Om zwangerschap te voorkomen.
Anticonceptiepillen zijn zeer betrouwbaar. Als zij correct worden ingenomen (zonder dat tabletten worden vergeten) is de kans op zwangerschap zeer klein.
In de hieronder genoemde situaties mag u geen combinatiepil gebruiken. Als één van deze situaties op u van toepassing is, moet u dit dus aan uw dokter vertellen voordat u met Trigynon begint. Uw dokter raadt u dan misschien een ander type pil aan of een heel andere (niet-hormonale) methode van geboorteregeling.
- Als u een bloedstolsel (veneuze trombose) in een been, in de longen of elders heeft of heeft gehad (zie ook onder “De pil en trombose”) .
- Als u een aandoening van de (slagaderlijke) bloedvaten heeft gehad, zoals een hartaanval of een beroerte (hersenen). (Zie ook onder "De pil en trombose".)
- Als u een ernstig verhoogd risico heeft voor het krijgen van trombose. Het risico op trombose is ernstig verhoogd in de volgende situaties: o als u een aandoening heeft (of in het verleden ooit heeft gehad) die een mogelijke voorbode kan zijn van een hartaanval (bijvoorbeeld angina pectoris, dit uit zich in hevige pijn op de borst) of van een beroerte (bijvoorbeeld TIA, dit is een transient ischaemic attack, een lichte beroerte zonder restverschijnselen); o als u suikerziekte heeft waarbij uw bloedvaten zijn aangetast; o als u ernstig verhoogde bloeddruk heeft; o als u een ernstig verhoogd vetgehalte in het bloed heeft (cholesterol of triglyceriden); o als u een, al dan niet erfelijke, stoornis in de bloedstolling heeft.
- Als u een ernstige leveraandoening of geelzucht heeft, of in het verleden heeft gehad.
- Als u borstkanker, leverkanker of kanker aan de geslachtsorganen heeft, of in het verleden heeft gehad.
- Als u ongewone bloedingen uit de schede heeft, waarvan de oorzaak niet is vastgesteld.
- Als u zwanger bent, of denkt dat u zwanger zou kunnen zijn.
- Als u overgevoelig bent voor een van de bestanddelen van Trigynon.
Mocht een van de genoemde situaties ontstaan terwijl u Trigynon al gebruikt, dan moet u onmiddellijk stoppen en contact opnemen met uw dokter. Gebruik in de tussentijd een andere, niet-hormonale methode van anticonceptie. Zie ook "Algemene opmerkingen".
Algemene opmerkingen
In deze bijsluiter zijn verscheidene situaties beschreven waarbij u het gebruik van de pil moet staken, of waarbij de betrouwbaarheid van de pil verminderd kan zijn. U mag dan geen geslachtsgemeenschap hebben of u moet aanvullend een niet-hormonaal voorbehoedmiddel gebruiken. In het algemeen is een condoom of een andere barrièremethode geschikt. Gebruik geen kalender- of temperatuurmethode. Die kunnen onbetrouwbaar zijn doordat de pil invloed heeft op de maandelijkse veranderingen van de lichaamstemperatuur en van het slijm in de baarmoederhals.
De pil, en dus ook Trigynon, biedt geen bescherming tegen infectie met het HIV-virus (AIDS) en ook niet tegen andere seksueel overdraagbare aandoeningen.
Dit product is alleen voor uzelf voorgeschreven en u moet het dus niet door anderen laten gebruiken.
Voordat u met Trigynon begint
In bepaalde situaties kan het nodig zijn dat u tijdens het gebruik van een combinatiepil onder extra controle blijft. Als één van deze situaties op u van toepassing is, moet u dit aan uw dokter vertellen voordat u met Trigynon begint. Dit geldt voor de volgende situaties, uw dokter kan u uitleggen om welke risico’s het gaat.
- U rookt.
- U heeft suikerziekte.
- U bent veel te zwaar.
- U heeft verhoogde bloeddruk.
- U heeft een aandoening van de hartkleppen of een bepaalde hartritmestoornis.
- U heeft een aderontsteking (oppervlakkige flebitis).
- U heeft spataderen.
- Iemand in uw directe familie heeft ooit trombose, een hartaanval of een beroerte gehad.
- U heeft last van migraine.
- U heeft epilepsie.
- Bij uzelf of in uw directe familie komt een verhoogd vetgehalte in het bloed voor (cholesterol of triglyceriden).
- Iemand in uw directe familie heeft ooit borstkanker gehad.
- U heeft een aandoening van de lever of van de galblaas.
