Marcaine 0,25%-adrenaline 1:200.000, oplossing voor injectie

Marcaine 0,25%-adrenaline 1:200.000, oplossing voor injectie

Patiëntenbijsluiter

Wat is het en waarvoor wordt het gebruikt?

Marcaine-Adrenaline is een middel dat een plaatselijk verdovende werking uitoefent. Indien het in het weefsel wordt gespoten treedt een plaatselijk verdovend effect op in een beperkt gebied. Indien de arts (anesthesist) Marcaine-Adrenaline via een ruggeprik toedient kan een verdoving van het hele onderlichaam worden bereikt. Marcaine-Adrenaline voorkomt dat de zenuwen gevoelens van pijn, warmte of koude doorgeven. Op deze wijze kan een gedeelte van het lichaam worden verdoofd om een operatieve ingreep mogelijk te maken. Ook de zenuwen naar de spieren worden in meer of mindere mate geblokkeerd, zodat tijdelijke spierzwakte of tijdelijke verlamming kan optreden. Als de verdoving is uitgewerkt komt de spierkracht weer terug.

Marcaine-Adrenaline wordt gebruikt voor verdoving van een beperkt of uitgebreider deel van het lichaam bij kleine of grotere operaties. Marcaine-Adrenaline wordt ook gebruikt bij pijnbestrijding tijdens de bevalling en ter bestrijding van pijn na een operatie (post-operatief). Marcaine wordt ook gebruikt bij kinderen voor pijnbestrijding tijdens of na een operatie (per- en postoperatief).

Wat moet u weten voordat u het gebruikt?

Gebruik Marcaine-Adrenaline niet

  • als u allergisch (overgevoelig) bent voor bupivacaïnehydrochloride of voor één van de andere bestanddelen van Marcaine (voor natriummetabisulfiet ook wel ‘sulfiet’ genoemd of voor epinefrine ook wel adrenaline genoemd);
  • als u allergisch (overgevoelig) bent voor plaatselijk verdovende middelen van dezelfde chemische familie (lidocaïne, prilocaïne, mepivacaïne);
  • Marcaine-Adrenaline mag niet in de aderen worden geïnjecteerd;
  • als u allergisch (overgevoelig) bent voor zogenaamde parabenen (methyl- en/of propylhydroxybenzoaat) of het afbraakproduct para-aminobenzoëzuur;
SPC 26-JUL-2010/CDS update 2005+2007/SBAE/RIRI  
Bijsluiter 26-JUL-2010/CDS update 2005+2007/SBAE/RIRI 1
Marcaine 2,5 – 5,0 mg/ml + adrenaline bijsluiter
  • als u gevoelig bent voor allergieën (zoals patiënten met astma of een bestaande allergie), metabisulfieten kunnen overgevoeligheidsreacties geven. In het ernstigste geval kan een sterke overgevoeligheidsreactie of krampen van de luchtwegen ontstaan;
  • voor verdoving van lichaamsdelen waar bloedvaten eindigen, zoals vingers, tenen, oren of penis mag Marcaine-Adrenaline niet gebruikt worden;
  • als u lijdt aan een van de volgende aandoeningen: hoge bloeddruk, een hart-/of vaatziekte, suikerziekte (diabetes) of een te hard werkende schildklier (hyperthyreoïdie) mag Marcaine- Adrenaline niet gebruikt worden.

Wees extra voorzichtig met Marcaine-Adrenaline

  • als u een slechte algehele conditie heeft (bijvoorbeeld door ouderdom of andere ziekten);
  • als u bepaalde hartaandoeningen heeft, zoals bepaalde stoornis in de geleiding van het hart, leidend tot ritmestoornissen (AV blok);
  • als u een ernstige leveraandoening heeft;
  • als u een ernstige nieraandoening heeft;
  • als u in de laatste fase van de zwangerschap bent;
  • bij gebruik tijdens de bevalling heeft Marcaine invloed op de hartslag van het kind;
  • als u middelen tegen hartritmestoornissen gebruikt (zoals amiodaron).
  • als u verhoogde bloeddruk heeft die moeilijk te behandelen is;
  • als u een bepaalde hartaandoening heeft met vernauwing van de aderen rondom het hart;
  • als uw schildklier te hard werkt en u hiervoor moeilijk te behandelen bent;
  • als u lijdt aan hartziekten met zuurstoftekort in de hartspier;
  • als u een hartaandening heeft met verstoring van de geleiding van het hart, evt. leidend tot ritmestoornissen;
  • als u een aandoening heeft aan de bloedvaten van de hersenen;
  • als u suikerziekte heeft (diabetes mellitus).

De verschijnselen van deze aandoeningen kunnen door adrenaline verergerd worden;

  • als u lijdt aan angina pectoris kan bij gebruik van Marcaine met adrenaline een pijnlijk en beklemmend gevoel op de borst optreden;
  • als u allergisch bent. De oplossing bevat natriumbisulfiet. Bij gevoelige personen kan bisulfiet lichte astma-aanvallen veroorzaken. In een enkel geval heeft dit geleid tot een fatale reactie.

