Gliadel 7,7 mg, implantaat

Illustratie van Gliadel 7,7 mg, implantaat
Stof(fen) Carmustine
Toelating Nederland
Producent MGI
Verdovend Nee
ATC-Code L01AD01
Farmacologische groep Alkylerende middelen

Vergunninghouder

MGI

Geneesmiddelen met dezelfde werkzame stof

Medicijn Stof(fen) Vergunninghouder
Carmustine Obvius 100 mg poeder en oplosmiddel voor concentraat voor oplossing voor Carmustine Obvius Investment B.V.

Brochure

Waarvoor wordt dit middel gebruikt?

Een GLIADEL-implantaat kan rechtstreeks het antikanker geneesmiddel carmustine afgeven op de plek van de hersentumor nadat de tumor is verwijderd middels chirurgie. Carmustine behoort tot een groep kankerbestrijdende stoffen die de groei van bepaalde tumorcellen in de hersenen remmen.

GLIADEL-implantaten kunnen worden gebruikt in combinatie met bestraling voor de behandeling van hersentumoren.

Het is aangetoond dat de GLIADEL-implantaten de overlevingskans van patiënten met een hersentumor verlengen.

Advertentie

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Gebruik GLIADEL niet

  • als u allergisch (overgevoelig) bent voor carmustine of voor polifeprosan 20.

Gebruik met andere geneesmiddelen

Vertel uw arts als u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruik. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen.

Zwangerschap en borstvoeding

Vraag uw arts om advies voordat u een geneesmiddel inneemt.

Gliadel implantaten zijn niet onderzocht bij zwangere vrouwen. Er bestaat bewijs dat het actief bestanddeel, carmustine, de ontwikkeling van de foetus negatief beinvloedt. Gliadel implantaten mogen niet worden gebruikt als u zwanger bent of borstvoeding geeft.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines

Het besturen van voertuigen of gebruik van machines na de behandeling wordt niet aanbevolen. Raadpleeg uw arts of u kunt rijden of gereedschap of machines kunt bedienen.

Gliadel, Decemberr 2011

Advertentie

Hoe gebruikt u dit middel?

Het gebruik van GLIADEL-implantaten is uitsluitend voorbehouden aan volwassenen.

De chirurg of apotheker zorgt ervoor dat het product beschikbaar is tijdens de operatie. Na verwijdering van de hersentumor plaatst de chirurg maximaal acht implantaten in de ruimte waar de tumor heeft gezeten. Uw chirurg bepaalt hoeveel implantaten er geplaatst worden in de door de operatie gecreërde holte. De implantaten worden zodanig geplaatst dat ze gecreërde holte zo goed mogelijk bedekken. Na de operatie lossen de implantaten geleidelijk op binnen een tijdsspanne van twee tot drie weken en wordt er carmustine afgegeven op de omliggende cellen.

Als u nog vragen heeft over het gebruik van dit geneesmiddel, vraag dan uw arts.

Advertentie

Mogelijke bijwerkingen?

Zoals alle geneesmiddelen kan GLIADEL bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt.

Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt dieniet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts.

De meeste algemene bijwerkingen die zijn waargenomen tijdens onderzoeken bij nieuw gediagnosticeerd maligne glioom (hersentumor) (120 patiënten) of recurrent maligne glioom (110 patiënten) worden hieronder weergegeven.

De volgende vier categorieën van bijwerkingen houden mogelijk verband met het gebruik van GLIADEL-implantaten:

  1. Epileptische aanvallen kwamen zeer vaak voor. Het was van gemiddelde tot matige intensiteit merendeel en trad op binnen 5 dagen na de operatie.
  2. Zwelling van de hersenen kwam zeer vaak voor. Zwelling van de hersenen betekent dat u een nieuwe operatie moet ondergaan om de implantaten of de restanten hiervan te verwijderen.
  3. Problemen met de genezing van de operatiewond, al dan niet ernstig, kwamen zeer vaak voor.
  4. Infecties in het hoofd(infecties binnen de schedel) zoals meningitis of abces (lokale ettervorming) kwamen vaak voor.

De volgende bijwerkingen werden gezien bij de patiënten tijdens de onderzoeken. Deze waren vergelijkbaar met de bijwerkingen die worden aangetroffen bij patiënten die een hersentumoroperatie hebben ondergaan zonder plaatsing van GLIADEL-implantaten.

