Gebruik Omniplasma niet
- als u allergisch (overgevoelig) bent voor humane plasmaproteïnen of een van de andere bestanddelen van Omniplasma (zie rubriek 6).
- als u weet dat u antistoffen hebt tegen immunoglobuline A (IgA).
- als u vroeger reacties hebt vertoond op een of ander preparaat van humaan plasma of FFP.
- als u weet dat u een laag gehalte aan proteïne S hebt (een vitamine K-afhankelijk eiwit in uw bloed).
Wees extra voorzichtig met Omniplasma
20130220_pil_952_NL_12.11_nl (marked)
- als u een laag gehalte aan immunoglobuline A hebt.
- als u vroeger reacties hebt vertoond op plasmaproteïnen met inbegrip van FFP.
- als u aan hartfalen of vocht in de longen (longoedeem) lijdt.
- als u een bekend risico loopt op complicaties door bloedstolling (trombose) gezien het mogelijk verhoogde risico op veneuze trombo-embolie (stolselvorming in de aders).
- Vertel uw arts als u eventuele andere ziekten hebt gehad.
Omniplasma wordt doorgaans niet aanbevolen voor de behandeling van de ziekte van von Willebrand.
Virale veiligheid
Als geneesmiddelen worden bereid uit humaan bloed of plasma, worden bepaalde maatregelen genomen om te voorkomen dat infecties zouden worden overgedragen op patiënten. Die omvatten een zorgvuldige selectie van de bloed- en plasmadonoren met uitsluiting van donoren die een infectie zouden kunnen dragen, en onderzoek van elke donatie en van pools van plasma op tekenen van virussen/infecties. De fabrikanten van die producten lassen bij de verwerking van het bloed of het plasma ook stappen in om virussen te inactiveren of te verwijderen. Ondanks die maatregelen kan de mogelijkheid van overdracht van een infectie niet volledig worden uitgesloten als geneesmiddelen worden bereid van humaan bloed of plasma. Dat geldt ook voor eventuele onbekende of opkomende virussen of andere types van infectie.
De genomen maatregelen worden doeltreffend geacht tegen virussen met een enveloppe zoals het humane immunodeficiëntievirus (hiv), het hepatitis B- en het hepatitis C-virus.
Het zou kunnen dat de maatregelen maar van beperkte waarde zijn tegen bepaalde virussen zonder enveloppe zoals het hepatitis A-virus, hepatitis E-virus en het parvovirus B19.
Het wordt ten stelligste aanbevolen om de naam en het lotnummer van het product op te schrijven telkens als u een dosis van Omniplasma krijgt, om een dossier bij te houden van het gebruikte lot.
Uw arts kan u aanraden om vaccinatie tegen hepatitis A en B te overwegen als u regelmatig/herhaaldelijk van humaan plasma afgeleide producten krijgt.
Gebruik met andere geneesmiddelen
In klinische studies werd Omniplasma toegediend in combinatie met diverse andere geneesmiddelen, en er werden geen interacties waargenomen.
Omniplasma mag niet worden vermengd met andere intraveneuze vloeistoffen of geneesmiddelen behalve rode bloedcellen en bloedplaatjes.
Om de mogelijkheid van bloedstolsels te voorkomen, mogen oplossingen die calcium bevatten, niet via dezelfde intraveneuze lijn worden toegediend als Omniplasma.
Er zijn geen reacties bekend met andere geneesmiddelen.
Vertel uw arts of apotheker als u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dat geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen.
Gebruik van Omniplasma met voedsel en drank
Er werden geen effecten waargenomen.
Zwangerschap en borstvoeding
Als u zwanger bent, moet u dat uw arts melden. U krijgt alleen Omniplasma als uw arts dat voor u belangrijk vindt.
Vraag uw arts om advies voordat u een geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Er werd geen effect waargenomen op de rijvaardigheid of op het vermogen om machines te bedienen. U moet zelf beslissen of u zich voldoende goed voelt om met een voertuig te rijden of andere taken te verrichten die meer concentratie vereisen.
Belangrijke informatie over enkele bestanddelen van Omniplasma
Niet van toepassing. Voor een lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.
20130220_pil_952_NL_12.11_nl (marked)