Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
- U bent meer dan 3 maanden zwanger. (Imprida HCT wordt ook niet aanbevolen vroeg tijdens de zwangerschap – zie Zwangerschap rubriek).
- U bent allergisch voor amlodipine, valsartan, hydrochloorthiazide, voor van sulfonamide afgeleide geneesmiddelen (geneesmiddelen voor de behandeling van luchtweg- of urineweginfecties), of voor een van de andere stoffen die in dit geneesmiddel zitten (deze stoffen kunt u vinden onder punt 6, “Welke stoffen zitten er in dit middel?”). Als u denkt dat u allergisch bent, neem Imprida HCT niet in en raadpleeg uw arts.
- U heeft leverproblemen, beschadiging van de kleine galkanalen in de lever (biliaire cirrose) wat aanleiding geeft tot opstapeling van gal in de lever (cholestase).
- U heeft ernstige nierproblemen of u bent dialysepatiënt.
- U kunt niet plassen (anurie).
- Het kalium- of natriumgehalte in uw bloed is te laag ondanks behandeling.
- Het calciumgehalte in uw bloed is te hoog ondanks behandeling.
- U heeft jicht (urinezuurkristallen in de gewrichten).
Als één van de bovenvermelde waarschuwingen op u van toepassing is, neem Imprida HCT dan niet in en raadpleeg uw arts.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
- als u een laag kalium- of magnesiumgehalte in uw bloed heeft (met of zonder symptomen zoals spierslapte, spierspasmen, abnormaal hartritme).
- als u een laag natriumgehalte heeft in uw bloed (met of zonder symptomen zoals vermoeidheid, verwardheid, spiertrekkingen en krampen).
- als u een hoog calciumgehalte in uw bloed heeft (met of zonder symptomen zoals misselijkheid, braken, verstopping (constipatie), maagpijn, veelvuldig urineren, dorst, spierzwakte en trekkingen).
- als u geneesmiddelen of andere stoffen gebruikt die de hoeveelheid kalium in uw bloed
verhogen, waaronder kaliumsupplementen, kaliumbevattende zoutvervang s, kaliumsparende geneesmiddelen en heparine. Het kan nodig zijn om regelmatig de ho v lheid kalium in uw bloed te controleren.
- als u nierproblemen heeft, een nieuwe nier heeft gekregen, of als emand u verteld heeft dat u lijdt aan een vernauwing van de nierslagader.
- als u leverproblemen heeft.
- als u hartfalen of een aandoening aan de kransslagaders van het hart heeft of heeft gehad,geregistreerd
| vooral als u de maximum dosis Imprida HCT inn | mt (10 mg/320 mg/25 mg). |
| als uw arts u verteld heeft dat u een vernauwing h | ft van uw hartkleppen (“aorta- of |
| mitralisklepstenose”) of dat de dikte van uw hartspier abnormaal is (“obstructieve |
| hypertrofische cardiomyopathie” genoemd)langer. |
- als u lijdt aan hyperaldosteronisme. Dit is een ziekte waarbij de bijnieren te veel van het hormoon aldosteron produceren. Als d t bij u het geval is, dan wordt het gebruik van Imprida HCT afgeraden.
- als u lijdt aan een ziekte die syst mische lupus erythematosus heet (ook wel “lupus” of “SLE” genoemd).
- als u diabetes (hoog suikergehalte in uw bloed) heeft.
- als u hoge waarden van cholesterol of vetten in uw bloed heeft.
- als u huidreacties zoals uitslag krijgt nadat u in de zon bent geweest.
- als u een allergische reactie heeft gehad bij het gebruik van andere bloeddrukverlagende middelen of diuretica (een soort geneesmiddel dat ook “plaspillen” wordt genoemd), vooral als u lijdt aan allergieën of astma.
- als u ziek bent geweest (overgeven of diarree).
- als u duizelig wordt of zich flauw voelt tijdens uw behandeling met Imprida HCT, neem zo snel mogelijk contact op met uw arts.
