Vistide wordt toegediend met een intraveneuze infusie (druppelsgewijze toediening in een ader).
Het mag niet via andere methoden, zoals intraoculaire injectie (injectie direct in het oog), of topisch (op de huid) worden toegediend. Vistide moet worden toegediend door een arts of verpleegkundige met de aangewezen ervaring om mensen met aids te behandelen.
De arts of verpleegkundige zal de juiste dosis Vistide van de injectieflacon overbrengen in een infuuszak die 100 ml 0,9% (normale) fysiologische zoutoplossing bevat. Het hele volume in de zak wordt in uw ader geïnfundeerd met een constante snelheid over een periode van 1 uur met behulp van een standaard infuuspomp. De aanbevolen dosis, toedieningsfrequentie en infusiesnelheid mogen niet
worden overschreden. Aan het einde van deze bijsluiter wordt voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg aanvullende informatie gegeven over hoe Vistide moet worden toegediend.
Om de kans op nierbeschadiging te verkleinen, moeten probenecidetabletten en intraveneuze vloeistoffen (fysiologische zoutoplossing) op de dag van elke infusie met Vistide worden toegediend. (Zie subrubrieken “Hoe neemt u probenecide samen met Vistide in?” en “Hoe worden intraveneuze vloeistoffen vóór Vistide toegediend?” hieronder.)
Dosis bij volwassenen
De dosis die u nodig heeft, wordt berekend op basis van uw lichaamsgewicht.
De start (het begin) van de behandeling
De aanbevolen dosis Vistide bij patiënten met normale nierfunctie is 5 mg per kg lichaamsgewicht
éénmaal per week toegediend gedurende twee opeenvolgende weken.
Onderhoudsbehandeling
Deze begint twee weken na het voltooien van de startbehandeling. De aanbevolen onderhoudsdosis Vistide bij patiënten met normale nierfunctie is 5 mg per kg lichaamsgewicht éénmaal per twee weken toegediend.
Aanpassing van de dosis
Als u nierproblemen heeft, is het mogelijk dat Vistide geen geschikte behandeling voor u is. Vóór iedere infusie met Vistide zullen urine- en/of bloedmonsters worden genomen om de nierfunctie te controleren. Bij patiënten met verminderde nierfunctie kan de behandeling met Vistide worden onderbroken of stopgezet, afhankelijk van uw toestand.
Als u per ongeluk meer Vistide toegediend heeft gekregen dan de voorgeschreven dosis, dient u dit onmiddellijk aan uw arts mee te delen.
Hoe neemt u probenecide samen met Vistide in?
Probenecidetabletten worden gegeven om de kans op nierbeschadiging te verkleinen. U moet 3 doses probenecidetabletten via de mond innemen op dezelfde dag dat Vistide wordt toegediend, zoals in de volgende tabel wordt aangegeven:
Tijdstip | Dosis |
3 uur vóór de start van de infusie met Vistide | 2 g probenecide |
2 uur na beëindiging van de infusie met Vistide | 1 g probenecide |
8 uur na beëindiging van de infusie met Vistide | 1 g probenecide |
Totaal | 4 g probenecide |
Probenecide wordt alleen ingenomen op dezelfde dag dat Vistide wordt toegediend.
Hoe worden intraveneuze vloeistoffen vóór Vistide toegediend?
Er wordt normale fysiologische zoutoplossing gegeven om de kans op nierbeschadiging te verkleinen. U dient in totaal een liter 0,9% (normale) fysiologische zoutoplossing vóór elke dosis Vistide intraveneus toegediend te krijgen (druppelsgewijze toediening in een ader). De zoutoplossing dient over een periode van 1 uur te worden toegediend onmiddellijk vóór de Vistide-infusie. Indien mogelijk kan uw arts een tweede liter vloeistof toedienen. Indien toegediend, dient de tweede liter zoutoplossing over een periode van 1 tot 3 uur ofwel tegelijkertijd met het begin van de Vistide-infusie ofwel onmiddellijk na de infusie te worden gegeven. Mogelijk zegt uw arts ook tegen u dat u voldoende moet drinken.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.