Gebruik Cilest NIET als u
-
allergisch (overgevoelig) bent voor de werkzame bestanddelen of voor één van de andere bestanddelen van Cilest. Welke dit zijn, vindt u onder ‘Aanvullende informatie’;
-
bloedstolsels (veneuze trombose) in de kuit en/of longen of elders heeft of heeft gehad;
- als u aan een al dan niet erfelijke aandoening lijdt waardoor u een verhoogd risico loopt op de vorming van bloedstolsels;
- een aandoening heeft gehad van de (slagaderlijke) bloedvaten, zoals bijvoorbeeld een hartaanval of een beroerte (hersenen) of een voorbode hiervan;
-
suikerziekte heeft en uw bloedvaten zijn aangedaan;
-
borstkanker of baarmoederkanker heeft of heeft gehad of als het vermoeden bestaat dat u een van deze ziekten heeft;
- een ernstige leveraandoening heeft of heeft gehad;
-
zwanger bent of het denkt te zijn;
-
ongewone bloedingen uit de vagina heeft waarvan de oorzaak niet bekend is.
Wees extra voorzichtig met Cilest in de volgende gevallen
- Voordat u met Cilest begint
Voordat u begint met de inname van de pil moet u grondig door uw arts zijn onderzocht (algemeen en gynaecologisch, inclusief de borsten) en moet zeker zijn dat u niet zwanger bent. Bij langdurig gebruik van de pil is het noodzakelijk dat er geregeld een medisch onderzoek plaatsvindt. Hoe vaak dit moet en welke onderzoeken moeten plaatsvinden, hangt af van uw persoonlijke situatie. Overleg hierover met uw arts.
De pil en trombose
Bij het gebruik van combinatiepillen, zoals Cilest, bestaat een toegenomen kans op het optreden van een veneuze trombose (bloedprop in een bloedvat) of longembolie (bloedprop in een bloedvat van de long). Dit risico is het hoogst gedurende het allereerste jaar dat een combinatiepil wordt gebruikt. Het risico is echter lager dan de kans op deze gebeurtenissen tijdens de zwangerschap. Het risico tijdens een zwangerschap wordt geschat op 60 gevallen per 100.000 zwangerschappen. Het risico buiten de zwangerschap bedraagt bij vrouwen die geen anticonceptiepil gebruiken 5-10 per 100.000 ‘vrouwjaren’ (het slikken van de pil door één vrouw gedurende één jaar). Het risico bij pilgebruik ligt hier dus tussenin. In 1-2% van de gevallen wanneer een veneuze trombose of longembolie optreedt, heeft dit een dodelijke afloop.
Het risico op trombose in de ader neemt bij pilgebruik toe met de leeftijd en kan in de volgende situaties verhoogd zijn:
- naarmate u ouder wordt;
- als in uw directe familie trombose voorkomt;
- als u een operatie moet ondergaan, bedlegerig bent of tijdelijk niet mag lopen. In deze situaties dient u te stoppen met de pil en andere voorbehoedmiddelen te gebruiken;
- bij overgewicht;
- bij spataderen.
N.B. Als bij een direct familielid voor de eerste keer trombose optreedt terwijl u de pil al gebruikt, neem dan contact op met uw arts.
In zeldzame gevallen kan trombose ook op andere plaatsen in het lichaam voorkomen, bijvoorbeeld in de kransslagaderen van het hart (hartinfarct) of in de bloedvaten van de hersenen (beroerte). Het risico hierop is groter als u door meerdere oorzaken (ziekten, familie, leeftijd, roken) een verhoogd risico op trombose heeft.
Het risico op trombose in de slagader neemt tijdens pilgebruik toe met de leeftijd van de vrouw én als gevolg van roken. Het risico wordt nog meer verhoogd als u veel rookt en als u ouder bent dan 35 jaar. Daarom wordt vrouwen die ouder zijn dan 35 jaar en een pil gebruiken sterk ontraden om te roken. Andere risicofactoren zijn ernstig overgewicht, verhoogde bloeddruk, bepaalde hartafwijkingen, stoornissen van de vetstofwisseling en het voorkomen van trombose in een slagader bij een direct familielid.
