Wilfactin 100 IE/ml, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie

Wilfactin 100 IE/ml, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
Werkzame stof(fen)Von willebrand-factor
Toelatingslandnl
VergunninghouderLFB-Biomedicaments
ATC-codeB02BD10
Farmacologische groepenVitamine k en andere hemostatica

Patiëntenbijsluiter

Wat is het en waarvoor wordt het gebruikt?

WILFACTIN is een geneesmiddel dat behoort tot de groep van de hemostatica (bloedstollingbevorderende middelen).

Het werkzame bestanddeel is humane Von-Willebrand-factor, een eiwit dat van nature in het lichaam voorkomt.

Dit eiwit heeft als taak voor de normale stolling van het bloed te zorgen en te voorkomen dat een bloeding te lang duurt.

WILFACTIN wordt gebruikt om het tekort aan Von-Willebrand-factor te compenseren bij patiënten met de ziekte van Von Willebrand:

  • om bloedingen te voorkomen en te behandelen;
  • bij operaties.

De ziekte van Von Willebrand is een erfelijke ziekte die wordt gekenmerkt door een tekort aan een eiwit dat Von-Willebrand-factor wordt genoemd. Dit tekort leidt tot een stoornis in de bloedstolling.

WILFACTIN wordt gebruikt wanneer behandeling met uitsluitend desmopressine, een ander geneesmiddel, faalt of gecontraïndiceerd is.

WILFACTIN dient niet te worden gebruikt voor de behandeling van hemofilie-A.

Behandeling en follow-up van de ziekte van Von Willebrand dienen te worden verricht door een arts die is gespecialiseerd in de behandeling van bloedstollingsziekten.

Wat moet u weten voordat u het gebruikt?

Gebruik WILFACTIN niet

  • als u allergisch (overgevoelig) bent voor het werkzame bestanddeel (humane Von-Willebrand- factor) of voor één van de bestanddelen van WILFACTIN (zie rubriek 6, "Aanvullende informatie" voor de lijst van andere bestanddelen).

Wees extra voorzichtig met WILFACTIN

  • Als u een ernstige bloeding heeft, kan uw arts besluiten u als primaire behandeling factor VIII (een ander eiwit dat bij de bloedstolling betrokken is) toe te dienen in aanvulling op WILFACTIN.
  • Als er bij u sprake is van een risico op de vorming van bloedstolsels (trombo-embolische complicaties), zal uw arts u vragen regelmatig uw bloed te laten onderzoeken om symptomen die aan de vorming van stolsels in uw bloed voorafgaan, te kunnen opsporen. Bovendien zal met preventie van dergelijke complicaties worden gestart.
  • Als de concentratie Von-Willebrand-factor in het bloed (aangeduid als VWF:RCo) onvoldoende is of als de bloeding met de behandeling niet onder controle kan worden gebracht. In het laatste geval is het mogelijk dat uw immuunsysteem op de Von-Willebrand-factor heeft gereageerd door remmers (antistoffen tegen Von-Willebrand-factor) aan te maken, vooral als u lijdt aan de Von Willebrand ziekte type 3. Uw arts moet regelmatig bloedonderzoek laten uitvoeren om op de aanwezigheid van deze remmers te controleren. De aanwezigheid van dergelijke remmers kan de werkzaamheid van de behandeling verminderen.
  • Als zich bij u na toediening van WILFACTIN allergische reacties hebben voorgedaan (zie rubriek 2, Risico op allergische reacties) moet bloedonderzoek orden uitgevoerd om op de aanwezigheid van remmers te controleren.

Risico op allergische reacties

Vanwege het risico op allergieën (zie rubriek 4, Mogelijke bijwerkingen) moeten infusies met WILFACTIN onder toezicht van een zorgverlener worden verricht om een eventuele allergische reactie onmiddellijk te kunnen behandelen.

Uw arts zal u informeren over de waarschuwingssignalen van een allergische reactie:

  • jeuk (pruritus);
  • huiduitslag over het gehele lichaam (gegeneraliseerde urticaria [galbulten]);
  • druk op de borst;
  • piepende ademhaling (dyspneu);
  • daling van de bloeddruk (arteriële hypotensie);
  • zwelling van de keel of het gezicht.

Als een van deze symptomen zich voordoet, moet de behandeling met WILFACTIN onmiddellijk worden onderbroken en de allergie direct worden behandeld.

