Gebruik Lisinopril/Hydrochloorthiazide CF niet
- als u allergisch (overgevoelig) bent voor lisinopril, andere ACE-remmers of voor één van de andere bestanddelen van Lisinopril/Hydrochloorthiazide CF (zie rubriek 6. “Aanvullende informatie” aan het einde van deze bijsluiter).
- als u allergisch (overgevoelig) bent voor hydrochloorthiazide of andere sulfonamiden (middelen die chemisch gerelateerd zijn aan hydrochloorthiazide).
- als u in het verleden last heeft gehad van plotselinge vochtophoping in de huid en slijmvliezen (bijv in het gezicht, mond, tong of keel) gepaard gaande met ademhalingsmoeilijkheden en/of jeuk en huiduitslag, vaak als een allergische reactie (angioneurotisch oedeem) in relatie met een ACE- remmer.
- als iemand van uw bloedverwanten last heeft gehad van angioneurotisch oedeem (gevoeligheid hiervoor kan in de familie voorkomen) of als u angioneurotisch oedeem in andere omstandigheden of vanwege andere oorzaken heeft gehad.
- als u een ernstige nieraandoening heeft (creatineklaring < 30 ml/min).
- als u een ernstige leveraandoening heeft.
- tijdens de laatste 6 maanden van de zwangerschap, zie ook “Zwangerschap en borstvoeding”.
- als u borstvoeding geeft (zie de rubriek “Zwangerschap en borstvoeding” hieronder).
Wees extra voorzichtig met Lisinopril/Hydrochloorthiazide CF
Informeer uw arts als u één of meer van de volgende beelden heeft of heeft gehad:
- als u risico loopt op een te sterke bloeddrukdaling omdat u te weinig zout of lichaamsvocht heeft, bijvoorbeeld als u met plasmiddelen behandeld wordt, nierspoelingen (dialyse) krijgt, een zoutarm dieet volgt of als gevolg van braken of diarree.
- als u een ernstige vorm van hoge bloeddruk heeft, die veroorzaakt wordt door een nieraandoening (renine-afhankelijke hypertensie).
- als de hartkleppen van de linker hartkamer vernauwd zijn of als de uitstroom van de linkerkamer door andere oorzaken wordt geblokkeerd.
- als u lijdt aan hartfalen.
- als u last heeft van een hartziekte waarbij de bloedstroom in de hartvaten is verstoord (ischemische hartziekte).
- als u last heeft van verstoringen in de bloedstroom in de hersenen (cerebrovasculaire aandoening).
- als de werking van uw nieren matig verstoord is.
- als u een vernauwing van een of beide nierslagaders heeft.
- als u onlangs een niertransplantatie heeft ondergaan.
- als uw lever niet goed werkt of als u een leveraandoening heeft.
- wanneer de hoeveelheid leverenzymen stijgt of als u geelzucht ontwikkelt tijdens de behandeling met Lisinopril/Hydrochloorthiazide CF.
- wanneer het aantal bloedcellen verandert tijdens de behandeling met Lisinopril/Hydrochloorthiazide CF: o als het aantal witte bloedcellen vermindert (leukopenie). o als het aantal rode bloedcellen vermindert (bloedarmoede, anemie). o als het aantal bloedplaatjes in het bloed vermindert (thrombocytopenie). o of als het aantal van een bepaald soort witte bloedcellen sterk afneemt, waarbij u vatbaarder wordt voor infecties en er ernstige algemene klachten ontstaan (agranulocytose).
- als u last heeft van een bindweefselziekte die de bloedvaten aantast (collagenose).
- wanneer u behandeld wordt met middelen die de afweer onderdrukken.
- wanneer u tegelijkertijd allopurinol (een middel tegen jicht), procaïnamide (een middel tegen hartritmestoornissen) of lithium (een middel tegen bepaalde vormen van neerslachtigheid (depressie)) gebruikt. Het gebruik van Lisinopril/Hydrochloorthiazide CF met lithium wordt niet aangeraden.
- indien u last krijgt van allergische reacties of plotselinge vochtophoping in de huid en slijmvliezen (bijv. in gezicht, armen en/of benen, lippen, tong, keel, strottenhoofd), ademhalingsmoeilijkheden en/of jeuk en huiduitslag (angioneurotisch oedeem) tijdens de behandeling met Lisinopril/Hydrochloorthiazide CF.
