- U bent allergisch voor een van de stoffen die in dit geneesmiddel zitten. Deze stoffen kunt u vinden onder rubriek 6.
- U bent allergisch voor een ander middel uit de klasse ergotalkaloïden.
- Wanneer u zwanger bent.
- Tijdens de bevalling voordat de voorste schouder van uw kind geboren wordt (Methergin mag niet worden gebruikt ter inleiding van de bevalling of bij weeënzwakte).
- Wanneer u een ernstig verhoogde bloeddruk heeft.
- Bij ernstige vormen van zwangerschapsvergiftiging die gepaard kunnen gaan met hoofdpijn, braken, ademnood en bloeddrukstijging, aanvallen van spierkrampen en bewustzijnsverlies (pre‐eclampsie of eclampsie).
- Wanneer u een aandoening aan uw hart of bloedvaten heeft.
- Wanneer u een infectie heeft (bijvoorbeeld kraamvrouwenkoorts).
- Wanneer u (gelijktijdig) één van onderstaande geneesmiddelen gebruikt:
- Middelen ter bestrijding van bepaalde infecties (macrolide antibiotica);
- Bepaalde middelen die worden gebruikt voor de behandeling van HIV‐positieve patiënten (HIV protease remmers of reverse transcriptase remmers);
- Bepaalde anti‐schimmelmiddelen (antimycotische azolderivaten);
- Bepaalde middelen tegen migraine (triptanen).
zie ook de rubriek “Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?”.
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt:
- Wanneer u een licht tot matig verhoogde bloeddruk heeft.
- Wanneer u een hart‐ en vaatziekte heeft of wanneer u een verhoogd risico heeft op hart‐ en vaatziekten (bijvoorbeeld roken, ernstig overgewicht, diabetes, hoog cholesterolgehalte in uw bloed).
- Wanneer uw nieren of lever minder goed werken.
Kinderen
Methergin is niet bedoeld voor gebruik bij kinderen. Enkele onopzettelijke toedieningen aan pasgeborenen zijn gemeld, met soms ernstige gevolgen.
Gebruikt u naast Methergin nog andere geneesmiddelen of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts.
Het is met name belangrijk dat u het uw arts vertelt wanneer u een van de volgende geneesmiddelen gebruikt:
Geneesmiddelen die niet tegelijkertijd met Methergin gebruikt mogen worden (zie rubriek ‘Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?’):
- Middelen voor de behandeling van bepaalde infecties (macrolide antibiotica zoals erytromycine, claritromycine, troleandomycine).
- Middelen voor de behandeling van HIV/AIDS (bijvoorbeeld ritonavir, nelfinavir, indinavir of delavirdine).
- Bepaalde middelen voor de behandeling van schimmelinfecties (azol antischimmelmiddelen, zoals ketoconazol, itraconazol en voriconazol). Bij gelijktijdig gebruik van Methergin met bovengenoemde middelen kan de werking van Methergin versterkt worden en kan ergotisme optreden (samentrekking van de bloedvaten met als mogelijk gevolg een zuurstoftekort in bepaalde lichaamsdelen).
- Bepaalde middelen tegen migraine (zogeheten triptanen) zoals sumatriptan. Uw arts zal bepalen hoeveel tijd er moet zitten tussen het gebruik van dit middel en het geneesmiddel van de klasse triptanen.
Ook als u één van de volgende middelen gebruikt, moet u uw arts hierover informeren:
- Bromocriptine (een middel dat onder andere wordt gebruikt om borstvoeding te remmen en bij de ziekte van Parkinson). Extra voorzichtigheid is nodig bij gelijktijdig gebruik met Methergin omdat Methergin het effect van dit middel kan versterken.
- Middelen die ook worden gebruikt voor het versterken van de samentrekking van de baarmoeder, de zogenoemde prostaglandines. Methergin kan hun werking versterken en deze middelen kunnen de werking van Methergin versterken.
- Middelen die de bloedvaten nauwer maken (vasoconstrictoren). Methergin kan de werking van deze middelen versterken.
- Middelen van de klasse sympathicomimetica (bijvoorbeeld tegen astma). Methergin kan de werking van deze middelen versterken.
- Andere middelen waar ergotalkaloïden in zitten, zoals ergotamine. Methergin kan de werking van deze middelen versterken.
- Bepaalde middelen (bèta‐blokkers) die worden voorgeschreven bij hart‐ en vaatziekten. Deze middelen kunnen de werking van Methergin versterken.
- Nitroglycerine of andere middelen gebruikt bij angina pectoris. Methergin kan de werking van deze geneesmiddelen verzwakken.
- Middelen die de werking van een bepaald enzym in het lichaam, CYP3A4, stimuleren (bijvoorbeeld nevirapine of rifampicine). Deze kunnen de werking van Methergin verzwakken.
- Bepaalde anesthetica (middelen gebruikt voor narcose, bijvoorbeeld halothaan, methoxyfluraan). Deze kunnen de werking van Methergin verzwakken.
Zwangerschap en borstvoeding
Gebruik Methergin niet wanneer u zwanger bent. Bij de bevalling mag u Methergin pas gebruiken als de voorste schouder van uw kind geboren is.
Methergin komt in de moedermelk terecht en het wordt afgeraden borstvoeding te geven tijdens de behandeling met Methergin. Als u borstvoeding wilt geven, moet u tot tenminste 12 uur na de laatste toediening van Methergin de afgekolfde moedermelk weggooien.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Gezien de periode waarin dit middel gebruikt wordt (vlak na de geboorte) is een waarschuwing niet van toepassing.