Gebruik met andere geneesmiddelen

Vertel uw arts of apotheker als u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen. Er zijn op dit moment echter geen interacties met andere geneesmiddelen bekend.

Zwangerschap en borstvoeding

Het gebruik van WILFACTIN is niet onderzocht bij vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven. Het gebruik van WILFACTIN is alleen onderzocht bij dieren, maar dit experimentele onderzoek is onvoldoende om te garanderen dat het middel veilig kan worden gebruikt tijdens de zwangerschap en het geven van borstvoeding.

Als u zwanger bent of borstvoeding geeft, dient uw arts daarom de mogelijke voordelen van behandeling met WILFACTIN te beoordelen. De voordelen van de behandeling moeten worden afgewogen tegen de risico’s ervan.

Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel gebruikt.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines

Er is geen invloed waargenomen op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen.

Belangrijke informatie over enkele bestanddelen van WILFACTIN

WILFACTIN bevat 3,4 mg natrium per injectieflacon van 5 ml, 6,9 mg natrium per injectieflacon van 10 ml of 13,8 mg natrium per injectieflacon van 20 ml.

Houd hier rekening mee als u een zoutloos of zoutarm dieet volgt.

Informatie over veiligheidsmaatregelen op grond van de oorsprong van WILFACTIN

WILFACTIN wordt gemaakt uit menselijk plasma (het vloeibare gedeelte van bloed).

Wanneer geneesmiddelen uit menselijk bloed of plasma worden bereid, worden bepaalde maatregelen getroffen om te voorkomen dat infecties aan patiënten worden overgedragen.

Deze maatregelen omvatten:

  • zorgvuldige selectie van bloed- en plasmadonoren via een medisch consult om ervoor te zorgen dat personen die mogelijk een infectie dragen, worden uitgesloten;
  • het testen van elke donatie en plasmapool op aanwijzingen voor virussen en infecties.

Tijdens het productieproces van het geneesmiddel worden virusverwijderende en inactiverende processen uitgevoerd.

Ondanks deze maatregelen kan bij toediening van geneesmiddelen bereid uit menselijk bloed of plasma de mogelijkheid van overdracht van een infectie niet volledig worden uitgesloten. Dit geldt ook voor onbekende of pas ontdekte virussen en andere pathogenen.

De getroffen maatregelen voor WILFACTIN worden verondersteld doeltreffend te zijn tegen envelopvirussen zoals het humaan immunodeficiëntievirus (HIV-AIDS virus), hepatitis-B-virus en hepatitis-C-virus.

Deze maatregelen zijn mogelijk beperkt werkzaam tegen bepaalde virussen zonder envelop, zoals het hepatitis-A-virus en parvovirus B19. Een parvovirus B19-infectie kan ernstig zijn voor zwangere vrouwen (infectie van de foetus) en voor personen die een bepaalde vorm van anemie of een immunodeficiëntie hebben.

Geschikte vaccinaties (hepatitis-A en -B) worden aanbevolen bij patiënten die regelmatig stollingsfactoren krijgen toegediend.

Het wordt sterk aanbevolen om bij elke dosistoediening de naam en het partijnummer van het product te noteren, zodat kan worden bijgehouden welke partijen worden gebruikt.

Hoe wordt het gebruikt?

De behandeling moet worden gestart en toegediend onder toezicht van een hemofiliespecialist om te waarborgen dat de behandeling normaal verloopt en om in het geval van een allergische reactie de vereiste maatregelen te kunnen treffen.

Dosering

Uw arts bepaalt de geschikte dosis WILFACTIN.

De geschikte dosis en de frequentie hangen af van:

  • uw gewicht;
  • de omvang van de bloeding;
  • uw gezondheidssituatie;
  • de uitslagen van bloedonderzoek;
  • (in bepaalde gevallen) de ingreep die u moet ondergaan (bijvoorbeeld operatie, kies trekken, enz.).

De geschikte dosis wordt uitgedrukt in een aantal eenheden (IE). Deze dosis varieert van 40 tot 80 IE/kg. Uw arts zal aanbevelen dat tijdens de behandeling bloedonderzoek wordt uitgevoerd ter controle van:

  • de factor VIII concentratie (FVIII:C);
  • de Von-Willebrand-factor concentratie (VWF:RCo);
  • de aanwezigheid van remmers;
  • voorafgaande bloedstollings symptomen als u risico loopt op dergelijke complicaties.