De bijwerkingen worden vervolgd op de volgende pagina.

Gliadel, December 2011 2
  • Voedings- en stofwisselingsstoornissen Afwijkende (langzame) genezing van de operatiewond
  • Zenuwstelselaandoeningen

Zwakheid, met name van een kant van het lichaam; convulsie (spasmen); verwardheid; zwelling van de hersenen; depressie; sufheid; spraakstoornis

  • Bloedvataandoeningen Vasculaire ontsteking
  • Maagdarmstelselaandoeningen Misselijkheid; braken; constipatie
  • Huid- en onderhuidaandoeningen Huiduitslag; haaruitval
  • Nier- en urinewegaandoeningen Urineweginfectie.
  • Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen Verergeringsreactie; infectie; hoofdpijn; gevoel van zwakte; koorts; pijn

Vaak voorkomende bijwerkingen (bij meer dan 1 van de 100, maar minder dan 1 van de 10 patiënten)

- Bloed- en lymfestelselaandoeningen

Daling van het aantal rode bloedlichaampjes, hetgeen een bleke huid, vermoeidheid en benauwdheid kan veroorzaken; daling van het aantal bloedplaatjes, hetgeen kan leiden tot een verhoogd risico van bloediningen; toename van het aantal witte bloedlichaampjes.

- Endocriene aandoeningen (hormonale problemen)

Diabetes mellitus (abnormaal hoge concentratie van suiker in het bloed)

- Voedings- en stofwisselingsstoornissen

Perifeer oedeem (teveel vocht in armen of benen); laag natriumgehalte in het bloed, hetgeen vermoeidheid en verwardheid, spierkramp, spasmen en coma kan veroorzaken; laag kaliumgehalte in het bloed, hetgeen spierzwakte, kramp of hartritmestoornissen kan veroorzaken.

- Zenuwstelselaandoeningen

Amnesie (geheugenverlies); verhoogde bloeddruk in de schedel als gevolg van een overmaat aan vocht; persoonlijkheidsstoornis; angstigheid, aangezichtsverlamming; coördinatiestoornis; ongevoeligheid; abnormaal branderig of prikkend gevoel; abnormaal denken; abnormale gang; duizeligheid; epilepsieaanvallen (spasmen); hallucinaties; slapeloosheid; tremor; meningitis (ontsteking in het hoofd); abces (ettervorming); bewustzijnsverlies.

- Oogaandoeningen

Troebel of abnormaal gezichtsvermogen; zwelling oogleden; oogpijn

- Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen

Gliadel, December 2011 3

Longontsteking of pneumonie, hetgeen benauwdheid, hoesten en verhoging van de temperatuur kan veroorzaken

- Maagdarmstelselaandoeningen

Schimmel infectie van de mond; diarree; constipatie; faecale incontinentie (ongecontroleerde darmbewegingen); problemen met slikken; maag- of darmbloedingen.

  • Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen Algemene infectie
  • Nier- en urinewegaandoeningen

Urine-incontinentie

- Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen

Buik pijn, rugpijn en pijn op de borst; zwelling van het gezicht; abces (plaatselijke ettervorming), onverhoopte verwonding; allergische reactie; pijn in de hals en infectie van het bloedvatenstelsel.

5 HOE BEWAART U DE GLIADEL-IMPLANTATEN

Houd de GLIADEL-implantaten buiten het bereik en het zicht van kinderen.

Bewaren in de vriezer bij beneden -20°C.

Ongeopende buitenste sachets kunnen bij een temperatuur van niet meer dan 22°C maximaal zes uur bewaard worden.

Het product mag slechts één keer opnieuw worden ingevroren mits de sachets niet geopend zijn en maximaal 6 uur bij een temperatuur van niet meer dan 22°C bewaard zijn geweest. Na het opnieuw invriezen moet het product binnen 30 dagen worden gebruikt.

Gebruik Gliadel niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op de buitenverpakking en/of het sachet. De vervaldatum verwijst naar de laatste dag van die maand. Uw chirurg of ziekenhuisapotheker controleert de uiterste gebruiksdatum voor gebruik van de implantaten.