- wanneer u een operatie moet ondergaan en onder algehele narcose moet worden gebracht of een ruggenprik krijgt. Informeer uw arts, tandarts of ziekenhuispersoneel.
- wanneer uw bloed kunstmatig gespoeld wordt (dialyse) met bepaalde dialysemembranen (high- flux membranen), u een bloedscheidingsbehandeling ondergaat vanwege sterk verhoogde bloedvetten (aferese) of als u een allergieverminderende kuur (desensibilisatiekuur) ondergaat vanwege een allergie (bijvoorbeeld voor bijen- of wespensteken). Uw arts kan overwegen om uw behandeling tijdelijk te staken om een mogelijke allergische reactie te voorkomen.
- als u suikerziekte (diabetes) heeft.
- als u last heeft van jicht.
- als u last krijgt van een hardnekkige, droge hoest.
- als u risico loopt op toename van de hoeveelheid kalium in het lichaam, bijvoorbeeld als u
- kaliumbevattende zoutvervangers, kaliumsparende plasmiddelen of kaliumsupplementen gebruikt.
- andere geneesmiddelen gebruikt die de hoeveelheid kalium in het bloed kunnen verhogen.
wanneer de bloeddrukverlaging onvoldoende krachtig is, samenhangend met de etnische groep waartoe u behoort (dit geldt vooral voor personen met een donkere huid).
Raadpleeg uw arts indien één van de bovenstaande waarschuwingen voor u van toepassing is, of dat in het verleden is geweest.
Tijdens het gebruik van Lisinopril/Hydrochloorthiazide CF
Indien u één van de volgende klachten ontwikkelt, waarschuw dan onmiddellijk uw arts:
- U krijgt last van duizeligheid na de eerste dosering. In een enkel geval kan een eerste dosis of een dosisverhoging leiden tot een duizelig, zwak, flauw en misselijk gevoel.
- Klachten zoals een droge mond, dorst, zwakte, slaapzucht (lethargie), spierpijn of spierkrampen, hartkloppingen, duizeligheid, misselijkheid, braken en verminderde urineproductie kunnen wijzen op een verstoorde vocht- of elektrolytenbalans.
- Plotselinge vochtophoping in de huid en slijmvliezen (bijv. in gezicht, armen en/of benen, lippen, tong, keel, strottenhoofd), ademhalingsmoeilijkheden en/of jeuk en huiduitslag. Dit wordt angioneurotisch oedeem genoemd. Dit kan op enig moment tijdens de behandeling optreden. ACE-remmers zorgen ervoor dat het vaker optreedt bij patiënten met een donkere huid dan bij patiënten met een niet-donkere huid.
- Hoge temperatuur, zere keel of mondzweren (dit kunnen symptomen zijn van een infectie die wordt veroorzaakt door een afname van het aantal witte bloedcellen).
- Gele verkleuring van huid of ogen (geelzucht, icterus), die kunnen duiden op een leveraandoening. Stop in deze gevallen met het gebruik van Lisinopril/HCT en neem onmiddellijk contact op met uw arts. Uw arts zal de noodzakelijke maatregelen nemen.
In het begin van de behandeling en tijdens het aanpassen van de dosering kan het nodig zijn om vaker voor medische controle langs te komen. U dient deze bezoeken niet over te slaan, ook al voelt u zich goed. Uw arts zal besluiten hoe vaak u voor controle moet komen.
Als uw bloeddruk te ver zakt, moet u gaan liggen. Als dit aanhoudt, neem dan direct contact op met uw arts of de eerste hulp van het dichtstbijzijnde ziekenhuis. De arts kan beginnen met een bepaalde behandeling om de hypotensie te corrigeren.
Neem contact op met uw arts als uw bloeddruk te ver of te vaak zakt. Dit is belangrijk, daar de arts kan beslissen om de behandeling aan te passen.
Zwangerschap
Vertel uw dokter als u denkt dat u zwanger bent of als u zwanger wilt worden. Het gebruik van Lisinopril/Hydrochloorthiazide CF wordt niet aanbevolen tijdens het begin van de zwangerschap en kan ernstige nadelige effecten voor de baby hebben bij gebruik vanaf een zwangerschapsduur van drie maanden, zie ook “Zwangerschap en borstvoeding”.