Laat altijd de arts die u behandelt weten voor welke problemen of ziekten u nog meer onder behandeling bent. Met name leveraandoeningen, een sterk verhoogde bloeddruk, bepaalde hartafwijkingen of een ernstige nierfunctiestoornis vereisen bijzondere aandacht. Als u eerder al eens met een lokaal verdovend middel bent behandeld en u destijds dat middel niet goed heeft verdragen dan moet u dit ook uw arts vertellen.

Gebruik met andere geneesmiddelen

Vertel uw arts of apotheker wanneer u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder recept kunt krijgen. Gebruik een medicijnkaart. U noteert hierop welke geneesmiddelen u gebruikt en in welke dosering. Laat mensen in uw omgeving weten welke geneesmiddelen u gebruikt!

Sommige medicijnen kunnen elkaars werking versterken of verzwakken of mogen om een andere reden niet gelijktijdig gebruikt worden. Om de juiste dosering Marcaine-Adrenaline te bepalen moet uw arts weten welke geneesmiddelen u nog meer gebruikt. Een wisselwerking kan optreden bij gelijktijdig gebruik van:

  • andere plaatselijk verdovende middelen, of van sommige middelen (met lidocaïne, tocaïnide of mexiteline) tegen een onregelmatig hartritme, de dosering moet worden aangepast;
  • andere middelen tegen hartritmestoornissen (zgn. klasse III anti-arritmica), bijv. amiodaron;
SPC 26-JUL-2010/CDS update 2005+2007/SBAE/RIRI  
Bijsluiter 26-JUL-2010/CDS update 2005+2007/SBAE/RIRI 2
Marcaine 2,5 – 5,0 mg/ml + adrenaline bijsluiter
  • bepaalde middelen gebruikt bij depressie (de zogeheten tricyclische antidepressiva), er kan een ernstig verhoogde bloeddruk ontstaan;
  • andere vaatvernauwende middelen of middelen die de baarmoeder doen samentrekken (oxytocica);
  • bepaalde middelen gebruikt bij schizofrenie (de zogeheten fenothiazines en butyrofenonen). Deze middelen gaan de werking van adrenaline tegen;
  • narcosemiddelen (halothaan, enfluraan, cyclopropaan), er kunnen ernstige hartritmestoornissen optreden;
  • bepaalde middelen tegen verhoogde bloeddruk. In combinatie met adrenaline kan de bloeddruk verder stijgen en kan de hartslag vertraagd worden.

Zwangerschap en borstvoeding

Marcaine-Adrenaline kan tijdens de zwangerschap gebruikt worden. Er dient wel rekening mee gehouden te worden dat Marcaine, net als andere plaatselijk verdovende middelen de placenta passeert.

Tevens kan Marcaine-Adrenaline in gebruikelijke doseringen tijdens een periode van borstvoeding toegediend worden. Bupivacaïnewordt in zo kleine hoeveelheden in moedermelk uitgescheiden dat bij een normale dosis geen nadelig effect op de zuigeling te verwachten is. Het is niet bekend of adrenaline in de borstvoeding terecht komt, maar een nadelig effect op de zuigeling is niet te verwachten.

Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines

Plaatselijk verdovende middelen hebben geen invloed op de hersenfuncties. Omdat zij het gebruik van de spieren in het gebied van de verdoving wel kunnen bemoeilijken kan er een invloed zijn op uw reactievermogen en kan uw rijvaardigheid worden beïnvloed.

Belangrijke informatie over enkele bestanddelen van Marcaine-Adrenaline

Marcaine-Adrenaline bevat natriummetabisulfiet (E223) als antioxidans. Natriumbisulfiet kan in zeldzame gevallen ernstige overgevoeligheidsreacties en bronchospasme veroorzaken.

Hoe wordt het gebruikt?

Dosering

Vowassenen en kinderen vanaf 12 jaar

De arts zal Marcaine-Adrenaline bij u toedienen. Hij zal de dosering aanpassen aan de aard van de ingreep, uw gewicht, leeftijd en lichamelijke conditie.

De maximale dosering voor een gemiddelde volwassene bedraagt 400 mg Marcaine per 24 uur.

Kinderen van 1 tot 12 jaar

De dosis bij kinderen jonger dan 12 jaar is maximaal 2 mg/kg lichaamsgewicht.

Marcaine-Adrenaline mag niet bij pasgeboren kinderen gebruikt worden omdat zij het werkzame bestanddeel nog niet goed kunnen afbreken omdat de lever nog niet optimaal werkt.

Raadpleeg bij twijfel uw arts of apotheker.

SPC 26-JUL-2010/CDS update 2005+2007/SBAE/RIRI  
Bijsluiter 26-JUL-2010/CDS update 2005+2007/SBAE/RIRI 3
Marcaine 2,5 – 5,0 mg/ml + adrenaline bijsluiter

Wat u moet doen als u meer van Marcaine-Adrenaline heeft gebruikt dan u zou mogen Verschijnselen

Marcaine-Adrenaline wordt in de regel in het ziekenhuis op de operatiekamer toegediend. U wordt dan goed bewaakt. Overdosering komt zelden voor. De eerste verschijnselen van overdosering zijn verdoofd gevoel van de lippen en rond de mond, licht gevoel in het hoofd, duizeligheid gehoorstoornissen en soms problemen met zien.

In het geval van een ernstige overdosering of een verkeerde injectie, treden verschijnselen als trillen, toevallen en bewusteloosheid op.

Wat moet u dan doen?

