloeddruk, ook als deze goed met geneesmiddelen wordt behandeld;
- bij ernstige lever- en nierfunctiestoornissen;
- als u ook nog wordt behandeld met bepaalde geneesmiddelen (orale geneesmiddelen die de stolling van bloed tegengaan, orale bloedsuikerverlagende middelen of fenytoïne);
- bij ziekten van de schildklier;
- bij een bepaalde ziekte (syndroom van Sjögren).
Neem in deze gevallen contact op met uw arts.
Waarschuwingen en voorzorgen
Gebruik tijdens zwangerschap
Indien u tijdens de behandeling met Butazolidin zwanger wordt of wil worden, moet u uw arts raadplegen over verdere therapie. Tijdens de zwangerschap mag Butazolidin alleen met toestemming van uw arts worden gebruikt.
Gebruik tijdens borstvoeding
Bij borstvoeding wordt het gebruik van Butazolidin afgeraden.
Gebruik bij ouderen.
Oudere patiënten kunnen gevoeliger zijn voor de effecten van Butazolidin dan andere volwassenen. Zij dienen de laagst mogelijke dosis te gebruiken die nog effectief is bij hun aandoening. Speciaal voor oudere patiënten is het van belang om bijwerkingen onmiddellijk aan hun arts te melden.
Gebruik bij kinderen
Butazolidin mag niet aan kinderen jonger dan 14 jaar worden gegeven. Zie ook onder "Gebruikelijke dosering".
Wees extra voorzichtig met Butazolidin
Geneesmiddelen zoals Butazolidin kunnen in verband worden gebracht met een klein verhoogd risico op een hartaanval (“hartinfarct”) of beroerte . Neem niet meer in dan de voorgeschreven dosis en gebruik het geneesmiddel niet langer dan de voorgeschreven behandeling. Het risico neemt toe naarmate de ingenomen dosis hoger is en het geneesmiddel langer gebruikt wordt .
Wanneer u hartproblemen hebt, een beroerte gehad hebt, of wanneer u denkt dat u hiervoor tot een risicogroep behoort( bijvoorbeeld wanneer u een hoge bloeddruk, diabetes, hoge cholesterolspiegel heeft of wanneer u rookt) dan moet u dit bespreken met uw arts of apotheker, voordat u dit geneesmiddel inneemt.
Vraag uw arts of u Butazolidin mag gebruiken in de volgende gevallen
- als u aan astma lijdt;
- wanneer u vroeger een hart-, lever- of nierziekte heeft gehad;
- indien u last heeft van zweren of witte plekken in de mond;
- als u lijdt aan vochtretentie (het zwellen van de voeten of de onderbenen).
Invloed op de rijvaardigheid en de bekwaamheid om machines te gebruiken
Butazolidin kan duizeligheid, slaperigheid of verminderd gezichtsvermogen veroorzaken. In dat geval mag u niet autorijden, machines bedienen of andere dingen doen die zorgvuldige aandacht vereisen. Neem in dat geval contact op met uw arts.
Wisselwerkingen met andere (genees)middelen
Met andere geneesmiddelen: Voordat u een ander geneesmiddel (inclusief oog- of neusdruppels) gaat gebruiken naast Butazolidin moet u met uw arts of apotheker overleggen, aangezien Butazolidin de werking van vele andere geneesmiddelen kan beïnvloeden en omgekeerd. Het kan zijn dat de dosis aangepast moet worden, of dat u soms
het gebruik van een geneesmiddel moet staken. Dit geldt zowel voor geneesmiddelen die op recept verkrijgbaar zijn, als voor geneesmiddelen zonder recept, in het bijzonder voor:
- lithium, digitoxine en methotrexaat;
- middelen tegen suikerziekte (behalve insuline)(zie ook onder "Wanneer mag u Butazolidin niet gebruiken?");
- bepaalde geneesmiddelen om de bloedstolling tegen te gaan (zie ook onder "Wanneer mag u Butazolidin niet gebruiken?");
- corticosteroïden (bepaalde geneesmiddelen die onder meer worden gebruikt als de bijnierschors niet goed werkt);
- fenytoïne (middel tegen epilepsie);
- antibiotica (penicillinen en cefalosporinen);
- sulfonamides;
- antihistaminica (middelen bij allergische aandoeningen);
- barbituraten (een bepaald soort slaapmiddelen);
- griseofulvine (middel bij bepaalde schimmelinfecties);
- orale contraceptiva (de "pil");
- misoprostol (middel tegen maag- of darmzweren);
- andere NSAID's, zoals acetylsalicylzuur of ibuprofen;
- bloeddrukverlagende middelen.
Met voedings- en genotmiddelen: Als u vaak alcohol gebruikt, vertel dit dan aan uw arts of apotheker. Alcohol kan het effect en de bijwerkingen van Butazolidin versterken. Gedurende de behandeling met Butazolidin mag u niet regelmatig alcohol drinken, tenzij door de arts anders wordt voorgeschreven.
Verdere voorzorgsmaatregelen
In verband met het risico op ernstige bijwerkingen in het bijzonder bij oudere patiënten, dient Butazolidin zo kort mogelijk te worden gebruikt.
Bij de minste symptomen van koorts, keelpijn, zweren in de mond, maagklachten, zwarte ontlasting (deze kan duiden op bloedverlies in maag of darm) of andere bloedingen, zwelling van de schildklier, huidafwijkingen of bij het vasthouden van vocht (oedeem) moet u direct uw arts waarschuwen.
Het bloedbeeld moet regelmatig worden gecontroleerd.