Externe redactie
Iedereen komt in het dagelijks leven in aanraking met mogelijk verslavende stoffen zoals alcohol, online games of medicijnen. Het is geen wonder dat verslavingsziekten wereldwijd een van de grootste risicofactoren voor ziekte en sterfte zijn geworden, volgens het German Medical Journal. Toch ontwikkelt niet iedereen een verslaving die regelmatig te maken heeft met mogelijk verslavende stoffen, en het soort verslavende stof en de ernst van de verslaving kunnen ook variëren afhankelijk van het individuele geval. Er is bijvoorbeeld alcoholverslaving, winkelverslaving of seksverslaving. Mensen kunnen dus niet alleen verslaafd zijn aan stoffen zoals sigaretten, maar ook aan een bepaald gedrag. In deze gevallen spreken we van een gedragsverslaving. In tegenstelling tot een verslaving aan stoffen, herhalen de betrokkenen een gedrag dat voor de meeste mensen in gezonde mate deel uitmaakt van het dagelijks leven. In hun geval is dit gedrag echter buitensporig, d.w.z. verslavend. Dit kan het moeilijk maken om een gedragsverslaving in een vroeg stadium te herkennen en onderscheid te maken tussen normaal en verslavend gedrag.
Gedragsverslavingen worden ook wel gedragsverslavingen, niet-substantieverslavingen of niet-substantieverslavingen genoemd. Zoals de naam al doet vermoeden, zijn het alledaagse gedragingen waaraan mensen een verslaving ontwikkelen. Werken, eten of spelen kunnen een probleem worden. Dingen die normaal zijn voor andere mensen en ook door hen worden gedaan. Het verschil is dat dit gedrag bij verslaafden zowel excessief als ongecontroleerd plaatsvindt, totdat het leidt tot mentale, financiële, sociale of zelfs fysieke gevolgen. Officieel behoren dergelijke gedragsverslavingen echter niet tot de categorie verslavingen, maar worden ze in de International Classification of Diseases geclassificeerd als stoornissen: Abnormal Habit and Impulse Control Disorder.
Verslavingen die als zodanig erkend en geclassificeerd worden, zijn de zogenaamde middelengerelateerde verslavingen. In dit geval is er sprake van een geestelijke en vooral lichamelijke afhankelijkheid van bepaalde stoffen. Dit geldt bijvoorbeeld voor alcohol, drugs of medicijnen. Deze lichamelijke afhankelijkheid bestaat niet bij gedragsverslavingen en is daarom het belangrijkste onderscheidende kenmerk. Mensen met een middelenverslaving ervaren daarom ook lichamelijke ontwenningsverschijnselen wanneer ze niet meer bij hun verslavende stof kunnen. Psychische ontwenningsverschijnselen zoals sterke hunkering komen daarentegen in gelijke mate voor bij verslaving aan middelen en niet-substantieel verslaving.
Het is niet altijd gemakkelijk om een gedragsverslaving te onderscheiden van een obsessieve compulsieve stoornis. Er is een grote overeenkomst tussen deze stoornissen, daarom worden gedragsverslavingen ingedeeld in de groep van zogenaamde dwangmatige spectrumstoornissen. Toch is het belangrijk om ze van elkaar te onderscheiden om in individuele gevallen de juiste diagnose te kunnen stellen en een effectieve therapie te kunnen starten. Deze diagnose moet worden gesteld door een specialist die tot in detail bekend is met de stoornissen. In principe kan echter gezegd worden dat bij een obsessief-compulsieve stoornis een handeling dwangmatig herhaald wordt om angst of ongemak te verlichten, terwijl bij een gedragsverslavende stoornis het gedrag andere motivaties heeft. Ze ervaren het vaak als plezierig, als een beloning als het ware - maar hebben moeite om het onder controle te houden. Het belangrijkste onderscheid tussen gedragsverslavingen en dwangmatig gedrag is dus de onderliggende motivatie.