Als u denkt dat aan u teveel Marcaine-Adrenaline is toegediend, waarschuw dan direct de arts.

Behandeling

Als de toediening van Marcaine-Adrenaline bij de eerste verschijnselen van overdosering wordt gestopt, neemt de kans op ernstige bijwerkingen snel af.

Wat u moet doen wanneer u bent vergeten Marcaine-Adrenaline te gebruiken

Omdat Marcaine-Adrenaline vlak voor een operatie moet worden toegediend om het te behandelen gebied te verdoven, is het is niet waarschijnlijk dat de toediening ervan vergeten wordt. Vraag bij twijfel uw arts om uitleg.

Als u stopt met het gebruik van Marcaine-Adrenaline

Na toediening van Marcaine-Adrenaline treedt de werking snel in en het verdovende effect houdt lang aan (afhankelijk van de toegediende hoeveelheid). Als de verdoving uitgewerkt is, kunt u pijn ervaren als gevolg van de ingreep. Uw arts zal u informeren hoe u in dat geval de pijn het beste kunt bestrijden.

Als u nog vragen heeft over het gebruik van dit product, vraag dan uw arts of apotheker.

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Zoals alle geneesmiddelen kan Marcaine-Adrenaline bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt. De volgende bijwerkingen zijn vaak, soms, zelden of zeer zelden gemeld: Zeer vaak is bij meer dan 1 op de 10 patiënten

Vaak is tussen 1 op de 100 en 1 op de 10 patiënten Soms is tussen 1 op de 1.000 en 1 op de 100 patiënten

Zelden is tussen 1 op de 10.000 en 1 op de 1.000 patiënten Zeer zelden is bij minder dan 1 op de 10.000 patiënten

Niet bekend: kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald.

Zeer vaak

Bloedvaten: verlaagde bloeddruk (hypotensie)

Maagdarmkanaal: misselijkheid

Vaak

Zenuwstelsel: waarnemen van kriebelingen, jeuk of tintelingen zonder dat daar aanleiding voor is (paresthesie), duizeligheid

Hart: vertraagde hartslag (bradycardie). Bloedvaten: verhoogde bloeddruk (hypertensie)

Maagdarmkanaal: braken

Nieren en urinewegen: achterblijven van urine in de blaas ten gevolge van een gestoorde blaaslediging (urineretentie).

SPC 26-JUL-2010/CDS update 2005+2007/SBAE/RIRI  
Bijsluiter 26-JUL-2010/CDS update 2005+2007/SBAE/RIRI 4
Marcaine 2,5 – 5,0 mg/ml + adrenaline bijsluiter

Soms

Zenuwstelsel: tekenen van inzinking van het centrale zenuwstelsel zoals: toevallen/stuipen (convulsies), kriebelingen, jeuk en tintelingen zonder dat daar aanleiding voor is (paresthesie) rond de mond, verdoving van de tong, verhoogde gehoorscherpte, soms met pijngevoel, stoornis in het zien (visusstoornissen), bewustzijnsverlies, trillen, licht gevoel in het hoofd, oorsuizen (tinnitus), spraakstoornis (dysartrie).

Zelden

Immuunsysteem: allergische reacties, shock (sterke daling van de bloeddruk, bleekheid, onrust, zwakke snelle pols, klamme huid, verminderd bewustzijn) door een plotselinge sterke vaatverwijding ten gevolge van ernstige overgevoeligheid voor bepaalde stoffen (anafylactische shock)

Zenuwstelsel: aandoening van de zenuwen (neuropathie), zenuwbeschadiging, ontsteking van bepaalde delen van de hersenen of het ruggemerg, verlamming en spierspasmen

Ogen: dubbelzien (diplopie)

Hart: hartstilstand, stoornissen in het hartritme (hartritmestoornissen). Luchtwegen: verminderde ademhaling

Niet bekend

Infecties: ontsteking in het ruggemerg (epiduraal abces)

Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker.

Hoe moet het worden bewaard?

Marcaine-Adrenaline wordt in het algemeen in het ziekenhuis bewaard. Het medisch personeel is verantwoordelijk voor bewaring onder de juiste omstandigheden. Eventuele restanten Marcaine worden in het ziekenhuis vernietigd.

Glazen flacon voor enkele-dosis: Bewaren in de koelkast (2-8ºC). Niet in de vriezer bewaren. Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.

Houd het geneesmiddel buiten het bereik en het zicht van kinderen.

Gebruik Marcaine-Adrenaline niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op de verpakking na EXP (afkorting gebruikt voor de vervaldatum) of na “Niet te gebruiken na … maand/jaar’. De vervaldatum verwijst naar de laatste dag van die maand. Na die datum mag Marcaine-Adrenaline niet langer gebruikt worden.

Gebruik Marcaine-Adrenaline niet als u bemerkt dat de oplossing tekenen van bederf vertoont, zoals troebeling of verkleuring of als er deeltjes zichtbaar zijn.

Geneesmiddelen dienen niet weggegooid te worden via het afvalwater of met huishoudelijk afval. Vraag uw apotheker wat u met medicijnen moet die niet meer nodig zijn. Deze maatregelen zullen helpen bij de bescherming van het milieu.

