Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
- U bent allergisch voor één van de stoffen die in dit geneesmiddel zitten. Deze stoffen kunt u vinden onder rubriek 6.
- U lijdt aan ernstige aandoeningen aan het hart.
- U lijdt aan ernstige aandoeningen van de nieren.
- U lijdt aan ernstige aandoeningen van de lever.
- U heeft ernstige hormoonafwijkingen.
- U lijdt aan psychiatrische aandoeningen
- U bent jonger dan 25 jaar.
- U bent zwanger.
- U heeft kamerhoekblokglaucoom (verhoogde druk in het oog).
- U wordt behandeld met een niet-selectieve MAO-remmer (een bepaald middel om depressies te behandelen).
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt:
- Wanneer u een verhoogde oogboldruk heeft (openkamerhoekglaucoom). Regelmatige controle door de oogarts is dan noodzakelijk.
- Wanneer bij u een verdachte huidaandoening optreedt of als u in het verleden een kwaadaardige moedervlek heeft gehad.
- Wanneer u lijdt aan suikerziekte. Uw bloedsuikergehalte dient dan regelmatig te worden gecontroleerd. Aanpassing van de dosering van het geneesmiddel bij suikerziekte kan nodig zijn.
- Wanneer u geopereerd moet worden. U dient de behandelende arts in het ziekenhuis tevoren, indien mogelijk, te vertellen dat u Madopar gebruikt. Het kan zijn dat u 12 tot 48 uur voor de operatie met Madopar moet stoppen. Stop echter niet zonder overleg met uw behandelend arts.
- Wanneer Madopar langdurig wordt gebruikt. Uw lever- en nierfuncties moeten dan regelmatig gecontroleerd worden.
- Wanneer u een hartinfarct heeft gehad, een onvoldoende bloedtoevoer door de kransslagaderen heeft of hartritmestoornissen. Er moet dan periodiek een elektrocardiogram gemaakt worden.
- Wanneer u kort geleden een actieve maagzweer heeft gehad. U moet dan regelmatig gecontroleerd worden.
- Wanneer bij u stuipen optreden. U moet dan regelmatig gecontroleerd worden.
- Wanneer u lijdt aan osteomalacie (botverweking). U moet dan regelmatig gecontroleerd worden.
Het is niet uitgesloten dat Madopar bij bepaalde patiënten geestelijke veranderingen of depressie veroorzaakt. Zodra u iets bemerkt wat hierop zou kunnen wijzen, is het raadzaam uw arts te raadplegen.
Vertel het uw arts wanneer u of uw familie/verzorger merkt dat u de neiging of het verlangen ontwikkelt om gedrag te vertonen dat niet bij u past of wanneer u de impuls, aandrang of verleiding niet kunt weerstaan om dingen te doen die uzelf of anderen schade kunnen berokkenen. Dergelijk gedrag wordt een stoornis in de impulsbeheersing genoemd en kan bestaan uit onder andere gokverslaving, overmatig eten of geld uitgeven, een abnormale grote behoefte aan seks of een toename van seksuele gedachten of gevoelens. Het kan nodig zijn dat uw arts uw behandeling opnieuw beoordeelt.
Overgevoeligheidsreacties kunnen bij daarvoor bevattelijke patiënten optreden.
Wees voorzichtig wanneer u rijdt of machines bedient tijdens de behandeling met Madopar. Als u overmatige slaperigheid of zelfs een episode van een plotselinge slaapaanval ervaart, bestuur dan geen voertuig, bedien geen machines en neem contact op met uw arts.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Madopar nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Neuroleptica (middelen om geestelijke stoornissen te behandelen), opiaten (sterke pijnstillers) en sommige middelen tegen verhoogde bloeddruk (middelen die reserpine bevatten) kunnen de werking van Madopar remmen.
Madopar kan het effect versterken van bepaalde stoffen (adrenaline, noradrenaline, isoproterenol of amfetamine) die het zenuwstelsel stimuleren. Een verlaging van de dosering van deze middelen kan nodig zijn.
Als u een zogenaamde niet-selectieve MAO-remmer (een middel tegen depressie) gebruikt, dient de toediening van dit middel te worden gestopt en twee weken te worden gewacht voordat met Madopar mag worden begonnen.
Ook is voorzichtigheid geboden bij het gebruik van pijnstillers, plasmiddelen, digitalis (een middel bij hartziekten), middelen tegen suikerziekte, bloedverdunnende middelen en slaapmiddelen.
Als u een operatie onder algehele narcose moet ondergaan, dan kan het zijn dat u van tevoren dient te stoppen met de behandeling met Madopar. Vooral als de narcose plaatsvindt met het stofje halothaan, bestaat het risico op bloeddrukschommelingen en/of hartritmestoornissen.
Madopar kan de uitkomst van bepaalde laboratoriumonderzoeken beïnvloeden. Het verdient daarom aanbeveling om aan diegenen, die de test (laten) uitvoeren, mee te delen dat u Madopar gebruikt.
Antacida (maagzuurremmende middelen) kunnen de opname van levodopa uit Madopar HBS 125 mg capsules remmen.
Metoclopramide (middel tegen misselijkheid en braken) kan de opname van levodopa versnellen.
Ferrosulfaat kan de opname van levodopa in het bloed verminderen.
In geval van twijfel is het aan te raden met uw arts of apotheker te overleggen.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Eiwitrijke maaltijden kunnen het effect van levodopa verminderen.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Madopar mag niet tijdens de zwangerschap gebruikt worden. Voordat u met Madopar begint, moet u uw arts meedelen of u zwanger bent, zwanger denkt te zijn of van plan bent zwanger te worden. Vrouwen die Madopar gebruiken, mogen geen borstvoeding geven.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Madopar kan slaperigheid en episodes van een plotselinge slaapaanval veroorzaken. U mag daarom niet rijden of uzelf bezighouden met activiteiten waarbij u zichzelf of anderen door een verminderde alertheid in gevaar zou kunnen brengen met als gevolg ernstige verwondingen of overlijden (bijvoorbeeld het bedienen van machines), totdat deze terugkerende episodes en slaperigheid zijn verdwenen.