Advertentie

Anvullende Informatie

  • Elk implantaat bevat 7,7 mg van het werkzame bestanddeel carmustine.
  • De implantaten bevatten tevens de hulpstof (niet-werkzaam bestanddeel) polifeprosan 20

Hoe ziet GLIADEL eruit en wat is de inhoud van de verpakking

De GLIADEL-implantaten zijn verkrijgbaar in doosjes van acht implantaten. Dit zijn gebroken wit tot licht gele, platte schijfvormige implantaten. Elk implantaat is individueel verpakt in een sachet bedekt met aluminiumfolie.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant

Vergunninghouder Fabrikant 1 (importeur)
MGI PHARMA LIMITED IDIS Limited
European Knowledge Centre, Mosquito Way, Unit 3 Canada Road, Byfleet, West Byfleet,
Hatfield, Hertfordshire AL10 9SN, Surrey, KT14 7JX, United Kingdom
Verenigd Koninkrijk Tel: +44 (0) 1932 824026
Tel: +44 (0) 208 600 1400 Fax: +44 (0) 1932 824226
Fax: +44 (0) 208 600 1401  
Email: eumedinfo@eisai.net  
Gliadel, December 2011 4

Fabrikant 2 (importeur)

ALMAC PHARMA SERVICES LIMITED

20 Seagoe Industrial Estate

Craigavon, BT63 5QD, United Kingdom

Tel: +44 (0)28 3836 3363

Fax: +44 (0)28 3836 3300

RVG 24056

Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in december 2011.

<----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:

Gliadel, December 2011 5

INFORMATIE VOOR BEROEPSBEOEFENAREN IN DE GEZONDHEIDSZORG

Gliadel, December 2011 6

Het GLIADEL implantaat is naast chirurgie en bestraling geïndiceerd bij patiënten die recent gediagnosticeerd zijn met een high grade maligne glioom. Het Gliadel implantaat is naast chirurgie geïndiceerd bij patiënten met recidiverend, histologisch bewezen glioblastoma multiforme bij wie chirurgische resectie geïndiceerd is.

Uitsluitend voor intralesionaal gebruik in volwassenen.

Elk GLIADEL-implantaat bevat 7,7 mg carmustine, wat overeenkomt met een dosering van 61,6 mg wanneer er acht implantaten in de tumorresectieholte geplaatst worden.

Het verdient aanbeveling maximaal acht implantaten te plaatsen indien de grootte en vorm van de resectieholte dit toelaten. In tweeën gebroken implantaten mogen gebruikt worden, maar implantaten die in meer dan twee stukken gebroken zijn moeten in een speciale container voor biologisch afval weggegooid worden (zie rubriek 6.6).

Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel carmustine of een van de hulpstoffen van GLIADEL

Patiënten bij wie vanwege een glioblastoom een craniotomie met GLIADEL-implantatie wordt uitgevoerd, dienen zorgvuldig bewaakt te worden gezien de bekende complicaties van een craniotomie waaronder convulsies, intracraniale infecties, afwijkende wondgenezing en hersenoedeem (zie rubriek 4.8 “Bijwerkingen”). Bij patiënten die met GLIADEL behandeld zijn, zijn gevallen beschreven van intracerebraal massa-effect dat niet reageerde op corticosteroïden; in één geval leidde dit tot cerebrale herniatie. Bij met GLIADEL-implantaten behandelde patiënten die vervolgens steroïden ontvangen, is waakzaamheid geboden op het ontstaan van hersenoedeem/intracraniale hypertensie (zie rubriek 4.8). Lekkage van liquor cerebrospinalis kwam frequenter voor bij met GLIADEL-implantaten behandelde patiënten. Aandacht dient te worden geschonken aan een waterdichte afsluiting van de dura en aan de lokale wondverzorging (zie rubriek 4.8).

Gliadel, December 2011 7

Ontwikkeling van een hersenoedeem met massa-effect (vanwege een recidief van de tumor, intracraniale infectie of necrose) kan een heroperatie, en in sommige gevallen, verwijdering van het GLIADEL-implantaat of restanten ervan noodzakelijk maken.

Een verbinding tussen de operatieve resectieholte en het ventriculaire systeem dient te worden vermeden om te voorkomen dat de implantaten naar het ventriculaire systeem migreren en mogelijk een obstructieve hydrocefalus veroorzaken. Als er een verbinding bestaat die groter is dan de diameter van het implantaat, dient deze vóór implantatie van het GLIADEL-implantaat gesloten te worden.

