Welke stoffen zitten er in dit middel?
- De werkzame stof in dit middel is methylnaltrexonbromide. Elke injectiespuit van 0,4 ml bevat 8 mg methylnaltrexonbromide. Elke injectiespuit van 0,6 ml bevat 12 mg methylnaltrexonbromide. Eén ml oplossing bevat 20 mg methylnaltrexonbromide.
- De andere stoffen in dit middel zijn natriumchloride, natriumcalciumedetaat, glycinehydrochloride, water voor injecties, hydrochloorzuur (om de pH aan te passen) en natriumhydroxide (om de pH aan te passen).
Hoe ziet Relistor eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Relistor is een oplossing voor injectie. De oplossing is helder, kleurloos tot lichtgeel en het bevat geen vlokken of deeltjes.
De volgende verpakkingen zijn verkrijgbaar:
Verpakking met 4, 7, 8 of 10 voorgevulde injectiespuiten met naaldbescherming.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
TMC Pharma Services Ltd.
Lodge Farm Barn
Elvetham Park Estate
Fleet Road
Hartley Wintney
Hampshire
RG27 8AS
UK
Tel: +44 1252 842255
Fax: +44 1252 842277
E-mail: Medical.Dept@TMCPharma.com
Fabrikant
Wyeth Lederle S.r.l
Via Franco Gorgone
Zona Industriale
95100 Catania
Italië
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
PATIENTENCHECKLIST
Dit gedeelte bevat belangrijke vragen die u moet beantwoorden voordat u Relistor gaat gebruiken en gedurende de behandeling met Relistor.
Als u Nee antwoordt op één van de volgende vragen gedurende uw behandeling met uw geneesmiddel, neem dan alstublieft contact op met uw arts, verpleegkundige of apotheker.
- Krijgt u een opioïdbehandeling (bijvoorbeeld morfine of codeïne) voor uw ziekte?
- Is het 48 uur of langer geleden sinds uw laatste ontlasting?
- Bent u bekend met de techniek van het zelfinjecteren of heeft u dit met uw arts (of verpleegkundige of apotheker) besproken?
- Bent u mobiel genoeg om het toilet te bereiken, of heeft u een verzorger die op u let en u kan helpen?
- Heeft u een contactnummer van uw wijkverpleegkundige of het gezondheidscentrum?
INSTRUCTIES VOOR HET BEREIDEN EN TOEDIENEN VAN EEN RELISTOR-INJECTIE
Deze rubriek is verdeeld in de volgende subrubrieken:
Inleiding
Stap 1: Voorbereiding voor een injectie
Stap 2: Het kiezen en voorbereiden van de injectieplaats
Stap 3: Het injecteren van Relistor uit een voorgevulde injectiespuit
Stap 4: Weggooien van de benodigdheden
Inleiding
De volgende instructies leggen uit hoe een Relistor injectie moet worden voorbereid en toegediend met een voorgevulde injectiespuit. U wordt vriendelijk verzocht deze instructies te lezen en ze stap voor stap te volgen. U krijgt instructies van uw arts, verpleegkundige of apotheker over de technieken van zelfinjectie. Begin pas met het toedienen van een injectie als u er zeker van bent dat u weet hoe u de injectie moet voorbereiden en toedienen.
Belangrijke aanwijzingen:
- Gebruik een voorgevulde injectiespuit met Relistor niet meer dan één keer, zelfs als er nog geneesmiddel in de injectiespuit zit
- Gooi de Relistor voorgevulde injectiespuit na gebruik op een veilige manier weg (Stap 4).
- Doe de dop niet terug op gebruikt naalden, om verwonding door naaldprikken te voorkomen.
Leg de benodigdheden voor de injectie klaar:
- Relistor voorgevulde injectiespuit
- Alcoholdoekje
- Wattenbolletje of gaasje
- Pleister
Stap 1: Voorbereiding voor een injectie
- Kies een vlak, schoon, goed verlicht werkoppervlak waar u de inhoud van uw Relistor doos kunt uitleggen. Zorg ervoor dat u voldoende tijd beschikbaar heeft om de injectie te voltooien.
- Was uw handen zorgvuldig met zeep en warm water.
- Kijk naar de voorgevulde injectiespuit. Verzeker u ervan dat de door uw arts voorgeschreven dosis overeenkomt met de dosis op het etiket van de voorgevulde injectiespuit.
- Verzeker u ervan dat de vloeistof in de voorgevulde injectiespuit helder is en kleurloos tot lichtgeel en geen vlokken of deeltjes bevat. Als dat niet zo is, gebruik de oplossing dan niet, en neem contact op met uw verpleegkundige, arts of apotheker.
- Houd met één hand de voorgevulde injectiespuit stevig bij het reservoir vast en trek het naalddopje er in een rechte lijn af. De naald niet aanraken of ergens tegenaan laten komen.
Stap 2: Het kiezen en voorbereiden van de injectieplaats
1. De drie aanbevolen plaatsen op het lichaam voor injectie van Relistor zijn: (1) uw bovenbenen (dijen), (2) de buik (maagstreek) en (3) uw bovenarmen (alleen als iemand anders u injecteert).
- Het wordt aanbevolen voor elke nieuwe injectie een andere plaats te gebruiken. Vermijd herhaalde injecties op exact dezelfde plaats als eerder is gebruikt. Niet injecteren in gebieden waar de huid teer, rood of hard is of waar deze blauwe plekken vertoont. Vermijd gebieden met littekens of striae.
- Maak de injectieplaats met een alcoholdoekje schoon en laat deze drogen. Raak dit gebied niet meer aan voor het injecteren.
Stap 3: Het injecteren van Relistor uit een voorgevulde injectiespuit
1. Houd de spuit met één hand vast als een potlood. Gebruik de andere hand om de gereinigde huid zachtjes samen te knijpen en houd de huid stevig vast.
2. Duw de naald met een snelle, korte beweging onder een lichte hoek (45 graden) door de huid.
3. Als de naald in de huid is gebracht, laat dan de huid los en duw de zuiger langzaam naar beneden om alle Relistor te injecteren.
4. Trek de naald snel uit de huid en houdt deze onder dezelfde hoek als waaronder hij is ingebracht. Haal uw duim en wijsvinger van de zuiger af zodat de beschermhuls de naald kan bedekken. Het kan een beetje bloeden op de injectieplaats.
5. U kunt een wattenbolletje of een gaasje op de injectieplaats drukken. Wrijf niet op de plaats van de injectie. Indien nodig kunt u de injectieplaats met een pleister bedekken.
Stap 4: Weggooien van de benodigdheden
De voorgevulde injectiespuit mag NOOIT opnieuw gebruikt worden. Doe NOOIT de dop weer op de naald. Gooi de voorgevulde injectiespuit weg volgens de instructies van uw arts, verpleegkundige of apotheker.
Gooi de voorgevulde injectiespuit in een afsluitbare container die tegen prikken bestand is. U kunt een container voor scherpe onderdelen gebruiken (zoals een gele container voor gevaarlijke objecten). Vraag uw arts, verpleegkundige of apotheker om instructies voor het op de juiste manier weggooien (vernietigen) van de container. Er kunnen lokale wetten zijn voor het weggooien van naalden en injectiespuiten.