Verdere informatie

Wat bevat Marcaine-Adrenaline

  • De werkzame bestanddelen zijn bupivacaïnehydrochloride-monohydraat en adrenaline
SPC 26-JUL-2010/CDS update 2005+2007/SBAE/RIRI  
Bijsluiter 26-JUL-2010/CDS update 2005+2007/SBAE/RIRI 5
Marcaine 2,5 – 5,0 mg/ml + adrenaline bijsluiter
  • De andere bestanddelen zijn natriumchloride, natriumhydroxide, zoutzuur, natriummetabisulfiet (E223) en water voor injectie.

Hoe ziet Marcaine-Adrenaline er uit en wat is de inhoud van de verpakking

Marcaine-Adrenaline oplossing is kleurloos en helder.

glazen flacon à 20 ml

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant Houder van de vergunning

AstraZeneca BV Louis Pasteurlaan 5 2719 EE Zoetermeer Tel 079 3632222

Fabrikant

Recipharm Monts Usine de Monts

18, rue de Montbazon F-37260, Monts Frankrijk

Marcaine Adrenaline is in het register ingeschreven onder RVG 08030 (Marcaine 2,5 mg/ml- Adrenaline 1:200.000) en RVG 08031 (Marcaine 5 mg/ml -Adrenaline 1:200.000).

Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in

Laatste volledige herziening: juli 2010

SPC 26-JUL-2010/CDS update 2005+2007/SBAE/RIRI  
Bijsluiter 26-JUL-2010/CDS update 2005+2007/SBAE/RIRI 6
Marcaine 2,5 – 5,0 mg/ml + adrenaline bijsluiter

De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:

ALGEMEEN

Voor de volledige informatie voor wat betreft: bij gebruik bij zwangerschap en het geven van borstvoeding, beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te gebruiken, bijwerkingen, overdosering, farmacodynamische eigenschappen: raadpleeg de SmPC-tekst. Deze tekst is opvraagbaar bij AstraZeneca BV, tel. 079-3632222.

KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Marcaine 2,5 mg/ml + 5 microg/ml adrenaline : bupivacaïnehydrochloride-monohydraat over- eenkomend met bupivacaïnehydrochloride-anhydraat 2,5 mg/ml en epinefrine-waterstoftartraat overeenkomend met epinefrine 5 microgram/ml.

Marcaine 5,0 mg/ml + 5 microg/ml adrenaline : bupivacaïnehydrochloride-monohydraat over- eenkomend met bupivacaïnehydrochloride-anhydraat 5 mg/ml en epinefrine-waterstoftartraat overeenkomend met epinefrine 5 microgram/ml.

Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

KLINISCHE GEGEVENS

Therapeutische indicaties

Locale of regionale anesthesie met Marcaine is geïndiceerd bij:

  • chirurgische ingrepen, inclusief obstetrische ingrepen als sectio caesarea;
  • verlichting van post-operatieve pijn.
  • acute pijnbehandeling bij volwassenen: epidurale bolus eventueel gevold door continue epidurale infusie tijdens bevalling of na een operatie, intermitterende injecties lumbaal epiduraal bij post-operatieve pijn, en regionale blokkades (intra-articulair en veldblokkade).
  • acute pijnbehandeling bij kinderen: caudale/lumbale/thoracale epidurale blokkade per en postoperatief.

Marcaine is bestemd voor langdurige plaatselijke anesthesie en is geschikt voor gebruik bij verschillende anesthetische technieken, zoals locale infiltratie, grote en kleine zenuwblokkades en epidurale anesthesie (inclusief continue epidurale infusie). Voor verdere specificatie zie doseringsvoorschrift.

Dosering en wijze van toediening Volwassenen en kinderen van 12 jaar en ouder

De volgende tabel geeft een handreiking voor de dosering van de algemeen toegepaste technieken bij een gemiddelde volwassene. De tabel geeft een gemiddeld doseringsbereik voor de dosis die nodig is. De dosering dient af te hangen van benodigde uitgebreidheid van anaesthesiegebied (aantal segmenten bij epidurale toediening), mate van doorbloeding van het anesthesiegebied, toegepaste techniek en gezondheidstoestand van de patient.

De laagst mogelijke dosering om effectieve anesthesie te bereiken dient te worden gebruikt.

NB: Wanneer langdurige blokkade nodig is, hetzij door continue infusie, hetzij door herhaaldelijk te doseren, dient men bedacht te zijn op het risico dat toxische plasmaspiegels bereikt worden of dat lokale beschadiging van de zenuwen optreedt. Individuele variaties in aanvang en duur van de anesthesie treden op. De duur van de anesthesie kan worden verlengd door gelijktijdig adrenaline te geven (zie tabel 1).

SPC 26-JUL-2010/CDS update 2005+2007/SBAE/RIRI  
Bijsluiter 26-JUL-2010/CDS update 2005+2007/SBAE/RIRI 7
Marcaine 2,5 – 5,0 mg/ml + adrenaline bijsluiter

NB: men moet bedacht zijn op het risico dat systemische effecten optreden bij grote hoeveelheden adrenaline.

In het algemeen is voor anesthesie ten behoeve van chirurgische ingrepen het gebruik van hogere concentraties en hoeveelheden bupivacaine noodzakelijk.