Computertomografie en MRI kunnen na plaatsing van GLIADEL-implantaten verdichting van hersenweefsel rondom de resectieholte te zien geven. Deze verdichting kan wijzen op oedeem of ontsteking veroorzaakt door de GLIADEL-implantaten of op progressie van de tumor.

Interacties van het GLIADEL-implantaat met andere geneesmiddelen of met chemotherapie zijn niet formeel geëvalueerd.

Zwangerschap:

Er bestaan geen onderzoeken naar het GLIADEL-implantaat bij zwangere vrouwen of naar de reproductieve toxiciteit van het GLIADEL-implantaat. Wanneer carmustine, het actieve bestanddeel van het GLIADEL-implantaat, systemisch wordt toegediend, kan dit genotoxische effecten hebben en de ontwikkeling van de foetus negatief beïnvloeden. Het GLIADEL-implantaat mag daarom niet worden gebruikt tijdens de zwangerschap. Als toch geïndiceerd gebruik van het GLIADEL-implantaat tijdens zwangerschap wordt overwogen, dan dient de patiënte te worden geïnformeerd over het potentiële risico voor de foetus. Vrouwen die zwanger kunnen worden, dient te worden geadviseerd om zwangerschap tijdens behandeling met het GLIADEL-implantaat te vermijden. In het geval dat patiënten tijdens behandeling met GLIADEL zwanger worden, is genetisch advies aan te bevelen.

Borstvoeding:

Het is niet bekend of de bestanddelen van het GLIADEL-implantaat worden uitgescheiden in moedermelk. Aangezien sommige geneesmiddelen worden uitgescheiden in moedermelk, en vanwege het mogelijke risico op ernstige bijwerkingen van carmustine bij zuigelingen die borstvoeding ontvangen, is het geven van borstvoeding gecontraïndiceerd.

Er is geen effect op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen geconstateerd. Autorijden na behandeling wordt echter afgeraden.

Het spectrum aan ongewenste bijwerkingen bij patiënten die recent gediagnosticeerd zijn met high- grade maligne gliomen en recidiverende maligne gliomen, kwam in het algemeen overeen met dat van patiënten bij wie vanwege een maligne glioom een craniotomie werd uitgevoerd.

Zeer vaak (> 1/10), vaak (>1/100, <1/10) en soms (>1/1.000, <1/100) optredende bijwerking bij patiënten die tijdens de klinische onderzoeken een GLIADEL-implantaat hebben gekregen, staan hieronder weergegeven.

Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst.

Gliadel, December 2011 8

Primaire chirurgie

De volgende gegevens vertegenwoordigen de meest frequente bijwerkingen die zijn geobserveerd gedurende de trial in 5% of meer van de 120 recent gediagnosticeerde patiënten met een maligne glioom na implantatie van GLIADEL.

Orgaantype   Bijwerkingen
Endocriene aandoeningen vaak Diabetes mellitus
Voedings- en stofwisselingsstoornissen zeer vaak Afwijkende wondgenezing
vaak Perifeer oedeem
  zeer vaak Hemiplegie, convulsie, verwardheid,
    hersenoedeem, afasie, depressie,
    slaperigheid, spraakstoornis
  vaak Amnesie, intracraniale hypertensie,
Zenuwstelselaandoeningen   persoonlijkheidsstoornis, angstigheid,
  aangezichtsverlamming, neuropathie, ataxie,
    hypoësthesie, paraësthesie, abnormaal
    denken, abnormale gang, duizeligheid, grand
    mal-convulsies, hallucinaties, slapeloosheid,
    tremor
Oogaandoeningen vaak Conjunctivaal oedeem, abnormaal
  gezichtsvermogen, gezichtsvelddefect
Hartaandoeningen en zeer vaak Diepe tromboflebitis
Bloedvataandoeningen vaak Longembolie, bloeding
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en vaak Pneumonie
mediastinumaandoeningen    
Maagdarmstelselaandoeningen zeer vaak Misselijkheid, braken, constipatie
vaak Diarree
Huid- en onderhuidaandoeningen zeer vaak Huiduitslag, haaruitval
Nier- en urinewegaandoeningen vaak Urineweginfectie, urine-incontinentie
  zeer vaak Verergeringsreactie, hoofdpijn, asthenie,
Algemene aandoeningen en   infectie, koorts, pijn
vaak Abdominale pijn, rugpijn, gelaatsoedeem,
toedieningsplaatsstoornissen
  pijn op de borst, abces, onverhoopte
    verwonding

Intracraniale hypertensie kwam vaker voor bij patiënten die met het GLIADEL-implantaat behandeld waren dan bij placebopatiënten (9,2% vs. 1,7%). Dit trad meestal in een laat stadium op, ten tijde van het recidief van de tumor, en had waarschijnlijk niets te maken met gebruik van het GLIADEL- implantaat (zie rubriek 4.4).