- als u een vermindering van uw gezichtsvermogen of oogpijn ervaart. Dit kunnen symptomen zijn van een verhoging van uw oogdruk en kan voorkomen binnen uren tot een week na inname van Imprida HCT. Dit kan tot blijvende vermindering van het gezichtsvermogen leiden, indien niet behandeld. niet
Als één van deze waarschuwingen op u van toepassing is, raadpleeg dan uw arts.
Vertel het aan uw arts als u denkt dat u zwanger bent (of zou kunnen worden). Imprida HCT wordt niet aanbevolen vroeg tijdens de zwangerschap en moet niet ingenomen worden als u meer dan
3 maanden zwanger bent omdat het ernstige schade kan veroorzaken bij uw baby als u het in die periode gebruikt (zie rubriek “Zwangerschap en borstvoeding”).
Het gebruik van Imprida HCT bij kinderen en adolescenten onder 18 jaar wordt afgeraden.
Imprida HCT en ouderen (65 jaar en ouder)
Imprida HCT kan gebruikt worden door personen van 65 jaar en ouder in dezelfde dosering als voor andere volwassenen en op dezelfde wijze als ze reeds de drie geneesmiddelen amlodipine, valsartan en hydrochloorthiazide hebben genomen. Oudere patiënten, vooral bij inname van de hoogste dosis van Imprida HCT (10 mg/320 mg/25 mg) moeten hun bloeddruk regelmatig laten controleren.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Imprida HCT nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Dat geldt ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig heeft. Het is mogelijk dat uw arts de dosis moet veranderen of andere voorzorgsmaatregelen moet nemen. In sommige gevallen kan het zijn dat u moet stoppen met het innemen van één van de geneesmiddelen. Dit is vooral belangrijk als u één van de hieronder vermelde geneesmiddelen gebruikt:
Niet innemen met:
• lithium (een geneesmiddel dat gebruikt wordt om sommige typen depressie te behandelen);
geneesmiddelen en heparine. Voorzichtigheid is vereist met:
• geneesmiddelen of andere stoffen die het kaliumgehaltegeregistreerdin uw bloed verhogen, waaronder kaliumsupplementen of zoutvervangingsmiddelen die kalium bevatten, kaliumsparende
- alcohol, slaappillen en anesthetica (geneesmiddelen die ervoor zorgen dat patiënten geopereerd kunnen worden en andere procedures kunnen ondergaan);
- amantadine (anti-Parkinsontherapie, ook gebruikt voor de b handeling of de preventie van bepaalde aandoeningen veroorzaakt door virussen);
- anticholinergica (geneesmiddelen die gebruikt word n voor de behandeling van diverse aandoeningen zoals maag-darmkrampen, blaasspasmen, astma, reisziekte, spierspasmen, de
ziekte van Parkinson en als aanvulling op nesthesie);
- anticonvulsiemiddelen en geneesmiddelen de stemming te stabiliseren die gebruikt worden voor de behandeling van epilepsie en b polaire stoornis (bv. carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne, fosfenytoïne, primidon);
- cholestyramine, colestipol of and re harsen (stoffen die voornamelijk gebruikt worden voor de behandeling van een hoog vetg halte in het bloed);
- simvastatine (een geneesm el dat gebruikt wordt om hoge cholesterolspiegels te behandelen);
- ciclosporine (een genees iddel dat wordt gebruikt bij transplantatie om te voorkomen dat het orgaan afgestoten wordt of bij andere aandoeningen, bv. reumatoïde artritis of atopische dermatitis);
- cytotoxische ge smiddelen (gebruikt voor de behandeling van kanker), zoals methotrexaat of cyclofosfamid ;
- digoxine of andere digitalisglycosiden (geneesmiddelen gebruikt om hartaandoeningen te behandelen);
- verapamil, diltiazem (geneesmiddel voor de behandeling van het hart);
- jodiumhoudende contraststoffen (middelen gebruikt bij onderzoeken met beeldvorming);
- geneesmiddelen voor de behandeling van diabetes (orale middelen zoals metformine of insulines);