Tabel 1 Doseringsaanbevelingen voor volwassenen

  Conc. Volume Dosering Inwerking- Duur
  Mg/ml ml mg treding u
        min  
CHIRURGISCHE ANESTHESIE          
Lumbaal epiduraal blokkade 1          
Chirurgie 5,0 15-30 75-150 15-30 2-3
Lumbaal epiduraal blokkade1          
Sectio Caesarea 5.0 15-30 75-150 15-30 2-3
Thoracaal epiduraal blokkade1          
Chirurgie 2,5 5-15 12,5-37,5 10-15 1,5-2
  5,0 5-10 25-50 10-15 2-3
Caudaal epiduraal blokkade1 2,5 20-30 50-75 20-30 1-2
  5,0 20-30 100-150 15-30 2-3
Grote zenuwblokkade2 (bijvoorbeeld 5,0 10-35 50-175 15-30 4-8
brachiaal plexus, femoraal, sciatic)          
Veldblokkade (bijvoorbeeld: kleine 2,5 < 60 < 150 1-3 3-4
zenuwblokkades en infiltratie)          
  5,0 ≤ 30 ≤ 150 1-10 3-8
  1. Dosering inclusief testdosis
  2. De dosering voor een grote zenuwblokkade moet worden aangepast aan de toedieningsplaats en de toestand van de patiënt. Interscalene en supraclaviculaire brachiale plexusblokkades zouden met een hogere frequentie van bijwerkingen in verband gebracht kunnen worden, ongeacht welk lokaal anestheticum toegepast is, zie ook rubriek 4.4.
SPC 26-JUL-2010/CDS update 2005+2007/SBAE/RIRI  
Bijsluiter 26-JUL-2010/CDS update 2005+2007/SBAE/RIRI 8
Marcaine 2,5 – 5,0 mg/ml + adrenaline     bijsluiter
ACUTE PIJN BEHANDELING          
Lumbaal epidurale toediening3          
Intermitterende innjecties 2,5 6-15 15-37,5 2-5 1-2
(bijvoorbeeld ter verlichting van   Interval Interval    
post-operatieve pijn)   minstens 30 minstens 30    
    minuten minuten    
Continue infusie4 1,25 10-15/u 12,5-18,8/u - -
  2,5 5-7,5/u 12,5-18,8/u - -
Continue infusie, ter verlichting van 1,25 5-10/u 6,25-12,5/u - -
pijn tijdens de bevalling4          
Thoracaal epidurale toediening          
Continue infusie 1,25 5-10/u 6,3-12,5/u    
  2,5 4-7,5/u 10-18,8/u - -
Intra-articulaire blokkade5 2,5 ≤ 40 ≤ 100 5-10 2-4 u na
(bijvoorbeeld na knie-arthroscopie)         washout
Veldblokkade 2,5 ≤ 60 ≤ 150 1-3 3-4
(bijvoorbeeld kleine zenuw          
blokkades en infiltratie)          

Onnodig hoge doses lokale anesthetica dienen vermeden te worden. In het algemeen zijn voor een complete blokkade van alle zenuwvezels van de grote zenuwen hoge concentraties bupivacaïne nodig. Bij kleinere zenuwen of indien slechts partiële blokkade nodig is (bijv. ter verlichting van pijn tijdens de bevalling), zijn lagere concentraties aangewezen. Het gebruikte volume bepaalt de uitgebreidheid van de anesthesie.

Ter voorkoming van een ongewilde intravasculaire injectie, dient herhaaldelijk geaspireerd te worden voorafgaand aan en gedurende het toedienen van de volledige dosis. De volledige dosis dient langzaam ingespoten te worden, in een snelheid van 25-50 mg/min, en onder nauwgezette controle van de vitale functies van de patiënt en door voortdurend mondeling contact met de patiënt te houden.

  1. In totaal ≤400 mg/24 uur.
  2. Deze oplossing wordt vaak gebruikt voor epidurale toepassing in combinatie met een geschikt opioïd voor pijnbestrijding. In totaal ≤400 mg/24 uur.
  3. Als additioneel bupivacaïne wordt gebruikt d.m.v. een andere techniek bij dezelfde patiënt, mag de totale dosering de limiet van 150 mg niet overschrijden.
SPC 26-JUL-2010/CDS update 2005+2007/SBAE/RIRI  
Bijsluiter 26-JUL-2010/CDS update 2005+2007/SBAE/RIRI 9
Marcaine 2,5 – 5,0 mg/ml + adrenaline bijsluiter

Voor een epidurale anesthesie wordt een testdosis van 3-5 ml bupivacaïne met adrenaline aanbevolen. Een onbedoelde intravasculaire injectie van adrenaline kan herkend worden door een tijdelijketoename van de hartfrequentie. Een per ongeluk toegediende intrathecale injectie kan herkend worden aan tekenen van een zenuwblokkade. Indien toxische verschijnselen optreden, dient de toediening onmiddellijk te worden gestaakt (zie rubriek 4.8.2).

Het verdient de voorkeur de oplossing voor het injecteren op lichaamstemperatuur te brengen, daar het injecteren van koude oplossingen op zich pijnlijk is.

Ervaring heeft geleerd dat een hoeveelheid van 400 mg toegediend over 24 uur goed wordt verdragen door een gemiddelde volwassene.

Kinderen van 1 tot 12 jaar

Bij kinderen dient de dosis te worden berekend op basis van het lichaamsgewicht tot 2 mg/kg.