Net als middelengerelateerde verslaving ontwikkelt ook gedragsverslaving zich sluipend en is daarom vaak moeilijk te herkennen voor de betrokkenen en hun sociale omgeving. Achteraf is het meestal moeilijk te zeggen wanneer normaal gedrag overging in verslavend gedrag. Hoe dit proces verloopt, in welk tempo en om welke redenen, is zeer individueel. Er zijn echter altijd verschillende factoren betrokken bij de ontwikkeling van een niet-substantiegerelateerde verslaving. Afhankelijk van het individuele geval kunnen deze factoren in verschillende aantallen en combinaties op elkaar inwerken. Deze omvatten bijvoorbeeld
Nadat een gedragsverslaving is vastgesteld, moet de vraag naar de individuele oorzaken daarom altijd op de voorgrond staan. Dan kan het probleem als het ware bij de wortel worden aangepakt en optimaal worden behandeld, wat de kans op herstel vergroot. De enige vraag die overblijft is wanneer en hoe gedragsverslaving wordt gediagnosticeerd. Zoals gezegd ontwikkelt het zich vaak sluipend vanuit een ooit normaal gedrag, zodat het meestal pas wordt herkend als het al heel uitgesproken is en mogelijk al grotere schade heeft aangericht, bijvoorbeeld op financieel gebied.
De enige vraag die overblijft is hoe in zulke gevallen een diagnose wordt gesteld. Dat is immers de basisvoorwaarde voor een effectieve therapie. Als een gedragsverslaving wordt vermoed, is het belangrijk om je te wenden tot een deskundige op het gebied van psychiatrie en psychologie. Dergelijke psychiaters, psychotherapeuten & co kunnen de diagnose stellen aan de hand van de volgende criteria:
Het stellen van een deskundige diagnose is daarom een complex en soms langdurig proces. Het is daarom niet mogelijk voor familieleden of getroffenen om zelf een diagnose te stellen. Ze kunnen echter wel optreden als initiatiefnemers zodat verslaafden professionele hulp zoeken. Soms moet de verslaafde eerst tot inzicht komen om een succesvolle therapie te kunnen starten. Meestal hebben ze op dat moment al een hoge mate van lijden bereikt met grote gevolgen voor verschillende gebieden van het leven. Hierover later meer.
In principe kunnen mensen verslaafd raken aan elk gedrag. Zoals hierboven vermeld, gaat het om handelingen die deel uitmaken van het normale dagelijkse leven, zolang ze in gezonde mate worden beoefend. In principe is het echter vooral gedrag dat als een beloning wordt ervaren en de overeenkomstige gebieden in de hersenen triggert dat verslavend wordt - of dat dient als afleiding van angsten, woede of andere negatieve emoties. Typische voorbeelden zijn:
Dit is zeker niet het einde van de lijst. Bovendien kunnen de effecten van verslaving net zo individueel zijn als het type en de ernst ervan.
Een verslaving heeft altijd negatieve gevolgen. Dit is de enige reden waarom het als een verslaving wordt gezien en het is deze lijdensdruk die veel van de betrokkenen vroeg of laat doet beseffen dat ze professionele hulp nodig hebben. In het geval van verslaving aan middelen zijn deze gevolgen vaak lichamelijk van aard, omdat bijvoorbeeld alcohol-, drugs- of medicijnmisbruik gevolgen heeft voor de gezondheid. Maar er zijn veel andere gevolgen die ook kunnen optreden bij gedragsverslavingen:
In het ergste geval kunnen verslavingen zelfs levens bedreigen, of het nu gaat om zelfmoord door depressie, eetstoornissen, omgaan met de verkeerde mensen of andere oorzaken. Daarom is het zowel voor familieleden als voor de getroffenen belangrijk om het onderwerp niet te licht op te vatten en goed in de gaten te houden wanneer normaal gedrag verandert in verslavingsgedrag. Indien nodig is het de moeite waard om een deskundige te raadplegen.
In het beste geval wordt kritisch gedrag dus in een vroeg stadium opgemerkt en voorkomen, zodat een verslaving zich niet ontwikkelt. Preventie is daarom een belangrijk punt als het om gedragsverslavingen gaat. Als ze daarentegen te laat worden opgemerkt, is professionele therapie nodig om het gedrag zo snel mogelijk en op de lange termijn te veranderen. Er zijn verschillende mogelijkheden voor zowel preventie als therapie, afhankelijk van individuele factoren: om wat voor soort verslaving gaat het? Hoe uit het zich? Hoe ernstig is het? Hoe lang bestaat het al? Welke gevolgen heeft het al gehad? Wat zijn de onderliggende oorzaken? Deze en vele andere vragen moeten beantwoord worden door de behandelende artsen om een individueel en succesvol therapieconcept te ontwikkelen.
