Welke stoffen zitten er in dit middel?
- De werkzame stof in dit middel is humane normale immunoglobuline (IVIg). 1 ml bevat 100 mg humane normale immunoglobuline waarvan ten minste 97% bestaat uit IgG. Elke injectieflacon van 50 ml bevat: 5 g humane normale immunoglobuline Elke injectieflacon van 100 ml bevat: 10 g humane normale immunoglobuline Elke injectieflacon van 200 ml bevat: 20 g humane normale immunoglobuline De distributie van de IgG-subklassen is ongeveer 66,6% IgG1, 27,9% IgG2, 3,0% IgG3 en 2,5% IgG4. Het bevat spoorhoeveelheden van IgA (minder dan 100 microgram/ml).
- De andere stoffen in dit middel zijn sorbitol en water voor injecties (zie rubriek 2 voor meer informatie over de bestanddelen).
Hoe ziet Flebogamma DIF eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Flebogamma DIF is een oplossing voor infusie. Het is een heldere of licht opalescente, en kleurloze of bleekgele oplossing.
Flebogamma DIF wordt geleverd in injectieflacons van 5 g/50 ml, 10 g/100 ml en 20 g/200 ml. Verpakkingsgrootte: 1 injectieflacon.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Instituto Grifols, S.A.
Can Guasc, 2 - Parets del Vallès 08150 Barcelona - Spanje
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien | Lietuva |
Instituto Grifols, S.A. | Instituto Grifols, S.A. |
Tél/Tel: +34 93 571 01 00 | Tel: +34 93 571 01 00 |
България | Luxembourg/Luxemburg |
Instituto Grifols, S.A. | Instituto Grifols, S.A. |
Teл.: +34 93 571 01 00 | Tél/Tel: +34 93 571 01 00 |
Česká republika | Magyarország |
Grifols S.R.O. | Instituto Grifols, S.A. |
Tel: +4202 2223 1415 | Tel: +34 93 571 01 00 |
Danmark | Malta |
Instituto Grifols, S.A. | Instituto Grifols, S.A. |
Tlf: +34 93 571 01 00 | Tel: +34 93 571 01 00 |
| 59 |
Deutschland | Nederland |
Grifols Deutschland GmbH | Instituto Grifols, S.A. |
Tel: +49 69 660 593 100 | Tel: +34 93 571 01 00 |
Eesti | Norge |
Instituto Grifols, S.A. | Instituto Grifols, S.A. |
Tel: +34 93 571 01 00 | Tlf: +34 93 571 01 00 |
Ελλάδα | Österreich |
Instituto Grifols, S.A. | Instituto Grifols, S.A. |
Τηλ: +34 93 571 01 00 | Tel: +34 93 571 01 00 |
España | Polska |
Instituto Grifols, S.A. | Grifols Polska Sp. z o. o. |
Tel: +34 93 571 01 00 | Tel: +48 22 504 06 41 |
France | Portugal |
Grifols France, SARL | Grifols Portugal, Lda. |
Tél: +33 442 54 44 00 | Tel: +351 219 255 200 |
Hrvatska | România |
Instituto Grifols, S.A. | Instituto Grifols, S.A. |
Tel: +34 93 571 01 00 | Tel: +34 93 571 01 00 |
Ireland | Slovenija |
Instituto Grifols, S.A. | Instituto Grifols, S.A. |
Tel: +34 93 571 01 00 | Tel: +34 93 571 01 00 |
Ísland | Slovenská republika |
Instituto Grifols, S.A. | Grifols International, S.A. |
Sími: +34 93 571 01 00 | Tel: +421 2 44 63 82 01 |
Italia | Suomi/Finland |
Grifols Italia S.p.A. | Instituto Grifols, S.A. |
Tel: +39 050 8755 113 | Puh/Tel: +34 93 571 01 00 |
Κύπρος | Sverige |
Instituto Grifols, S.A. | Grifols Nordic AB |
Τηλ: +34 93 571 01 00 | Tel: +46 8 441 89 50 |
Latvija | United Kingdom |
Instituto Grifols, S.A. | Grifols UK Ltd. |
Tel: +34 93 571 01 00 | Tel: +44 01 223 395 700 |
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in 08/2012
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu)
De volgende informatie is alleen bestemd voor medisch personeel (zie rubriek 3 voor verdere informatie):
Dosering en wijze van toediening
De dosis en het doseringsschema hangen af van de indicatie.