De doseringen in tabel 2 dienen te worden beschouwd als leidraad voor gebruik bij kinderen. Individuele variaties treden op. Een geleidelijke dosisvermindering is nodig bij kinderen met overgewicht of met hoog gewicht door vochtretentie en dient gebaseerd te zijn op het ideale lichaamsgewicht.

Tabel 2: Doseringsaanbevelingen voor kinderen

  Conc. Volume Dosering Ìnwerkingtreding Werkingsduur
  mg/ml ml/kg mg/kg min. uur
ACUTE PIJNBESTRIJDING (PER- EN POSTOPERATIEF)    
Caudaal epidurale 2,5 0,6-0,8 1,5-2 20-30 2-6
toediening          
Lumbaal epidurale 2,5 0,6-0,8 1,5-2 20-30 2-6
toediening          
Thoracaal epidurale 2,5 0,6-0,8 1,5-2 20-30 2-6
toediening          

Contra-indicaties

  • Overgevoeligheid voor bupivacaine en andere lokale anesthetica van het amidetype, zoals lidocaïne, prilocaïne en mepivacaïne of voor een van de hulpstoffen.
  • Bupivacaïne-oplossingen zijn gecontraïndiceerd voor intraveneuze regionale anesthesie (Bier’s blok), omdat toevallige lekkage van bupivacaïne door de tourniquet systemische toxische reacties kan veroorzaken.

Contra-indicaties voor adrenaline gebruik

  • Ernstige hypotensie, zoals bij cardiogene of hypovolemische shock.
  • Overgevoeligheid voor natriummetabisulfiet in de anamnese is een contra-indicatie voor het gebruik van adrenalinebevattende lokale anesthetica.
  • Het gebruik van adrenaline bij anesthesie van organen met eindarteriën zoals vingers, tenen, de neus, oren en/of penis dient te worden vermeden.
  • Het gebruik van adrenaline dient ook te worden vermeden bij patiënten met hypertensie,

cardiovasculaire aandoeningen, diabetes mellitus of hyperthyreoïdie.

SPC 26-JUL-2010/CDS update 2005+2007/SBAE/RIRI  
Bijsluiter 26-JUL-2010/CDS update 2005+2007/SBAE/RIRI 10
Marcaine 2,5 – 5,0 mg/ml + adrenaline bijsluiter

Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik

Bij epidurale anesthesie of perifere zenuwblokkade zijn hartstilstand en sterfte gemeld gedurende het gebruik van bupivacaïne. In sommige gevallen bleek reanimatie moeilijk of onmogelijk, ondanks een ogenschijnlijk goede voorbereiding en beleid. Soms werd pas na langdurig reanimeren een succesvol resultaat behaald (zie rubriek 4.3).

Zoals alle lokaal anesthetca kan bupivacaïne acute toxiciteitsreacties op het centrale zenuwstelsel en het cardiovasculaire systeem veroorzaken als het wordt gebruikt voor lokale anesthesie waarbij hoge bloedconcentraties van het geneesmiddel worden bereikt. Dit is met name het geval na toevallige intravasculaire toediening of injectie in goed doorbloede gebieden. Hoge systemische concentraties bupivacaïne worden in verband gebracht met ventriculaire arritmieën, ventriculaire fibrillatie en ‘sudden cardiovascular collapse and death’.

Toediening van regionale of lokale anesthesie dient te geschieden in een voldoende uitgeruste en bemande ruimte. Medicatie en andere benodigdheden voor bewaking en reanimatie dienen onder handbereik te zijn.

Bij het zetten van een uitgebreid blok, of bij gebruik van hoge doses, dient alvorens het lokaal anestheticum toe te passen een intraveneuze lijn te worden ingebracht. Uitvoerende artsen dienen vertrouwd te zijn met de te gebruiken techniek en dienen op de hoogte te zijn van de diagnostiek en behandeling van bijwerkingen, systemische toxiciteit en andere complicaties die zich bij het gebruik van lokaal anesthetica kunnen voordoen (zie rubrieken 4.8 en 4.9).

Om een uitgebreide zenuwblokkade te verkrijgen, dient men een groot volume lokaal anestheticum toe te dienen in vaatrijke gebieden. In deze gebieden liggen grote vaten, waardoor er een toegenomen risico op een intravasculaire injectie en/of systemische absorptie bestaat, wat kan leiden tot hoge plasmaconcentraties.

Epidurale anesthesie kan leiden tot hypotensie en bradycardie. De kans hierop kan verminderd worden door de circulatie voorafgaand aan de anesthesie te belasten met toediening van kristalloidale of colloidale oplossingen. Hypotensie ident direct met een sympathicomimeticum te worden behandeld. Zonodig dient toediening hiervan herhaald te worden.

Risico Patiënten

Hoewel regionale anesthesie doorgaans de optimale anesthetische techniek is, is speciale aandacht nodig bij sommige patiënten om het risico op gevaarlijke bijwerkingen zoveel mogelijk te verminderen. Dit is met name het geval bij:

  • ouderen en patiënten in een slechte algehele conditie;
  • patiënten met een partieel of totaal AV-blok, omdat lokaal anesthetica een vertragend effect op de hartgeleiding kunnen hebben;
  • patiënten met vergevorderde leverinsufficiëntie of ernstige nierinsufficiëntie;
  • patiënten in de laatste fase van de zwangerschap;
  • patiënten die met anti-arritmica klasse III worden behandeld (bijv. amiodaron) dienen onder streng toezicht te worden gehouden en ECG-bewaking moet overworden worden, omdat additieve effecten op het hart kunnen optreden.