Dopingonderzoek
De hydrochloorthiazide in dit geneesmiddel kan een positieve uitslag geven bij dopingonderzoek.
Verhoging van bepaalde stoffen in het bloed
De hoeveelheden in het bloed van de volgende stoffen kunnen door hydrochloorthiazide stijgen:
- cholesterol (hypercholesterolemie)
- triglyceriden (hypertriglyceridemie)
- urinezuur (ureum) (hyperuremie)
Kinderen
Lisinopril/Hydrochloorthiazide CF dient niet aan kinderen gegeven te worden, omdat de veiligheid en werkzaamheid niet zijn vastgesteld in deze leeftijdsgroep.
Gebruik van Lisinopril/Hydrochloorthiazide CF met andere geneesmiddelen
Vertel uw arts of apotheker als u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen.
Raadpleeg uw arts als u de volgende geneesmiddelen gebruikt, aangezien hun werking of de werking van Lisinopril/Hydrochloorthiazide CF veranderd kan worden:
Plasmiddelen (diuretica) met een verminderde kaliumuitscheiding (kaliumsparende diuretica, zoals spironolacton, triamtereen of amiloride), kaliumsupplementen, kaliumbevattende zoutvervangers en andere middelen die de kaliumhoeveelheid in het bloed kunnen verhogen (zoals heparine)
Verhoging van de hoeveelheid kalium in het bloed. Uw arts zal uw kaliumspiegels regelmatig controleren.
Andere plasmiddelen (diuretica)
Toegenomen verlaging van de bloeddruk.
Andere bloeddrukverlagende middelen (antihypertensiva), bloedvatverwijdende middelen (nitraten)
Toegenomen verlaging van de bloeddruk.
Geneesmiddelen tegen neerslachtigheid (depressie) en andere psychiatrische aandoeningen (tricyclische antidepressiva, antipsychotica), verdovende pijnstillers (narcotica) en verdovingsmiddelen (anesthetica)
Verdere afname bloeddruk. Toegenomen verlaging van de bloeddruk.
Lithium (middel tegen bepaalde vormen van neerslachtigheid)
Verhoogd risico op lithiumvergiftiging. Het gelijktijdig gebruik van Lisinopril/Hydrochloorthiazide CF en lithium wordt niet aangeraden. Indien deze combinatie echter noodzakelijk is, moeten lithiumspiegels regelmatig door de arts gecontroleerd worden.
Medicijnen tegen pijn en ontsteking (niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen) inclusief acetylsalicylzuur (doseringen vanaf 3 g/per dag)
Gelijktijdig gebruik kan de bloeddrukverlagende werking verminderen en kan leiden tot een stijging van de hoeveelheid kalium in het bloed en verslechtering van de nierfunctie; in zeldzame gevallen tot acuut nierfalen, vooral bij patiënten met een slechte nierfunctie.
Vermindering van het diuretisch en bloeddrukverlagend effect van hydrochloorthiazide.
Middelen met een bloeddrukverhogend effect (sympaticomimetica)
Vermindering van de bloeddrukverlagende werking.
Cholestatyramine en colestipol (werkzame stoffen voor het verlagen van de hoeveelheid bloedvet)
Vermindering van de bloeddrukverlagende werking. Opname van hydrochloorthiazide is vertraagd en verminderd.
Bloedsuikerverlagende middelen en insuline
Verlaging van de hoeveel suiker in het bloed met een risico op te lage bloedsuikerspiegels (hypoglykemie).
Amfotericine B (werkzame stof tegen schimmelinfecties), carbenoxolon (werkzame stof voor de behandeling van maagzweren), cortison-bevattende middelen (corticosteroïden), corticotropine (een hormoon dat werkt op de bijnieren) of bepaalde middelen die de stoelgang bevorderen (laxantia)
Verstoring van de elektrolytenbalans, zoals vermindering van de hoeveelheid kalium.
Calciumzouten
Verhoogde hoeveelheid calcium in het bloed.
Hartglycosiden (zoals digoxine, werkzame stoffen die de pompkracht van het hart versterken)
Toename van de werking en bijwerkingen van hartglycosiden.