Omdat gedragsverslaving zoveel verschillende oorzaken en verschijningsvormen kan hebben, is het moeilijk om algemene preventiemaatregelen te nemen. In plaats daarvan is het belangrijk om voor elk type verslaving individuele maatregelen te ontwikkelen en te implementeren. Dit geldt zowel voor overheidsmaatregelen als voor individuele maatregelen die iedereen kan en moet nemen wanneer hij of zij een mogelijke verslaving ontdekt. De afgelopen jaren zijn er bijvoorbeeld steeds meer voorzorgsmaatregelen genomen om gokverslaving tegen te gaan voordat het een massaprobleem wordt door het toenemende online (gokken). Hieronder vallen bijvoorbeeld de maatregelen ter bescherming van spelers die zijn vastgelegd in het Staatsverdrag inzake kansspelen, maar ook vrijwillige zelfbeperkingsstrategieën. Veel aanbieders beschermen minderjarigen bijvoorbeeld door hen de toegang tot hun aanbod te ontzeggen, of ze nemen verdere maatregelen om probleemgokken te herkennen en te voorkomen. Ze helpen spelers ook door functies zoals persoonlijke limieten te integreren.
Dergelijke maatregelen zijn echter niet mogelijk voor elk type verslaving, en zelfs als ze bestaan, ligt de grootste verantwoordelijkheid bij iedereen zelf. Want of iemand normaal winkelt of verslaafd is, normaal gokt of verslaafd is, normaal seks heeft of verslaafd is - dit alles kan vaak alleen door zichzelf of door een zeer naaste beoordeeld worden. Veel verslaafden zijn ware meesters in het verbergen van hun ziekte voor hun sociale omgeving. Preventie is daarom vooral een kwestie van persoonlijke verantwoordelijkheid, d.w.z. dat iedereen zijn eigen gedrag moet observeren, erover moet nadenken en het objectief moet evalueren. In de praktijk is dit echter moeilijk, omdat maar heel weinig getroffenen hun probleem willen toegeven. Daarom wordt het vaak pas erkend als therapie al nodig is om het te behandelen.
Of therapie nodig is en in welke vorm, moet worden besloten door een deskundig persoon zoals een psychiater, neuroloog of psychotherapeut. In principe zijn er echter veel opties beschikbaar om gedragsverslaving tegen te gaan. Voor zowel snel als langdurig succes is vaak een combinatie van verschillende maatregelen nodig. Hier volgen enkele voorbeelden:
In het geval van gedragsverslaving is sociale steun ook een belangrijke factor voor succesvolle therapie. Het is daarom zinvol om de sociale omgeving erbij te betrekken om het risico op terugval te minimaliseren, om samen om te gaan met de gevolgen van verslaving en om de betrokkenen te helpen gemotiveerd hun probleem aan te pakken. Met de juiste keuze en uitvoering van therapiemaatregelen is de kans op een succesvolle behandeling groot. In bijzonder ernstige gevallen moet de therapie echter soms langdurig plaatsvinden of meerdere keren worden herhaald. Dit geldt ook als de betrokkene nog niet (voldoende) inzicht heeft in zijn gedragsverslaving.
Sebastian Kleinschmidt
Laatst bijgewerkt op 03.10.2023
Blader hier door onze uitgebreide database van A-Z medicijnen, met effecten, bijwerkingen en doseringen.
Alle actieve ingrediënten met hun werking, toepassing en bijwerkingen, evenals de medicijnen waarin ze zijn opgenomen.
Symptomen, oorzaken en behandeling van veelvoorkomende ziekten en verwondingen.
De weergegeven inhoud vervangt niet de originele bijsluiter van het medicijn, vooral niet met betrekking tot de dosering en werking van de afzonderlijke producten. We kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de nauwkeurigheid van de gegevens, omdat deze gedeeltelijk automatisch zijn omgezet. Raadpleeg altijd een arts voor diagnoses en andere gezondheidsvragen.
© medikamio