Oplossingen die tevens adrenaline bevatten dienen met voorzichtigheid te worden toegepast bij patiënten met enstige of onbehandelde hypertensie, slecht behandelbare hyperthyreoïdie, ischemische hartziekten, hartblokkade, stoornissen in de atrioventriculaire geleiding, cerebrovasculaire insufficientie, vergevorderde diabetes en elke andere pathologische aandoening die door adrenaline verergerd kan worden.

De adrenalinebevattende oplossingen bevatten tevens natriummetabisulfaat, waardoor allergische reacties bij daarvoor gevoelige personen kunnen worden veroorzaakt. Deze allergische reacties kunnen

SPC 26-JUL-2010/CDS update 2005+2007/SBAE/RIRI  
Bijsluiter 26-JUL-2010/CDS update 2005+2007/SBAE/RIRI 11
Marcaine 2,5 – 5,0 mg/ml + adrenaline bijsluiter

varieren van lichte astma-aanvallen tot soms fatale anafylactische shock. De prevalentie van sulfietovergevoeligheid in de totale populatie is niet bekend en vermoedelijk laag. Overgevoeligheid voor sulfiet treedt vaker op bij astmatici dan bij niet-astmatische personen. (zie ook rubriek 4.3. contra indicaties).

Sommige lokaal anesthetische technieken kunnen in verband gebracht worden met ernstige bijwerkingen, onafhankelijk van het gebruikte lokaal anestheticum. Bijvoorbeeld:

  • Voorzichtigheid is geboden bij het gebruik van centrale zenuwblokkade bij patiënten met verminderde cardiovasculaire reserve, in het bijzonder als ook hypovolemie bestaat, omdat zij mogelijk minder goed in staat zijn de vertraging van de atrioventriculaire geleiding die door locaal anesthetica wordt veroorzaakt te compenseren.
  • Bij retrobulbaire injecties kan het in zeldzame gevallen voorkomen dat een lokaal anestheticum naar de subarachnoïdale ruimte lekt, waardoor reeds bij lage doseringen lokaal anesthetica toxische reacties kunnen optreden, met name tijdelijke blindheid, cardiovasculaire collaps, apneu, convulsies enz. Bij retro- en peribulbaire injecties van lokale anesthetica bestaat een klein risico op persisterende oculaire spierdysfunctie. Tot de primaire oorzaken behoren trauma en/of lokale toxische effecten op spier en/of zenuwweefsel. De ernst van de weefselreactie is afhankelijk van de ernst van het trauma, de sterkte van de gebruikte injectievloeistof en van de tijdsduur waarbinnen het weefsel aan het lokaal anestheticum blootgesteld was. Daarom wordt, bij alle lokale anesthetica, aanbevolen de laagste effectieve concentratie en dosering te kiezen. Vasoconstrictieve stoffen en andere toevoegingen kunnen weefselreacties versterken en dienen alleen op indicatie gebruikt te worden. Injecties in het hoofd-hals gebied kunnen onbedoeld intravasculair geïnjecteerd worden, waardoor zelfs bij lage doses cerebrale toxiciteit kan optreden.
  • De ernst van de weefselreactie is afhankelijk van de ernst van het trauma, de sterkte van de gebruikte injectievloeistof en van de tijdsduur waarbinnen het weefsel aan het lokaal anestheticum blootgesteld was. Daarom wordt, bij alle lokale anesthetica, aanbevolen de laagste effectieve concentratie en dosering te kiezen. Vasoconstrictieve stoffen en andere toevoegingen kunnen weefselreacties versterken en dienen alleen op indicatie gebruikt te worden. Injecties in het hoofd-hals gebied kunnen onbedoeld intravasculair geïnjecteerd worden, waardoor zelfs bij lage doses cerebrale toxiciteit kan optreden.
  • Een paracervicaal blok kan soms foetale bradycardie/tachycardie veroorzaken en zorgvuldige bewaking van de foetale hartfrequentie is nodig.

Aan kinderen dienen doses te worden toegediend die in verhouding staan tot hun leeftijd en gewicht.

Bij intra-articulaire injectie, is voorzichtigheid geboden bij een recent intra-articulair trauma of als extensief ruwe oppervlakten binnen het gewricht zijn gemaakt als gevolg van de chirurgische ingreep. De absorptie kan versneld zijn en dit kan leiden tot hogere plasmaconcentraties.

Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie

Bupivacaïne dient met terughoudendheid te worden toegepast bij patiënten die ook andere lokaal anesthetica gebruiken of andere structureel verwante lokaal anesthetica van het amidetype, zoals bepaalde anti-arritmica (als lidocaïne, mexiteline of tocaïnide) aangezien de systemisch, toxische effecten additief zijn (gevaar voor overdosering). Er zijn geen specifieke interactiestudies uitgevoerd met bupivacaïne en klasse III anti-arritmica (bijv. amiodaron), maar voorzichtigheid is geboden (zie ook rubriek 4.4).