Spierverslappers, zoals tubocurarine chloride (werkzame stof die de spieren doet verslappen)
Spierverslappende werking is versterkt en verlengd.
Middelen die geassocieerd zijn met “torsade des pointes”, een gevaarlijke vorm van hartritmestoornissen
Het risico op torsade des pointes is verhoogd wanneer kaliumspiegels laag zijn.
Allopurinol (werkzame stof voor de behandeling van jicht)
Verhoogt het risico op acuut nierfalen en kan leiden tot een verhoogd risico op een verlaging van het aantal witte bloedcellen (leukopenie).
Ciclosporine (een afweeronderdrukkend middel dat bij orgaantransplantaties gebruikt wordt)
Verhoogt het risico op acuut nierfalen en verhoogt de hoeveelheid kalium in het bloed.
Lovastatine (werkzame stof voor het verlagen van cholesterol)
Verhoogt de hoeveelheid kalium in het bloed.
Procaïnamide (werkzame stof voor de behandeling van een om onregelmatige hartslag), cytostatische geneesmiddelen (behandeling van kanker), afweeronderdrukkende middelen (om afstoting van een getransplanteerd orgaan te voorkomen)
Kunnen leiden tot een hoger risico op lage aantallen witte bloedcellen (leukopenie).
Sotalol (voor de behandeling van een onregelmatige hartslag en hoge bloeddruk)
Verhoogd risico op door sotalol veroorzaakte onregelmatige hartslag (aritmie).
Trimethoprim
Verhoogd risico op grote hoeveelheden kalium in het bloed (hyperkaliëmie).
Hemodialyse
U dient Lisinopril/Hydrochloorthiazide CF niet te gebruiken als u hemodialyse ondergaat. Er is een verhoogd risico op allergische reacties, die geassocieerd zijn met bepaalde soorten dialysemembranen (zie de rubriek “Wees extra voorzichtig met Lisinopril/Hydrochloorthiazide CF” hierboven).
Gebruik van Lisinopril/Hydrochloorthiazide CF met voedsel en drank
Lisinopril/Hydrochloorthiazide CF kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
Zwangerschap en borstvoeding
Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt.
Vertel het uw arts als u zwanger bent, zwanger denkt te zijn of zwanger wilt raken.
Zwangerschap
Vertel uw arts als u denkt dat u zwanger bent of als u zwanger wilt worden. Meestal zal uw arts u adviseren in plaats van Lisinopril/Hydrochloorthiazide CF een ander geneesmiddel te gebruiken, omdat Lisinopril/Hydrochloorthiazide CF niet aanbevolen wordt voor gebruik tijdens het begin van de zwangerschap en ernstige nadelige effecten voor de baby kan hebben bij gebruik vanaf een zwangerschapsduur van drie maanden. Gewoonlijk zal aan u een ander geschikt bloeddrukverlagende medicijn in plaats van Lisinopril/Hydrochloorthiazide CF worden voorgeschreven als u zwanger wil worden. Dit geneesmiddel mag niet gebruikt worden tijdens het 2e en 3e trimester van de zwangerschap
Gewoonlijk zal uw arts u adviseren te stoppen met het gebruik van Lisinopril/Hydrochloorthiazide CF zodra u weet dat u zwanger bent. Als u zwanger wordt tijdens de behandeling met Lisinopril/Hydrochloorthiazide CF moet u onmiddellijk contact opnemen met uw arts.
Borstvoeding
U mag dit geneesmiddel niet gebruiken als u borstvoeding geeft, aangezien Lisinopril/Hydrochloorthiazide CF schadelijk kan zijn voor de zuigeling. Zowel lisinopril als hydrochloorthiazide kunnen via de moedermelk in de zuigeling terechtkomen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Net als andere bloeddrukverlagende middelen kan Lisinopril/Hydrochloorthiazide CF de rijvaardigheid of het vermogen om machines te bedienen verminderen. Dit kan vaker optreden bij de start van de behandeling, bij doseringsaanpassingen of bij gelijktijdig gebruik van alcohol. Deze
effecten zijn afhankelijk van de individuele gevoeligheid. Als u hier last van heeft, mag u niet rijden en geen machines bedienen.