- U heeft de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa (chronische darmontsteking)
- U heeft SLE (systemische lupus erythematodes; een bepaalde aandoening van het afweersysteem).
- U heeft HUS (haemolytisch uraemisch syndroom; een bepaalde bloedaandoening die nierbeschadiging veroorzaakt).
- U heeft chloasma of u heeft ooit chloasma gehad (geel-bruine pigmentvlekken, zogenaamde 'zwangerschapsvlekken', vooral in het gezicht); als dit het geval is, is het verstandig om directe blootstelling aan zonlicht of ultraviolet licht te vermijden.
Mocht een van de genoemde situaties ontstaan of verergeren terwijl u Trigynon al gebruikt, dan moet u contact opnemen met uw dokter.
De pil en trombose
Trombose is de vorming van een bloedstolsel (bloedprop) waardoor een bloedvat kan worden afgesloten. Trombose treedt soms op in een van de diepgelegen aderen van het onderbeen (diepe veneuze trombose). Als het stolsel loslaat, kan het terechtkomen in de slagaderen van de longen en daar een bloedvat afsluiten (longembolie). Diepe veneuze trombose komt zelden voor. Het kan bij pilgebruiksters en bij niet- pilgebruiksters voorkomen. Het risico op trombose is bij pilgebruiksters iets groter dan bij niet- pilgebruiksters, maar minder groot dan tijdens zwangerschap.
In zeldzame gevallen kan trombose ook voorkomen in een slagader (arteriële trombose), bijvoorbeeld in de bloedvaten van het hart (hartaanval) of de hersenen (beroerte).
Bij gebruik van anticonceptiepillen die zowel een oestrogeen als een progestageen hormoon bevatten, de zogenaamde “combinatiepillen”, bestaat een toegenomen kans op het optreden van een veneuze trombose (bloedprop in een bloedvat) of longembolie (bloedprop in een bloedvat van de long) in vergelijking met geen gebruik.
Dit verhoogde risico is het hoogst gedurende het allereerste jaar dat een “combinatiepil” wordt gebruikt. Het risico is kleiner dan het risico van het optreden van een veneuze trombose of longembolie tijdens de zwangerschap. Het risico tijdens een zwangerschap wordt geschat op 60 gevallen per 100.000 zwangerschappen. Na een trombose vindt niet altijd volledig herstel plaats; in 1-2% van de gevallen heeft een veneuze trombose of longembolie een dodelijke afloop.
Het risico van het optreden van een veneuze trombose of longembolie voor “combinatiepillen” die 30 μg ethinylestradiol en levonorgestrel bevatten, bedraagt ongeveer 20 gevallen per 100.000 gebruiksjaren.
Het risico op een hartaanval of beroerte neemt in het algemeen toe met de leeftijd en naarmate men meer rookt. Als u de pil gebruikt, moet u stoppen met roken, vooral als u ouder bent dan ongeveer 35 jaar.
Als u hoge bloeddruk krijgt tijdens het gebruik van de pil, kunt u het advies krijgen met de pil te stoppen.
Als u een operatie moet ondergaan, enige tijd bedrust moet houden of niet mag lopen (bijvoorbeeld als een van uw benen wordt gegipst of gezwachteld in verband met het behandelen van spataderen), kan het risico op diepe veneuze trombose tijdelijk verhoogd zijn. Als u de pil gebruikt is dit risico mogelijk nog iets groter. Vraag in zo'n geval ruim van te voren aan uw dokter wat u moet doen. Die kan u aanraden om enkele weken vóór de operatie of aan het begin van de periode waarin u bedrust moet houden of niet mag lopen, met de pil te stoppen. Uw dokter kan u ook vertellen wanneer u weer met de pil verder mag gaan. Dit is meestal ongeveer twee weken nadat u weer helemaal op de been bent.
Stop met het innemen van tabletten en neem onmiddellijk contact op met uw dokter indien u plotseling last krijgt van een van de volgende verschijnselen. Het kunnen namelijk symptomen van een trombose zijn:
- hoesten zonder duidelijke oorzaak;
- hevige pijn op de borst al dan niet uitstralend naar de linkerarm;
- ademnood;
- een ongewone, hevige of aanhoudende hoofdpijn of migraineaanval;
- gedeeltelijke of volledige blindheid of dubbel zien;
- niet of slecht kunnen spreken;
- plotselinge veranderingen in gehoor, reuk of smaak;
- duizeligheid of bewusteloosheid;
- zwakte of ongevoeligheid in een gedeelte van het lichaam;
- hevige, ondraaglijke buikpijn;
- hevige pijn en/of zwelling in een van de benen.