Lekkage van liquor cerebrospinalis kwam frequenter voor bij met GLIADEL-implantaten behandelde patiënten dan bij placebopatiënten. Intracraniale infecties en andere stoornissen in de wondgenezing kwamen echter niet vaker voor (zie rubriek 4.4).

Chirurgie voor recidiverende tumoren

De volgende postoperatieve bijwerkingen werden waargenomen in 4% of meer van de 110 patiënten in een gecontroleerde klinische trial, die een GLIADEL-implantaat ontvingen tijdens een chirurgische interventie bij recidief van de tumor. Afgezien van effecten op het zenuwstelsel, waar de placebo- wafeltjes mogelijk verantwoordelijk kunnen zijn geweest, worden allen voorvallen in de lijst vermeld die in de GLIADEL-implantaatgroep vaker voorkwamen. Deze bijwerkingen waren preoperatief niet aanwezig of verergerde postoperatief tijdens de follow-up periode. De follow-up periode bedroeg 71 maanden.

Gliadel, December 2011 9
Orgaantype   Bijwerkingen
Bloed- en lymfestelselaandoeningen vaak Anemie
Voedings- en stofwisselingsstoornissen zeer vaak Afwijkende wondgenezing
vaak Hyponatriëmie
  zeer vaak Convulsie, hemiplegie, hoofdpijn,
Zenuwstelselaandoeningen   slaperigheid, verwardheid
vaak Afasie, stupor, hersenoedeem, intracraniale
    hypertensie, meningitis of abces
Hartaandoeningen en vaak Diepe tromboflebitis, longembolie
Bloedvataandoeningen    
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en vaak Pneumonie
mediastinumaandoeningen    
Maagdarmstelselaandoeningen vaak Misselijkheid, misselijkheid en braken, orale
  moniliasis
Huid- en onderhuidaandoeningen vaak Huiduitslag
Nier- en urinewegaandoeningen zeer vaak Urineweginfectie
Algemene aandoeningen en zeer vaak Koorts
toedieningsplaatsstoornissen vaak Infectie, pijn

De volgende bijwerkingen, die niet in bovenstaande tabel zijn opgenomen, werden waargenomen in minder dan 4% maar in minstens 1% van de patiënten die een GLIADEL-implantaat ontvingen in alle trials. Deze bijwerkingen waren preoperatief niet aanwezig of verergerde postoperatief . Of het GLIADEL-implantaat de oorzaak van de voorvallen is geweest kan niet worden vastgesteld.

Orgaantype     Bijwerkingen
Bloed- en lymfestelselaandoeningen vaak   Trombocytopenie, leukocytose
Voedings- en stofwisselingsstoornissen vaak   Hyponatriëmie, hyperglykemie, hypokaliëmie
  vaak   Hydrocefalus, depressie, abnormaal denken,
      ataxie, duizeligheid, slapeloosheid,
Zenuwstelselaandoeningen     hemiplegie, coma, amnesie, diplopie,
      paranoïde reactie
  soms   Cerebrale bloeding, cerebraal infarct
Oogaandoeningen vaak   Gezichtsdefect, oogpijn
Hartaandoeningen en vaak   Hypertensie, hypotensie
Bloedvataandoeningen      
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en vaak   Infectie, aspiratiepneumonie
mediastinumaandoeningen      
Maagdarmstelselaandoeningen vaak   Diarree, constipatie, dysfagie, gastro-
    intestinale bloeding, fecale incontinentie
Huid- en onderhuidaandoeningen vaak   Huiduitslag
Skeletspierstelsel- en vaak   Infectie
bindweefselaandoeningen      
Nier- en urinewegaandoeningen vaak   Urine-incontinentie
Algemene aandoeningen en vaak   Perifeer oedeem, nekpijn, onverhoopte
    verwonding, rugpijn, allergische reactie,
toedieningsplaatsstoornissen    
    asthenie, pijn op de borst, sepsis
Gliadel, December 2011   10  

De volgende vier categorieën bijwerking houden mogelijk verband met de behandeling met een GLIADEL-implantaat.