Oplossingen met adrenaline dienen over het algemeen niet of met zorg aan patiënten, die tricyclische antidepressiva slikken te worden toegediend, omdat dit in een persisterende hypertensie kan resulteren. Gelijktijdig gebruik van adrenalinebevattende oplossingen met andere vasopressoren of oxytocica van het ergometrine type kan persisterende hypertensie of cerebrovasculaire accidenten veroorzaken.

SPC 26-JUL-2010/CDS update 2005+2007/SBAE/RIRI  
Bijsluiter 26-JUL-2010/CDS update 2005+2007/SBAE/RIRI 12
Marcaine 2,5 – 5,0 mg/ml + adrenaline bijsluiter

Neuroleptica zoals fenothiazines kunnen de vasoconstrictieve werking van adrenaline verminderen of opheffen waardoor hypotensieve reacties en tachycardie optreden.

Voorzichtigheid is geboden bij het gebruik van adrenalinebevattende oplossingen bij patiënten die algehele anesthesie via inhalatie toegediend krijgen, zoals bijv. halothaan en enfluraan aangezien dit aanleiding kan geven tot het optreden van ernstige aritmieën.

Niet-cardioselectieve ß-blokkers, bijvoorbeeld propranolol, vergroten het ‘pressor’-effect van adrenaline, waardoor een sterke hypertensie en bradycardie kan optreden.

FARMACEUTISCHE GEGEVENS Lijst van hulpstoffen

Adrenaline (vasoconstrictor) Natriumchloride (voor isotonie),

Natriumhydroxide/zoutzuur (voor het instellen van de pH 3,3-5,0), natriummetabisulfiet (E223, antioxidans)

water voor injectie.

Marcaine-adrenaline zijn isotone oplossingen.

Gevallen van onverenigbaarheid

Toevoeging van bupivacaïne aan alkalische oplossingen (zoals carbonaat) veroorzaakt neerslaan van bupivacaïne, aangezien de oplosbaarheid van bupivacaïne bij pH > 6,5 beperkt is. In geval van adrenalinebevattende oplossingen veroorzaakt menging met alkalische oplossingen snelle degradatie van de adrenaline.

Bupivacaïne dient niet te worden gemengd met andere geneesmiddelen.

Houdbaarheid

Glazen flacon: 2 jaar

Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren

Glazen flacon voor enkele-dosis: Bewaren in de koelkast (2-8ºC). Niet invriezen. Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.

Aard en inhoud van de verpakking

Flacons: kleurloos glas met rubberen stop zonder blister

glazen flacon à 20 ml

Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies Algemeen

De oplossingen zonder conserveermiddelen dienen onmiddellijk na opening te worden gebruikt en zijn alleen bestemd voor éénmalig gebruik. Een eventueel restant dient te worden vernietigd.

Hersterilisatie van Marcaine wordt niet aanbevolen.

Marcaine met adrenaline mag niet gesteriliseerd worden, omdat adrenaline niet stabiel is bij verhitting.

Men dient adequate voorzorgsmaatregelen te treffen om langdurig contact tussen het lokaal anestheticum met adrenaline (lage pH) en metalen (bijv. van naalden of met delen van spuiten) te voorkomen, omdat metaalionen , koperionen in het bijzonder, in de oplossing aanleiding kunnen

SPC 26-JUL-2010/CDS update 2005+2007/SBAE/RIRI  
Bijsluiter 26-JUL-2010/CDS update 2005+2007/SBAE/RIRI 13
Marcaine 2,5 – 5,0 mg/ml + adrenaline bijsluiter

geven tot ernstige lokale irritatie (zwelling, oedeem) op de injectieplaats en versnellen de afbraak van adrenaline.

Verenigbaarheid

Bupivacaïne mag niet te worden gemengd met andere geneesmiddelen.

HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

AstraZeneca BV

Louis Pasteurlaan 5

2719 EE Zoetermeer

Tel: + 31 (0)79 363 22 22

NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

Marcaine Adrenalineis in het register ingeschreven onder RVG 08030 (Marcaine 2,5 mg/ml- Adrenaline 1:200.000) en RVG 08031 (Marcaine 5 mg/ml -Adrenaline 1:200.000).

DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING

24 Januari 1996

DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST

Laatste volledige herziening: 26 juli 2010

SPC 26-JUL-2010/CDS update 2005+2007/SBAE/RIRI  
Bijsluiter 26-JUL-2010/CDS update 2005+2007/SBAE/RIRI 14

Laatst bijgewerkt op 04.07.2022


Logo

Uw persoonlijke medicatie-assistent

Medicijnen

Blader hier door onze uitgebreide database van A-Z medicijnen, met effecten, bijwerkingen en doseringen.

Stoffen

Alle actieve ingrediënten met hun werking, toepassing en bijwerkingen, evenals de medicijnen waarin ze zijn opgenomen.

Ziekten

Symptomen, oorzaken en behandeling van veelvoorkomende ziekten en verwondingen.

De weergegeven inhoud vervangt niet de originele bijsluiter van het medicijn, vooral niet met betrekking tot de dosering en werking van de afzonderlijke producten. We kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de nauwkeurigheid van de gegevens, omdat deze gedeeltelijk automatisch zijn omgezet. Raadpleeg altijd een arts voor diagnoses en andere gezondheidsvragen.

© medikamio