De pil en kanker
Bij vrouwen die de pil gebruiken wordt iets vaker borstkanker geconstateerd dan bij niet-pilgebruiksters van dezelfde leeftijd. Tien jaar na het stoppen met de pil is er geen verschil meer. Het is niet bekend of dit verschil wordt veroorzaakt door de pil. Het kan ook komen omdat pilgebruiksters grondiger en vaker worden onderzocht, zodat de borstkanker eerder wordt ontdekt. Hoe eerder de kanker wordt ontdekt, hoe beter de resultaten van de behandeling.
In zeldzame gevallen zijn bij pilgebruiksters goedaardige levertumoren gevonden en in nog zeldzamere gevallen kwaadaardige levertumoren. Soms hebben deze tumoren geleid tot een levensbedreigende inwendige bloeding. Mocht u plotseling last krijgen van hevige buikpijn, dan moet u onmiddellijk contact opnemen met uw dokter.
Bij vrouwen die de pil gedurende langere tijd hebben gebruikt is iets vaker baarmoederhalskanker geconstateerd. Dit hoeft echter niet door de pil te komen maar kan te maken hebben met seksueel gedrag en andere factoren.
De pil en andere geneesmiddelen
Sommige geneesmiddelen kunnen tot gevolg hebben dat de pil minder goed werkt. Hiertoe behoren onder andere geneesmiddelen voor de behandeling van epilepsie (bijvoorbeeld primidon, fenytoïne, barbituraten) en tuberculose (bijvoorbeeld rifampicine); en verder ook antibiotica (bijvoorbeeld ampicilline, tetracycline, griseofulvine) voor de behandeling van sommige andere infecties. Ook kruidenmiddelen die sint-janskruid (Hypericum perforatum) bevatten, kunnen invloed hebben op de betrouwbaarheid van de pil. De verminderde werkzaamheid van de pil door gelijktijdig gebruik van sint-jankruid kan nog tenminste twee weken voortduren nadat de behandeling met sint-janskruid is gestaakt.
Vertel daarom altijd aan de dokter die de pil voorschrijft welke geneesmiddelen u allemaal gebruikt. Vertel ook aan iedere andere dokter of tandarts die u een geneesmiddel voorschrijft (of aan de apotheker) dat u Trigynon gebruikt. Zij kunnen u dan vertellen of het nodig is een extra, niet-hormonaal voorbehoedmiddel te gebruiken en ook hoe lang u dat dan moet gebruiken.
De pil en borstvoeding
Het gebruik van Trigynon wordt in het algemeen niet aangeraden zolang een vrouw borstvoeding geeft. Als u de pil toch wilt gebruiken terwijl u nog borstvoeding geeft, kunt u het beste contact opnemen met uw dokter.
De pil en zwangerschap
Als u zwanger bent, of denkt dat u zwanger zou kunnen zijn, mag u Trigynon niet gebruiken.
De pil en rijvaardigheid
Er zijn geen aanwijzingen dat de rijvaardigheid wordt beïnvloed.
Pilcontrole
Uw dokter kan u aanraden om regelmatig een afspraak te maken voor een pilcontrole. Het hangt af van uw persoonlijke situatie hoe vaak u voor controle moet terugkomen en welk onderzoek dan plaatsvindt.
Zo snel mogelijk contact opnemen met de dokter in de volgende gevallen:
- bij veranderingen in uw gezondheid (of die van uw directe familieleden) die te maken hebben met een van de punten die elders in deze bijsluiter worden genoemd (zie onder "Wanneer mag u Trigynon niet gebruiken" en "Voordat u met Trigynon begint");
- bij een knobbeltje in de borst;
- wanneer u nieuwe geneesmiddelen gaat gebruiken, in het bijzonder antibiotica (zie onder "De pil en andere geneesmiddelen");
- minstens vier weken vóórdat u een operatie moet ondergaan of wanneer u enige tijd bedlegerig bent of niet mag lopen;
- bij aanhoudend of erger wordend onregelmatig bloedverlies;
- als u tabletten heeft vergeten in de eerste week van de strip en in de zeven dagen vóór het vergeten gemeenschap heeft gehad;
- als de verwachte bloeding voor de tweede keer achter elkaar uitblijft (begin niet met de nieuwe strip voordat uw dokter zegt dat dat kan).
Het pilgebruik staken en meteen naar de dokter in de volgende gevallen:
- bij het optreden van verschijnselen die op trombose kunnen wijzen (zie onder "De pil en trombose");
- bij plotselinge, hevige buikpijn.
NB. De hierboven vermelde situaties en verschijnselen worden elders in deze bijsluiter meer uitgebreid beschreven en toegelicht.