Convulsies:

Bij primaire chirurgie bedroeg bij de GLIADEL-implantaatgroep de incidentie van convulsies binnen 5 dagen na implantatie van de wafeltjes 2,5%.

In de trial waarin gekeken werd naar de incidentie van postoperatieve convulsies bij chirurgische interventie na recidief van de tumor, bedroeg deze 19% in patiënten die een GLIADEL-implantaat ontvangen hadden. 12/22 (54%) van de patiënten behandeld met een GLIADEL-implantaat maakten een eerste nieuwe of een ernstigere convulsie door binnen vijf dagen postoperatief. Het mediane interval tot aanvang van de eerste nieuwe of ernstigere convulsie bedroeg 3,5 dagen in met een GLIADEL-implantaat behandelde patiënten.

Hersenoedeem:

Ontwikkeling van een hersenoedeem met massa-effect (vanwege recidief van de tumor, intracraniale infectie of necrose) kan een heroperatie, en in sommige gevallen, verwijdering van het GLIADEL- implantaat of restanten ervan noodzakelijk maken (zie rubriek 4.4).

Afwijkende wondgenezing:

De volgende stoornissen van de wondgenezing zijn gemeld in klinische trials met GLIADEL- implantaten: wonddehiscentie, vertraagde wondgenezing, subdurale vochtophoping, subgaleale effusie of wondeffusie en lekkage van liquor cerebrospinalis.

In de primaire chirurgie-trial kwam lekkage van liquor cerebrospinalis voor bij 5% van de patiënten die GLIADEL-implantaten ontvingen. Tijdens de ingreep dient een waterdichte afsluiting van de dura verkregen te worden om het risico op liquor-lekkage tot een minimum te beperken (zie rubriek 4.4).

Intracraniale infectie:

In de primaire chirurgie-trial bedroeg de incidentie van hersenabcessen of meningitis in met een GLIADEL-implantaat behandelde patiënten 5%.

In de recidiverende setting bedroeg de incidentie van hersenabcessen of meningitis in met een GLIADEL-implantaat behandelde patiënten 4%.

In een gepubliceerde klinische studie trad cystevorming op bij 10% van de patiënten die behandeld waren met een Gliadel implantaat. Cystevorming is echter mogelijk na resectie van een maligne glioom.

Farmacotherapeutische categorie: antineoplastische middelen, ATC-code: LO1ADOI

Preklinische gegevens

Gliadel, December 2011 11

Het GLIADEL-implantaat geeft carmustine rechtstreeks af aan de operatieholte die bij tumorresectie ontstaat. Bij blootstelling aan het waterige milieu van de holte vindt hydrolyse van de anhydridebindingen in het copolymeer plaats, waardoor carmustine, carboxyfenoxypropaan en sebacinezuur vrijkomen. De carmustine die uit het GLIADEL-implantaat vrijkomt, diffundeert naar het omringende hersenweefsel en veroorzaakt een antineoplastisch effect door alkylering van DNA en RNA.

Carmustine wordt spontaan zowel afgebroken als gemetaboliseerd. Het alkylerende bestanddeel dat op deze wijze gevormd wordt, en waarvan verondersteld wordt dat het het chloorethylkoolstofion is, leidt tot vorming van irreversibele kruisverbindingen in het DNA.

De oncolytische activiteit van het GLIADEL-implantaat is afhankelijk van de afgifte van carmustine in de tumorholte in concentraties die voldoende zijn voor een effectieve cytotoxiciteit.

Meer dan 70 % van het copolymeer wordt binnen drie weken afgebroken. De metabole dispositie en uitscheiding van de monomeren verschilt. Carboxyfenoxypropaan wordt voornamelijk geëlimineerd via de nieren; sebacinezuur, een endogeen vetzuur, wordt gemetaboliseerd door de lever en bij dieren als CO2 uitgeademd.