Gebaseerd op u bloedonderzoek uitslagen kan uw arts beslissen de dosis en frequentie van de injecties aan te passen.

In bepaalde gevallen kan het nodig zijn om in aanvulling op WILFACTIN een factor VIII-preparaat (een ander stollingseiwit) te gebruiken om een bloeding sneller te behandelen of te voorkomen (in noodsituaties of als de bloeding hevig is).

Wijze van gebruik en toedieningsweg

Dit geneesmiddel wordt vóór injectie door een zorgverlener bereid. Vervolgens wordt het via infusie in een ader toegediend.

Aan het eind van deze bijsluiter in de rubriek speciaal voor zorgverleners worden de bereiding van WILFACTIN en de wijze van toediening beschreven.

Als u nog vragen heeft over het gebruik van dit geneesmiddel, vraag dan uw arts of apotheker.

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Zoals alle geneesmiddelen kan WILFACTIN bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt.

De volgende reacties zijn soms waargenomen en kunnen zich in sommige gevallen overgaan in een ernstige allergische (anafylactische) reactie of zelfs een shock: zwelling van de keel en het gezicht (Quincke-oedeem), branderig of prikkend gevoel op de injectieplaats, koude rillingen, overmatig blozen, huiduitslag over het gehele lichaam (gegeneraliseerde urticaria [galbulten]), hoofdpijn (cefalalgie), jeuk (pruritus), daling van de bloeddruk (arteriële hypotensie), slaperigheid, misselijkheid, rusteloosheid, verhoogde hartslag (tachycardie), druk op de borst, tintelend gevoel, braken of piepende ademhaling (dyspneu).

Zie ook rubriek 2, Risico op allergische reacties, voor informatie over wat u in een dergelijke situatie moet doen.

In zeldzame gevallen is ook een verhoogde lichaamstemperatuur (hyperthermie) waargenomen.

De ontwikkeling van remmers tegen Von-Willebrand-factor komt zeer zelden voor bij patiënten met VWD, in het bijzonder type 3 patiënten (zie rubriek 2, Wees extra voorzichtig).

Er bestaat een risico op de vorming van bloedstolsels (trombotische verschijnselen) (zie rubriek 2 "Wees extra voorzichtig"

Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker.

Hoe moet het worden bewaard?

Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.

Gebruik WILFACTIN niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op het etiket, op de injectieflacon en op de doos.

Bewaren beneden +25°C. Niet invriezen. Bewaren in oorspronkelijke verpakking om tegen licht te beschermen.

Na reconstitutie dient het product onmiddellijk te worden gebruikt.

Gebruik WILFACTIN niet als u ziet dat de oplossing troebel is of neerslag bevat.

Geneesmiddelen dienen niet weggegooid te worden via het afvalwater of met huishoudelijk afval. Vraag uw apotheker wat u met medicijnen moet doen die niet meer nodig zijn. Deze maatregelen zullen helpen bij de bescherming van het milieu.

Verdere informatie

WAT BEVAT WILFACTIN

Het werkzame bestanddeel is :

  • humane Von-Willebrand-factor (100 IE/ml) uitgedrukt in IE van ristocetine cofactoractiviteit (VWF:RCo).

Na reconstitutie van WILFACTIN 500 IE met 5 ml water voor injecties bevat één injectieflacon 500 IE humane Von-Willebrand-factor.

Na reconstitutie van WILFACTIN 1000 IE met 10 ml water voor injecties bevat één injectieflacon 1000 IE humane Von-Willebrand-factor.

Na reconstitutie van WILFACTIN 2000 IE met 20 ml water voor injecties bevat één injectieflacon 2000 IE humane Von-Willebrand-factor.

Vóór de toevoeging van albumine is de specifieke activiteit groter dan of gelijk aan 50 IE VWF:RCo/mg totaal proteïne.

Restconcentraties van humane stollingsfactor VIII in WILFACTIN zijn doorgaans kleiner dan of gelijk aan 10 IE per 100 IE Von-Willebrand-factoractiviteit.

De andere bestanddelen zijn:

  • voor het poeder: humaan albumine, argininehydrochloride, glycine, natriumcitraat en calciumchloride;
  • voor het oplosmiddel: water voor injectie.