- De pil en bepaalde ziekten
Als u aan een ziekte lijdt of onder doktersbehandeling staat, kunt u in veel gevallen toch de pil gebruiken. In bepaalde gevallen is extra medische controle noodzakelijk en zullen bijvoorbeeld bloedtests worden uitgevoerd om uw conditie te controleren. Is een van de volgende aandoeningen of kenmerken op u van toepassing, zorg dan dat uw arts daarvan op de hoogte is:
- u heeft suikerziekte;
- u rookt;
- het vetgehalte (cholesterol) in het bloed is te hoog;
- uw bloeddruk wordt tijdens gebruik van Cilest te hoog;
- iemand in uw familie heeft een ziekte gehad die wordt veroorzaakt door bloedstolsels (bijvoorbeeld een hartaanval of een beroerte);
- u heeft spataderen;
- u heeft een aderontsteking (flebitis) (gehad);
- u heeft otosclerose (een vorm van gehoorverlies); u heeft chloasma (gehad); dat is een vlekkige verkleuring van de huid doordat het lichaam te veel pigment aanmaakt;
- u had tijdens een zwangerschap last van blaasjes op de huid (herpes gestationes);
- u heeft galstenen (gehad);
- u heeft porfyrie (een stofwisselingsstoornis);
- u heeft spiertrekkingen of moeilijkheden met uw spiercontrole, bekend als chorea van Sydenham;
- u heeft bepaalde nierproblemen, bekend als het hemolytisch uremisch syndroom;
- u bent te zwaar;
- u heeft of had knobbels in de borst én u heeft iemand in de familie die borstkanker heeft gehad;
- u bent depressief of ernstig depressief (geweest);
- u heeft lupus erythematodes (een aandoening van het afweersysteem waarbij het gehele lichaam betrokken kan zijn, ook wel SLE genoemd);
- u heeft een ernstige darmziekte (ziekte van Crohn of colitis ulcerosa);
- u heeft een ernstige leveraandoening, een levertumor of een andere zelden voorkomende vorm van geelzucht (syndroom van Dubin-Johnson, Rotor-syndroom);
- u heeft migraine.
In zeldzame gevallen heeft het gebruik van de pil geleid tot leveraandoeningen zoals geelzucht. In zeer zeldzame gevallen zijn er tijdens pilgebruik levertumoren gemeld. Levertumoren kunnen leiden tot levensbedreigende inwendige bloedingen. Het is van belang dat u uw arts raadpleegt als u ongewone klachten in de bovenbuik krijgt die niet snel vanzelf overgaan.
Let op
De pil beschermt u tegen zwangerschap, maar niet tegen aids en andere seksueel overdraagbare aandoeningen.
Wanneer moet u stoppen met het gebruik van de pil?
U moet om medische redenen stoppen met het gebruik van de pil en direct uw arts raadplegen als u plotseling een van de volgende verschijnselen krijgt:
- pijn in een van uw benen of een ongewoon gezwollen arm of been;
- stekende pijn in uw borstkas of plotselinge kortademigheid;
- scherpe pijn of een beklemmend gevoel op de borst;
- een plotselinge, onverklaarbare hoestbui;
- migraine-aanvallen terwijl u die u niet eerder heeft gehad, of die ernstiger zijn dan voorheen;
- ongebruikelijk zware hoofdpijn of vaker dan normaal last van zware hoofdpijn;
- plotselinge veranderingen in uw gezichtsvermogen, gehoor of spraak;
- duizeligheid of bewusteloosheid;
- gevoelloosheid in een lichaamsdeel;
- moeilijk bewegen;
- ernstige pijn bovenin uw buik of een abnormaal opgezette buik.
