3.1 GEVALLEN WAARIN HET PRODUCT NIET MOET WORDEN GEBRUIKT
Alle ziekten die uw algehele toestand ernstig beïnvloeden; huidaandoeningen in het testgebied; huidreacties ten gevolge van druk of aanraking op de huid; huidontsteking. Gebruik van locale of algemeen werkzame β-blokkers (hartmiddelen). Overgevoeligheid voor glycerol.
3.2 NODIGE VOORZORGEN BIJ GEBRUIK
Er bestaat geen bezwaar tegen het uitvoeren van priktesten met de positieve en negatieve controlevloeistoffen tijdens de zwangerschap en in de periode waarin borstvoeding wordt gegeven. Priktesten met allergenen daarentegen dienen als dit mogelijk is, na de zwangerschap te worden uitgevoerd.
Beïnvloeding van de rijvaardigheid valt niet te verwachten.
3.3 WISSELWERKINGEN MET ANDERE GENEESMIDDELEN EN ANDERE WISSELWERKINGEN DIE DE WERKING VAN HET PRODUCT KUNNEN BE-
ÏNVLOEDEN
Behandeling met anti-allergische geneesmiddelen kan de huidreactie onderdrukken. Er wordt geadviseerd pas te testen nadat de werking van het betrokken geneesmiddel verdwenen is. Bijnierschorshormonen (corticosteroïden) die in dosis overeenkomen met 30 mg prednison/ prednisolon per dag en die niet langer dan een week worden ingenomen, hebben geen invloed op de huidtest, echter wel sterk werkzame cortisteroïd-zalven, zoals betamethason.
Laag gedoseerde corticosteroïden, die ingenomen moeten worden (bijv. tot 10 mg prednisolon per dag), hoeven niet beëindigd te worden.
3.4 SPECIALE WAARSCHUWINGEN
De controlevloeistoffen dienen alleen toegepast te worden bij een priktest in combinatie met andere allergeentestvloeistoffen.
De arts dient een spuit met adrenaline-oplossing bij de hand te hebben om ernstige reacties te kunnen bestrijden.
Tot 30 minuten na de priktest dient u gecontroleerd te worden op het voorkomen van meer of minder ernstige allergische reacties.
Allergisch eczeem kan de betrouwbaarheid van de test beïnvloeden.
4.1 DOSERING
Ten einde een huidtest te kunnen uitvoeren wordt één druppel testvloeistof met allergeen- oplossing op de huid gedruppeld.
4.2 WIJZE VAN GEBRUIK
De priktest wordt gewoonlijk toegepast op de binnenzijde van de onderarm. De huid kan gedesinfecteerd worden met 70% alcohol.
Meestal worden er verschillende allergeenoplossingen tegelijkertijd per sessie getest, alsmede een positieve (histamine) en een negatieve controle (oplosmiddel).
De positie van de verschillende allergeenoplossingen en de controles op de huid wordt 2
gemarkeerd met een pen. Met behulp van een steriel priktestnaaldje met een punt van 1 mm wordt door de druppel op de huid geprikt. Hierna worden de druppels voorzichtig met een tissue weggenomen (niet vegen!), en wel zodanig dat de verschillende prikplaatsen niet met andere allergeen-oplossingen in aanraking komen. Na 15 minuten wordt de huidreactie afgelezen. Een positieve huidreactie kenmerkt zich door een bleke, verheven blaasje ("kwaddel"), omgeven door een rode uitslag ("erytheem"). De positieve controle moet deze reactie altijd geven, de negatieve controle mag geen reactie geven.
4.3 HOE VAAK MOET DE HUIDTEST VERRICHT WORDEN
Een huidtest met verschillende allergeenoplossingen en 2 controles wordt doorgaans eenmaal verricht.
4.4 DUUR VAN DE HUIDTEST
De uitvoering van de huidtest, inclusief het aflezen en vastleggen van de huidreactie, gebeurt meestal binnen een half uur.
4.5 WAT TE DOEN ALS MEER IS TOEGEDIEND DAN IS VOORGESCHREVEN Overdosering uit zich in de regel door het optreden van locale reacties of door algemene reacties als genoemd in rubriek 5 (Bijwerkingen).