Hoe ziet WILFACTIN er uit en wat is de inhoud van de verpakking

WILFACTIN wordt geleverd als een poeder en een oplosmiddel voor oplossing voor injectie in glazen injectieflacons en een overhevelsysteem.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant

LFB-BIOMEDICAMENTS

3, Avenue des Tropiques - BP 305 - LES ULIS - 91958 Courtabœuf Cedex - FRANKRIJK

In het Register ingeschreven onder:

WILFACTIN 100 IE/ml, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie RVG 32375.

Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in april 2013.

De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsoefenaren in gezondheidszorg:

Dosering

In het algemeen doet de toediening van eén IE/kg Von-Willebrand-factor de circulerende concentraties van VWF:RCo toenemen met ongeveer 0,02 IE/ml (2%).

VWF:RCo > 0,6 IE/ml (60%) en FVIII:C > 0,4 IE/ml (40%) moeten worden verkregen.

Hemostase kan pas met zekerheid worden verkregen wanneer de factor VIII-stollingsactiviteit (FVIII:C) een concentratie van 0,4 IE/ml (40%) heeft bereikt. Injectie van uitsluiten Von-Willebrand- factor leidt niet tot een maximale verhoging van FVIII:C gedurende minimaal 6 tot 12 uur. Het kan niet direct het FVIII:C gehalte corrigeren. Daarom, als de FVIII:C-spiegel van de patiënt in de uitgangssituatie lager is dan deze kritieke waarde, en in alle situaties waarin een snelle correctie van de hemostase vereist is, bijvoorbeeld behandeling van een bloeding, ernstig letsel of een spoedoperatie, moet bij de eerste injectie van Von-Willebrand-factor ook factor VIII worden toegediend om hemostatische bloedspiegels van FVIII:C te bereiken.

Indien een onmiddellijke stijging van de FVIII:C-spiegel niet noodzakelijk is, bijvoorbeeld in het geval van een geplande operatie, of als de FVIII:C-spiegel van de patiënt in de uitgangssituatie hoog

genoeg is om hemostase te verkrijgen, kan de arts besluiten bij de eerste injectie van Von-Willebrand- factor geen factor VIII gelijktijdig toe te dienen.

  • Begin van de behandeling

De eerste dosis WILFACTIN voor de behandeling van hemorragie of bloedingen bedraagt 40 tot 80 IE/kg, gecombineerd met de benodigde hoeveelheid van een factor VIII product, berekend aan de hand van de baseline plasmawaarde voor FVIII:C van de patient om de benodigde plasmawaarde voor FVIII:C te bereiken, toe te dienen onmiddellijk voorafgaand aan de interventie of zo spoedig mogelijk na aanvang van het bloeden of het ernstige letsel. Bij een operatie moet de eerste injectie 1 uur voor de ingreep worden toegediend. Mogelijk is een aanvangsdosis van 80 IE/kg WILFACTIN nodig. Dit geldt in het bijzonder voor patiënten met VWD type 3, waarbij voor het op peil houden van de adequate waarden hogere doses nodig kunnen zijn dan bij andere typen VWD.

Bij een geplande operatie dient de eerste injectie van WILFACTIN 12 tot 24 uur voor de operatie te worden toegediend en de tweede injectie voorafgaand aan de ingreep. In dergelijke gevallen is gelijktijdige toediening van een factor VIII-product niet noodzakelijk, aangezien lichaamseigen FVIII:C voor de ingreep doorgaans de kritieke waarde 0,4 IE/ml (40%) zal hebben bereikt. Dit dient echter bij elke patiënt te worden gecontroleerd.

Volgende injecties

Zo nodig dient de behandeling gedurende één of meerdere dagen te worden voortgezet met een geschikte dagelijkse dosis van 40 tot 80 IE/kg WILFACTIN alleen, in één of twee injecties per dag. De dosis en frequentie van de injecties dienen altijd te worden aangepast aan het soort operatie, de klinische en biologische toestand van de patiënt (VWF:RCo en FVIII:C) en de aard en ernst van de bloedingsepisode.

Ambulante behandeling

Met toestemming van de arts is thuisbehandeling mogelijk, vooral in het geval van een lichte tot matige bloeding.

Profylaxe:

WILFACTIN kan worden toegediend voor langdurige profylaxe, in doses die op de desbetreffende patiënt zijn afgestemd. WILFACTIN in doses van 40 tot 60 IE/kg, 2 tot 3 maal per week toegediend, vermindert het aantal bloedingsepisoden.