Deze verschijnselen kunnen namelijk wijzen op trombose.
Ook bij de volgende verschijnselen moet u stoppen met de pil en uw arts raadplegen:
- als u weet dat u in de komende 6 weken een grote operatie zult ondergaan of als u bedrust moet houden na een ongeluk of een operatie, of als u een tijdje niet mobiel bent, bijvoorbeeld omdat uw been in het gips zit;
- als u een knobbeltje in uw borst voelt;
- als uw huid geel kleurt (geelzucht) of als uw hele lichaam begint te jeuken, met name als u hier eerder last van heeft gehad tijdens zwangerschap of pilgebruik;
- als uw bloeddruk aanmerkelijk verhoogd is;
- als u ernstig depressief wordt;
- als u zwanger bent of het denkt te zijn.
Let op: als u met de pil stopt vanwege opgetreden trombose moet u wel andere maatregelen nemen om zwangerschap te voorkomen (bijvoorbeeld condooms gebruiken). Het risico op trombose tijdens zwangerschap is namelijk enkele malen hoger dan tijdens pilgebruik.
Gebruik met andere geneesmiddelen
Vertel uw arts of apotheker als u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen.
Bij gelijktijdig gebruik van onderstaande middelen kan de betrouwbaarheid van de pil verminderen:
- geneesmiddelen die rifampicine bevatten (dit wordt gebruikt tegen tuberculose);
- bepaalde geneesmiddelen tegen epilepsie (primidon, carbamazepine, oxcarbazepine, fenytoïne, fenobarbital, topiramaat, felbamaat);
- bepaalde geneesmiddelen tegen hiv en aids, die ritonavir bevatten;
- geneesmiddelen die griseofulvine bevatten (dit wordt gebruikt tegen schimmelinfecties);
- geneesmiddelen die bosentan bevatten (gebruikt tegen hoge bloeddruk in de bloedvaten in de longen of zweertjes aan de vingers);
- bepaalde antibiotica (dit zijn geneesmiddelen tegen infecties die veroorzaakt zijn door bacteriën).
- Gebruik in de periode dat u deze middelen gebruikt en 7 dagen erna, naast Cilest, ook een ander voorbehoedmiddel. Als u bent behandeld met rifampicine moet u zelfs tot een maand na het stoppen met rifampicine, naast Cilest, ook nog een aanvullend voorbehoedmiddel gebruiken;
- bepaalde middelen op kruidenbasis waaronder sint-janskruid. Gelijktijdig gebruik van middelen op basis van sint-janskruid kan leiden tot een verminderde werking van de pil. U moet daarom sint-janskruid niet gelijktijdig met de pil gebruiken. Gelijktijdig gebruik kan leiden tot doorbraakbloedingen en onbedoelde zwangerschappen. De betrouwbaarheid van de pil kan nog tenminste twee weken na het gebruik van sint-janskruid verminderd zijn. Gebruik in die periode een aanvullend voorbehoedmiddel.
Raadpleeg bij twijfel altijd uw arts of apotheker.
Zwangerschap en borstvoeding
Als u zwanger bent, mag u Cilest niet gebruiken. Als u toch zwanger wordt, bijvoorbeeld doordat u Cilest onregelmatig heeft ingenomen, moet u direct stoppen met het gebruik en uw arts raadplegen.
De pil kan invloed hebben op de hoeveelheid moedermelk en de samenstelling ervan. Ook kunnen er zeer geringe hoeveelheden hormonen uit de pil in de moedermelk terechtkomen. Dit heeft waarschijnlijk geen nadelige invloed op het kind.
Probeer helemaal te stoppen met borstvoeding voordat u weer met Cilest begint. Overleg hierover met uw arts.
Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Er zijn geen aanwijzingen dat Cilest uw reactievermogen beïnvloedt.
Belangrijke informatie over enkele bestanddelen van Cilest
Een Cilest-tablet bevat lactose. Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel inneemt.