- U bent overgevoelig (allergisch) voor één van de stoffen die in dit geneesmiddel zitten. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
- U heeft al eens eerder een allergische reactie gehad na de toediening van een middel dat joxitalaminezuur bevat (zie ook rubriek 4).
- Men vermoedt dat er bij u een open verbinding (fistel) is tussen de luchtpijp en de slokdarm.
- Wanneer er een risico is dat u zich zal verslikken.
- De bloedspiegels van schildklierhormoon zijn bij u extreem hoog (thyreotoxicose).
Vertel uw arts of radioloog vooraf als het volgende op u van toepassing is:
- U heeft al eens eerder tijdens een onderzoek gereageerd op een contrastmiddel. Zoals bij alle jodiumhoudende contrastmiddelen, kan dit middel lichte tot ernstige overgevoeligheidsreacties veroorzaken. Deze reacties kunnen binnen een uur optreden of, in zeldzamer gevallen, tot wel 7 dagen na toediening. Ze zijn dikwijls onvoorspelbaar, maar het risico hierop is hoger als u al eens eerder een reactie hebt doorgemaakt na toediening van een jodiumhoudend contrastmiddel (zie rubriek 4).
- U heeft astma en u heeft in de 8 dagen voorafgaand aan het onderzoek een astma-aanval gehad.
- U heeft een schildklieraandoening of u heeft in het verleden een schildklieraandoening gehad.
- U heeft een ernstige hartziekte, onvoldoende pompkracht van het hart (hartfalen), een hartklepaandoening, andere problemen met uw bloedvaten.
- U heeft een verminderde nierfunctie.
- U heeft een verminderde leverfunctie.
- U heeft suikerziekte (diabetes mellitus).
- U heeft een beroerte gehad of u heeft onlangs een bloeding in de hersenen of binnen de schedel gehad.
- U heeft een ophoping van vocht in de hersenen
- U heeft epilepsie.
- U heeft een spierziekte (myasthenie).
- U heeft een gezwel van het bijniermerg (feochromocytoom).
- U voelt zich uitgedroogd (eventuele uitdroging moet vóór het onderzoek worden gecorrigeerd).
- U bent angstig of nerveus, of u heeft pijn; in dat geval kunnen bijwerkingen worden versterkt.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of radioloog/medewerker van de afdeling radiologie. Dit is met name belangrijk wanneer:
- U wordt behandeld met radioactief jodium (jodium 131).
- U wordt behandeld met het middel Interleukine 2 (het risico op een overgevoeligheidsreactie is dan groter).
- U wordt behandeld met fibrinolytica (geneesmiddelen die worden gebruikt om bloedstolsels op te lossen).
- U één van de volgende geneesmiddelen gebruikt:
- bètablokkers en andere geneesmiddelen die zijn voorgeschreven voor hoge bloeddruk en hartproblemen.
- diuretica (plasmiddelen).
- Metformine (middel bij suikerziekte).
- pijnstillers met ontstekingsremmende en koortswerende werking (NSAID’s).
- antimicrobiële of antivirale middelen (middelen tegen een infectieziekte bijv. aciclovir, ganciclovir, valaciclovir, adefovir, cidofovir en tenofovir ).
- antidepressiva (tegen depressie), antipsychotica (tegen psychose) of analeptica (middelen die het centrale zenuwstelsel stimuleren).
- immunodepressiva (middelen die de afweer onderdrukken, bijv. ciclosporine en tacrolimus).
- chemotherapeutische middelen (voor de behandeling van kanker).
Heeft u vragen? Neem dan contact op met uw arts of radioloog/medewerker van de afdeling radiologie,
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of radioloog/medewerker van de afdeling radiologie voordat u dit geneesmiddel krijgt.
Zwangerschap
Tijdens de zwangerschap moet elke blootstelling aan röntgenstralen worden vermeden. Daarom zal uw arts zorgvuldig het voordeel van radiologisch onderzoek afwegen tegen het mogelijke risico.
Borstvoeding
Vertel het uw arts of radioloog/medewerker van de afdeling radiologie als u op dit moment borstvoeding geeft of van plan bent dit te gaan doen. Na toediening van Telebrix Gastro moet u het geven van borstvoeding voor ten minste 24 uur onderbreken.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Er is geen onderzoek verricht met betrekking tot de effecten op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen.
Een effect op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen is niet te verwachten. Als u zich na het onderzoek echter niet goed voelt, moet u niet autorijden en geen machines bedienen.
Telebrix Gastro bevat ethanol
Dit geneesmiddel bevat kleine hoeveelheden ethanol (alcohol), tot maximaal 0,52 ml per 100 ml.