Er zijn geen gegevens bekend uit een klinische studie die de reactie op het gebruik van WILFACTIN bij kinderen jonger dan 6 jaar en in patiënten die nooit behandeld zijn beschrijft.

Wijze van gebruik en toedieningsweg

Intraveneuze toediening.

Reconstitutie

Werk volgens de geldende richtlijnen voor een aseptische procedure.

  • Breng indien nodig de twee flacons (met poeder en oplosmiddel) op kamertemperatuur maar niet hoger dan 25°C.
  • Verwijder het beschermkapje van de flacon met het oplosmiddel (water voor injectie) en van de flacon met het poeder.
  • Ontsmet het oppervlak van beide stoppen.
  • Verwijder de dop van het Mix2Vial-instrument. Bevestig, zonder het instrument uit de verpakking te halen, het blauwe uiteinde van de Mix2Vial aan de stop van de flacon met oplosmiddel.
  • Verwijder de verpakking en gooi deze weg. Zorg dat u het nu blootgestelde gedeelte van het instrument niet aanraakt.
  • Draai het geheel van de flacon met oplosmiddel en het instrument om en bevestig dit aan de flacon met poeder met het doorzichtige gedeelte van het instrument. Het oplosmiddel loopt nu automatisch in de flacon met poeder. Houd het geheel vast en zwenk het voorzichtig met een draaiende beweging tot het product volledig is opgelost.
  • Houd het gedeelte met het bereide product in één hand en het gedeelte met het oplosmiddel in de andere en draai het Mix2Vial-instrument los om de flacons van elkaar te scheiden.

Het poeder lost over het algemeen uiterst snel op. Na maximaal 10 minuten hoort het volledig te zijn opgelost.

Het gereconstitueerde product dient voor toediening visueel geinspecteerd te worden. De oplossing hoort helder of enigszins melkachtig wit te zijn. Gebruik de oplossing niet als deze troebel is of bezinksel bevat.

Dit geneesmiddel mag niet met andere geneesmiddelen worden gemengd, met uitzondering van FACTANE (humane stollingsfactor VIII).

Het gereconstitueerde product niet verdunnen.

Toediening

  • Houd de flacon met het bereide product verticaal terwijl u een steriele injectiespuit op het Mix2Vial-instrument schroeft. Zuig het product vervolgens langzaam op in de injectiespuit.
  • Als het product is overgebracht naar de injectiespuit, houdt u de injectiespuit stevig vast (met de zuiger naar beneden), schoeft u het Mix2Vial-instrument los en vervangt u het door een intraveneuze naald of een vlindernaald.
  • Verwijder de lucht uit de injectiespuit en steek de naald in de ader nadat u het huidoppervlak hebt gedesinfecteerd.
  • Injecteer intraveneus als één dosis, onmiddellijk na bereiding en met een maximale snelheid van 4 ml/minuut.

Bewaren na reconstitutie

Omwille van de steriliteit dient het product na reconstitutie onmiddellijk te worden gebruikt. Fysico- chemische stabiliteit is echter aangetoond na 24 uur bij +25°C.

Laatst bijgewerkt op 24.08.2022

Meer medicijnen met dezelfde werkzame stof

De volgende medicijnen bevatten ook de werkzame stof Von willebrand-factor. Raadpleeg uw arts over een mogelijk alternatief voor Wilfactin 100 IE/ml, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie

Medicijn
Vergunninghouder

Logo

Uw persoonlijke medicatie-assistent

Medicijnen

Blader hier door onze uitgebreide database van A-Z medicijnen, met effecten, bijwerkingen en doseringen.

Stoffen

Alle actieve ingrediënten met hun werking, toepassing en bijwerkingen, evenals de medicijnen waarin ze zijn opgenomen.

Ziekten

Symptomen, oorzaken en behandeling van veelvoorkomende ziekten en verwondingen.

De weergegeven inhoud vervangt niet de originele bijsluiter van het medicijn, vooral niet met betrekking tot de dosering en werking van de afzonderlijke producten. We kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de nauwkeurigheid van de gegevens, omdat deze gedeeltelijk automatisch zijn omgezet. Raadpleeg altijd een arts voor diagnoses en andere gezondheidsvragen.

© medikamio