- geneesmiddelen voor de behandeling van jicht, zoals allopurinol;
- geneesmiddelen die het bloedsuikergehalte kunnen verhogen (bètablokkers, diazoxide);
- geneesmiddelen die “torsades de pointes” (onregelmatige hartslag) kunnen veroorzaken zoals antiaritmica (geneesmiddelen gebruikt om hartproblemen te behandelen) en sommige antipsychotica;
- geneesmiddelen die het natriumgehalte in uw bloed kunnen verminderen, zoals antidepressiva, antipsychotica, anti-epileptica;
- geneesmiddelen die het kaliumgehalte in uw bloed kunnen verminderen, zoals diuretica (plaspillen), corticosteroïden, laxeermiddelen, amfotericine of penicilline G;
- geneesmiddelen om de bloeddruk te verhogen zoals adrenaline of noradrenaline;
- geneesmiddelen gebruikt voor HIV/AIDS (bv. ritonavir, indinavir, nelfinavir);langer
- geneesmiddelen gebruikt voor de behandeling van schimmelinfecties (bv. ketoconazol, itraconazol);
- geneesmiddelen die gebruikt worden bij zweren en ontstekingen van de slokdarm (carbenoxolon);
- geneesmiddelen die gebruikt worden om pijn of ontsteking te verlichten, met name niet- steroïdale ontstekingsremmers (NSAID’s), inclusief selectieve cyclo-oxygenase-2-remmers (Cox-2-remmers);
- spierrelaxantia (geneesmiddelen die gebruikt worden tijdens operaties om de spieren te ontspannen);
- nitroglycerine en andere nitraten, of andere stoffen die “vasodilatoren” (vaatverwijders) worden genoemd;
- andere geneesmiddelen voor de behandeling van hoge bloeddruk, inclusief methyldopa;
- rifampicine (gebruikt onder andere voor de behandeling van tuberculose);
- Sint-Janskruid;
- dantroleen (een infuus voor ernstige abnormaliteiten van de lichaamstemperatuur);
- vitamine D en calciumzouten.
Drink geen alcohol tot u met uw arts heeft overlegd. Alcohol kan een te grote ve laging uw bloeddruk veroorzaken en/of het risico dat u duizelig wordt of zich flauw voelt vergroten.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
U kunt Imprida HCT innemen met of zonder voedsel. Personen die Imprida HCT innemen mogen geen pompelmoes/grapefruit en pompelmoessap/grapefruitsap eten of drinken. Pompelmoes/grapefruit en pompelmoessap/grapefruitsap kunn n in het bloed een verhoging geven
van de werkzame stof amlodipine, wat een onvoorspelbare toename van het bloeddrukverlagend effect |
| geregistreerd |
van Imprida HCT kan geven. | langer |
Zwangerschap en borstvoeding |
Zwangerschap |
Vertel het aan uw arts als u denkt dat u zwang r bent (of zou kunnen worden). Uw arts zal u |
zwangerschap afgeraden, en het mag niet worden gebruikt wanneer u langer dan 3 maanden zwanger bent, omdat het bij gebruik na de derde maand van de zwangerschap ernstig letsel bij uw baby kan veroorzaken.
normaalgesproken adviseren te stoppen metniethet gebruik van Imprida HCT voordat u zwanger wordt, of zodra u weet datGeneesmiddelu zwanger bent, en zal u adviseren om een ander geneesmiddel te nemen in plaats van Imprida HCT. Het gebruik van Imprida HCT wordt tijdens de eerste maanden van de
Borstvoeding
Vertel het aan uw arts als u borstvoeding geeft of wilt starten met het geven van borstvoeding. Het gebruik van Imprida HCT wordt afgeraden bij vrouwen die borstvoeding geven, en uw arts kan een andere behandeling voor u kiezen als u borstvoeding wilt geven, met name als uw baby pasgeboren is, of te vroeg werd geboren.
Wilt u zwanger worden, bent u zwanger of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u geneesmiddelen gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Zoals veel andere geneesmiddelen die gebruikt worden ter behandeling van hoge bloeddruk, kan dit geneesmiddel u een duizelig gevoel geven. Rijd niet of gebruik geen gereedschap of machines als u dit symptoom ervaart.