Klinische gegevens

Primaire chirurgie

In een gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde klinische studies met 240 volwassenen die recent gediagnosticeerd waren met high-grade maligne glioom, die een craniotomie ondergingen voor tumorresectie, nam de mediane overleving toe van 11,6 maanden tot 13,9 maanden na behandeling met GLIADEL-implantaat (p-waarde 0,079, niet-gestratificeerde log-rank test) in de originele onderzoeksfase. Het meest voorkomende tumortype was glioblastoma multiforme (GBM) (n=207), gevolgd door anaplastisch oligoastrocytoom (n=11), anaplastisch oligodendroglioom (n=11) en anaplastisch astrocytoom (n=2). De hazard-ratio voor het GLIADEL-implantaat bedroeg 0,77 (95% BI: 0,57 – 1,03). In de lange termijn-follow-up fase werden patiënten die bij het voltooien van de originele fase nog in leven waren, minimaal drie jaar of tot aan het overlijden gevolgd. De mediane overleving nam toe van 11,6 maanden met placebo tot 13,9 maanden met GLIADEL-implantaat (p- waarde <0,05, log-rank test). De hazard-ratio voor de GLIADEL-implantaatbehandeling bedroeg 0,73 (95% BI: 0,56-0,95).

Chirurgie voor recidiverende tumoren

In een gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde klinische studies met 145 volwassenen met recidiverend glioblastoom (GBM) verlengde het GLIADEL-implantaat de overlevingsduur van deze patiënten. Bij 95 % van de met GLIADEL-implantaat behandelde patiënten werden 7 of 8 implantaten geplaatst.

Het overlevingspercentage na zes maanden bedroeg 36 % (26/73) voor de placebogroep versus 56 % (40/72) voor de met GLIADEL-implantaat behandelde groep. De mediane overlevingsduur van GBM- patiënten bedroeg 20 weken bij placebo versus 28 weken bij het GLIADEL-implantaat.

De absorptie, de distributie, het metabolisme en de uitscheiding van het copolymeer bij de mens zijn onbekend. Er is niet vastgesteld welke carmustineconcentraties er door GLIADEL worden afgegeven aan menselijk hersenweefsel. Plasmaspiegels van carmustine na implantatie van GLIADEL kunnen niet worden bepaald. In konijnen waarbij implantaten met 3,85% carmustine werden geplaatst, werd geen carmustine gedetecteerd in het bloed of de liquor cerebrospinalis.

Na intraveneuze infusie van carmustine in doses van 30 mg/m2 tot 170 mg/m2 bedroegen de gemiddelde terminale halfwaardetijd, de klaring en het steady-state distributievolume respectievelijk 22 minuten, 56 mL/min/kg, en 3,25 L/kg. Ongeveer 60% van een intraveneuze dosis van 200 mg/m2

Gliadel, December 2011 12

14C-carmustine wordt over een periode van 96 uur in de urine uitgescheiden en 6% wordt uitgeademd als CO2.

GLIADEL-implantaten zijn biologisch afbreekbaar in de menselijke hersenen wanneer deze na tumorresectie in de holte geplaatst worden. De snelheid van de biologische afbraak varieert per patiënt. Tijdens het biologische afbraakproces kunnen resten van het implantaat op hersenscans of bij heroperatie worden aangetroffen, ook al heeft er al uitgebreide afbraak van alle componenten plaatsgevonden.

Er is geen onderzoek gedaan naar de carcinogeniciteit, mutageniteit, embryo-foetale toxiciteit, pre- en postnatale toxiciteit en de aantasting van de vruchtbaarheid door het GLIADEL-implantaat.

Wanneer carmustine, het actieve bestanddeel van het GLIADEL-implantaat, systemisch wordt toegediend, heeft dit embryotoxische, genotoxische en carcinogene effecten en kan het in verschillende diermodellen testiculaire degeneratie veroorzaken.

polifeprosan 20

Niet van toepassing

4 jaar

Bewaren in de vriezer beneden -20°C.

Ongeopende buitenste sachets kunnen bij een temperatuur van niet meer dan 22 °C maximaal zes uur bewaard worden.

Het product mag slechts één keer opnieuw ingevroren worden mits de sachets niet geopend zijn en maximaal 6 uur bij een temperatuur van niet meer dan 22 °C bewaard zijn geweest. Na het opnieuw invriezen moet het product binnen 30 dagen gebruikt worden.

De implantaten moeten door het personeel met operatiehandschoenen gehanteerd worden omdat blootstelling aan carmustine ernstige verbranding en hyperpigmentatie van de huid kan veroorzaken. Gebruik van dubbele handschoenen wordt aanbevolen, waarbij het buitenste paar na gebruik in een speciale container voor gevaarlijk biologisch afval moet worden afgevoerd. Voor plaatsing van de implantaten dient een chirurgisch instrument gebruikt te worden dat uitsluitend bestemd is voor de

Gliadel, December 2011 13

manipulatie van de implantaten. Als opnieuw neurochirurgisch ingrijpen geïndiceerd blijkt te zijn, dient elk implantaat of restant ervan te worden behandeld als een potentieel cytotoxisch stof.

GLIADEL-implantaten dienen voorzichtig gehanteerd worden. De sachets met GLIADEL-implantaten moeten ongeopend naar de operatiekamer gebracht worden en ongeopend blijven totdat de implantaten in de resectieholte geplaatst kunnen worden. Alleen het buitenoppervlak van het buitenste sachet is niet steriel. In elk geval dienen implantaten die gevallen zijn, altijd op de juiste wijze te worden weggegooid

Afbeelding 1: Open het buitenste sachet door

de omgevouwen hoek langzaam naar buiten te trekken.

Afbeelding 2: Trek niet met een omlaaggaande beweging, waarbij de knokkels over het sachet rollen. Dit kan druk op het implantaat uitoefenen waardoor het kan breken.

Afbeelding 3: Verwijder het binnenste sachet door dit met een pincet beet te pakken en omhoog te trekken.

Afbeelding 4: Open het binnenste sachet door dit voorzichtig vast te houden en het sachet in een boogvorm om het implantaat heen open te knippen.

Gliadel, December 2011 14

Afbeelding 5: Pak, om het implantaat te verwijderen, het voorzichtig met een pincet beet en plaats

het direct in de resectieholte.

In elk geval dient een implantaat dat gevallen is, altijd op de juiste wijze te worden weggegooid.

Wanneer de tumor gereseceerd is, de tumorpathologie bevestigd is en hemostase verkregen is, kunnen maximaal acht implantaten geplaatst worden om zoveel mogelijk van de resectieholte te bedekken. De implantaten mogen elkaar enigszins overlappen.

In tweeën gebroken implantaten mogen gebruikt worden, maar implantaten die in meer dan twee stukken gebroken zijn moeten in een speciale container voor gevaarlijk biologisch afval weggegooid worden.

Geoxideerde, geregenereerde cellulose kan over de implantaten gelegd worden om deze tegen het oppervlak van de holte vast te zetten. Na plaatsing van de implantaten moet de resectieholte geïrrigeerd worden en de dura mater waterdicht gesloten worden.

Alle ongebruikte producten en afval dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale verordeningen voor biologisch afval.

MGI PHARMA LIMITED

European Knowledge Centre

Mosquito Way

Hatfield

Hertfordshire

AL10 9SN

Verenigd Koninkrijk

RVG 24056

09.08.1999 / 10.12.2008

10 DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST

Gliadel, December 2011 15

Advertentie

Stof(fen) Carmustine
Toelating Nederland
Producent MGI
Verdovend Nee
ATC-Code L01AD01
Farmacologische groep Alkylerende middelen

Delen

Advertentie

Uw persoonlijke medicijn-assistent

afgis-Qualitätslogo mit Ablauf Jahr/Monat: Mit einem Klick auf das Logo öffnet sich ein neues Bildschirmfenster mit Informationen über medikamio GmbH & Co KG und sein/ihr Internet-Angebot: medikamio.com/ This website is certified by Health On the Net Foundation. Click to verify.
Medicijnen

Zoek hier onze uitgebreide database van medicijnen van A-Z, met effecten en ingrediënten.

Stoffen

Alle werkzame stoffen met hun toepassing, chemische samenstelling en medicijnen waarin ze zijn opgenomen.

Ziekten

Oorzaken, symptomen en behandelingsmogelijkheden voor veel voorkomende ziekten en verwondingen.

De getoonde inhoud komt niet in de plaats van de oorspronkelijke bijsluiter van het geneesmiddel, met name wat betreft de dosering en de werking van de afzonderlijke producten. Wij kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor de juistheid van de gegevens, aangezien deze gedeeltelijk automatisch zijn omgezet. Voor diagnoses en andere gezondheidskwesties moet altijd een arts worden geraadpleegd. Meer informatie over dit onderwerp vindt u hier.