Bij vervangingstherapie dient de dosering mogelijk voor elke patiënt individueel te worden aangepast, afhankelijk van de farmacokinetische en klinische reactie. De volgende doseringsschema’s worden gegeven als richtlijn:
De aanbevolen doses worden vermeld in onderstaande tabel:
Indicatie | | Dosis | Frequentie van injecties |
Vervangingstherapie bij primaire | - begindosis: | |
immunodeficiëntie | 0,4 | – 0,8 g/kg LG | |
| - vervolgens: | om de 3 - 4 weken om een IgG- |
| 0,2 | – 0,8 g/kg LG | dalconcentratie te bereiken van ten |
| | | minste 5 - 6 g/l |
Vervangingstherapie bij secondaire | 0,2 | – 0,4 g/kg LG | om de 3 - 4 weken om een IgG- |
immunodeficiëntie | | | dalconcentratie te bereiken van ten |
| | | minste 5 - 6 g/l |
Aangeboren aids | 0,2 | – 0,4 g/kg LG | om de 3 - 4 weken |
Hypogammaglobulinemie (< 4 g/l) bij | 0,2 | – 0,4 g/kg LG | om de 3 - 4 weken om een IgG- |
patiënten na allogene hematopoëtische | | | dalconcentratie te bereiken van |
stamceltransplantatie | | | meer dan 5 g/l |
Immunomodulatie: | | | |
Primaire immune trombocytopenie | 0,8 – 1 g/kg LG | op dag 1, eventueel eenmaal binnen |
| | of | 3 dagen herhaald |
| 0,4 g/kg LG/dag | 2 - 5 dagen lang |
Syndroom van Guillain-Barré | 0,4 g/kg LG/dag | 5 dagen lang |
Ziekte van Kawasaki | 1,6 – 2 g/kg LG | in doses verdeeld over 2 - 5 dagen, |
| | of | samen met acetylsalicylzuur |
| | 2 g/kg LG | in één dosis, samen met |
| | | acetylsalicylzuur |
Flebogamma DIF moet intraveneus worden geïnfundeerd met een aanvangssnelheid van
0,01 ml/kg LG/min, gedurende 30 minuten. Als deze dosering goed wordt verdragen, kan de snelheid worden opgevoerd tot 0,02 ml/kg LG/min gedurende een tweede tijdsbestek van 30 minuten. Als deze dosering weer goed wordt verdragen, kan de snelheid weer worden opgevoerd tot 0,04 ml/kg LG/min gedurende een derde tijdsbestek van 30 minuten. Als de patiënt de infusie goed verdraagt, kan de toedieningssnelheid elke 30 minuten met 0,02 ml/kg LG/min worden opgevoerd tot een maximum van 0,08 ml/kg LG/min.
Er is gemeld dat de frequentie van bijwerkingen door IVIg met de infusiesnelheid toeneemt. Tijdens de eerste infusies moet de infusiesnelheid laag zijn. Als er zich geen bijwerkingen voordoen, kan de infusiesnelheid voor volgende infusies langzaam worden opgevoerd tot de maximale snelheid. Bij patiënten die bijwerkingen ervaren, is het raadzaam om de infusiesnelheid bij volgende infusies te verlagen en de maximale snelheid te beperken tot 0,04 ml/kg LG/min of om IVIg met een concentratie van 5% toe te dienen.
Pediatrische patiënten
Aangezien de dosering voor elke indicatie naar lichaamsgewicht wordt gegeven en op geleide van de klinische uitkomst van de bovengenoemde aandoeningen wordt aangepast, wordt de dosering voor kinderen niet als verschillend van die voor volwassenen beschouwd.
Gevallen van onverenigbaarheid
Flebogamma DIF mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen of intraveneuze vloeistoffen. Het dient toegediend via een afzonderlijke intraveneuze lijn.
Bijzondere voorzorgsmaatregelen
Sorbitol
Elke ml van dit geneesmiddel bevat 50 mg sorbitol. Patiënten met zeldzame erfelijke problemen van fructose-intolerantie mogen dit geneesmiddel niet gebruiken.
Aangezien bij baby’s en jonge kinderen (0-2 jaar) erfelijke fructose-intolerantie mogelijk nog niet is vastgesteld en mogelijk fataal kan zijn, mogen zij dit geneesmiddel niet toegediend krijgen.
Bij personen met EFI die ouder zijn dan 2 jaar, ontwikkelt zich een spontane afkeer voor fructosebevattend voedsel. Dit kan gepaard gaan met het optreden van symptomen (braken, maagdarmstoornissen, apathie, groeivertraging v.w.b. lengte en gewicht). Daarom moet van iedere patiënt een gedetailleerde anamnese worden afgenomen m.b.t. EFI voordat Flebogamma DIF wordt toegediend.
I n geval van een onbedoelde toediening en het vermoeden van een fructose-intolerantie moet de infusie onmiddellijk worden gestopt, moet de normale glykemie worden hersteld en moet de orgaanfunctie worden gestabiliseerd door middel van intensieve zorg.
Interferenties met de bepaling van de bloedglucosegehalten zijn niet te verwachten.
Het verdient sterke aanbeveling om telkens wanneer een patiënt Flebogamma DIF krijgt toegediend, de naam en het partijnummer van het product te registreren, zodat de patiënt en de productpartij met elkaar in verband kunnen worden gebracht.
Instructies voor behandeling en verwijderen
Het product moet vóór gebruik op kamertemperatuur (niet hoger dan 30 ºC) worden gebracht.
De oplossing moet helder en licht opalescent zijn. Flebogamma DIF niet gebruiken wanneer de oplossing troebel ziet of bezinksel bevat.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften.