- U bent allergisch voor een van de stoffen die in dit geneesmiddel zitten. Deze stoffen kunt u vinden onder punt 6.
- U bent allergisch voor andere middelen tegen neerslachtigheid, de zogenaamde tricyclische antidepressiva.
- U gebruikt momenteel, of binnen 14 dagen voor of na behandeling met Anafranil, een ander middel tegen neerslachtigheid (antidepressivum), van een soort die monoamineoxidaseremmer (MAO- remmers) word genoemd, zoals moclobemide.
- U heeft een hartaanval gehad of als u lijdt aan een ernstige hartritmestoornis.
Neem in deze gevallen direct contact op met uw arts. Het kan zijn dat Anafranil niet geschikt is voor u.
- U heeft epileptische aanvallen.
- U heeft een hart- of vaataandoening zoals bijvoorbeeld hartfalen, stoornis in het hartritme of een beklemmend pijnlijk gevoel op de borst.
- U lijdt aan schizofrenie (een persoonlijkheidsstoornis) of een andere ernstige geestesziekte waarbij de controle over het eigen gedrag en handelen gestoord is (psychotische stoornis).
- U heeft last van glaucoom (verhoogde oogboldruk).
- U heeft een lever- of nieraandoening.
- U heeft een afwijkend bloedbeeld; bij verschijnselen van keelpijn, koorts en griep moet u uw arts inlichten.
- U heeft problemen met het plassen (bijv. ten gevolge van prostaataandoeningen).
- U heeft een te lage bloeddruk.
- U heeft een overactieve schildklier.
- In combinatie met alcohol.
- U heeft vaak last van verstopping (obstipatie).
- U heeft een tumor in het bijniermerg.
- U heeft een hersenbeschadiging, van welke oorzaak dan ook.
- U heeft een stoornis in de vocht- en/of zouthuishouding (bijv. een te lage hoeveelheid kalium of magnesium in uw bloed).
- U volgt een behandeling met elektroshock therapie.
Veranderingen in uw geestelijk welzijn
Als u tijdens de behandeling met Anafranil veranderingen in uw geestelijk welzijn ervaart, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts. Dit geldt in het bijzonder aan het begin van de behandeling of bij aanpassing van de dosering. Veranderingen in uw geestelijk welzijn kunnen bijvoorbeeld zijn: ongebruikelijke nervositeit, rusteloosheid, slaapproblemen, geïrriteerdheid, agressiviteit, verergering van depressiviteit (neerslachtigheid) of denken aan zelfmoord. U moet deze veranderingen aan uw arts melden, met name als de veranderingen sterk of abrupt zijn of voor het eerst optreden.
Gedachten over zelfmoord en verergering van uw depressie of angststoornis
Als u depressief bent en/of lijdt aan angststoornissen kunt u soms gedachten hebben over zelfbeschadiging of zelfmoord. Deze gedachten kunnen toenemen als u voor het eerst middelen tegen depressie (antidepressiva) gaat innemen, aangezien deze geneesmiddelen allemaal de tijd nodig hebben, in het algemeen ongeveer 2 weken of soms langer, om te gaan werken.
U heeft een grotere kans dat u dit soort gedachten heeft:
- als u al eerder gedachten heeft gehad over zelfmoord of zelfbeschadiging.
- als u een jongvolwassene bent. Informatie uit klinische onderzoeken heeft een toegenomen risico aangetoond op zelfmoordgedrag bij jonge volwassenen jonger dan 25 jaar met psychiatrische aandoeningen die behandeld werden met een antidepressivum.
Als u op enig moment gedachten over zelfbeschadiging of zelfmoord heeft, neem dan direct contact op met uw arts of ga direct naar het ziekenhuis.
Het kan helpen als u een vriend of familielid vertelt dat u zich depressief voelt of dat u lijdt aan een angststoornis, en hen vraagt deze bijsluiter te lezen. U kunt hen vragen u te vertellen of zij denken dat uw depressie of angststoornis erger wordt of dat zij zich zorgen maken over veranderingen in uw gedrag.
Serotoninesyndroom
Het serotoninesyndroom is een vergiftiging met serotonine (een stof die door de hersenen wordt aangemaakt) door gebruik van medicijnen die de serotonine-spiegel verhogen. In verband met het risico op dit syndroom, moet u extra voorzichtig zijn, als Anafranil tegelijkertijd wordt gebruikt met bepaalde andere middelen tegen neerslachtigheid (antidepressiva), waaronder selectieve serotonine- heropname remmers (SSRI’s), serotonine en noradrenaline heropname remmers (SNaRI’s), tricyclische antidepressiva of lithium.
Het serotoninesyndroom kenmerkt zich door verschijnselen zoals zeer hoge koorts (hyperpyrexie), plotselinge samentrekking van de spieren (myoclonus), opwinding, onrust (agitatie), toevallen, acute psychische stoornis met verschijnselen als verminderde aandacht, verwardheid, geheugenstoornissen, waanideeën (delirium) en diepe bewusteloosheid (coma) (zie ook Mogelijke bijwerkingen).
Controle
Het is belangrijk dat uw arts u regelmatig controleert op uw vooruitgang. Ook kan dan de dosis aangepast worden zodat de kans op bijwerkingen wordt verkleind. Uw arts kan een bloedonderzoek en een bloeddrukmeting bij u uit willen voeren. Ook kan hij/zij uw hartfunctie controleren voor en tijdens de behandeling.
Verergering van de klachten
In het begin van de behandeling met Anafranil kan een verergering van de klachten optreden, waaronder paniekaanvallen. Dit schijnbaar tegenstrijdige verschijnsel verdwijnt in de regel binnen twee weken bij voortzetting van de behandeling.
Tandbederf (cariës)
Anafranil kan een droge mond veroorzaken wat de kans op een slecht gebit kan vergroten. Als u langdurig met Anafranil wordt behandeld is het het beste om uw gebit regelmatig te laten controleren.
Contactlenzen
Draagt u contactlenzen en ondervindt u hierbij enige irritatie van het oog? Neem dan contact op met uw arts.
Zonlicht
Door Anafranil kan uw huid gevoeliger voor zonlicht zijn. Zelfs kleine hoeveelheden zonlicht kunnen huiduitslag, jeuk, roodheid en huidverkleuringen veroorzaken. Als u Anafranil gebruikt, vermijd dan direct zonlicht en draag beschermende kleding en een zonnebril.
Operatie
Vertel de verantwoordelijke arts vóór een operatie of tandheelkundige ingreep dat u Anafranil gebruikt.
Gebruik bij ouderen
Oudere patiënten worden in het algemeen met lagere doses behandeld dan jongere patiënten en patiënten van middelbare leeftijd. Bijwerkingen kunnen bij oudere patiënten eerder optreden, in het bijzonder bloeddrukdaling door bijvoorbeeld snel opstaan uit een zittende of liggende houding soms gepaard gaande met duizeligheid (orthostatische hypotensie) en bijwerkingen als gevolg van de remming van de werking van een bepaald deel van het zenuwstelsel, namelijk het parasympathische zenuwstelsel (anticholinerge bijwerkingen) zoals pupilverwijding, droge mond en slijmvliezen, obstipatie, minder plassen (oligurie). Tevens kunnen vooral ’s nachts acute psychische stoornissen optreden waarbij de controle over het eigen gedrag en handelen gestoord is, met verschijnselen als
verminderde aandacht, verwardheid, geheugenstoornissen en waanideeën als gevolg van het gebruik van Anafranil (farmacogene (delirante) psychosen).
Uw arts zal u zo nodig informeren over een zorgvuldige dosering en bijzonder toezicht.
Gebruik bij kinderen en jongeren
Anafranil mag bij kinderen (5 jaar en ouder) alleen gebruikt worden voor obsessies en dwangneurosen. Voor andere toepassingen wordt Anafranil bij kinderen niet aanbevolen.
Patiënten met een ernstig verminderde werking van de lever of nieren
Bij patiënten met een lever- of nieraandoening moet regelmatig de werking van de lever of nieren gecontroleerd worden.
Neem contact op met uw arts als een van de bovenstaande waarschuwingen voor u van toepassing is, of dat in het verleden is geweest.
Gebruikt u naast Anafranil nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig heeft.
Raadpleeg uw arts of apotheker als u de volgende geneesmiddelen gebruikt of onlangs heeft gebruikt:
- andere middelen tegen neerslachtigheid (antidepressiva), waaronder monoamineoxidase (MAO)- remmers (zoals moclobemide), selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI’s), serotonine- en noradrenalineheropnameremmers (SNaRI’s), tricyclische antidepressiva en lithium.
- middelen die de hartwerking beïnvloeden (klasse I-anti-aritmica zoals kinidine, hydrokinidine, disopyramide en procainamide; klasse III-anti-aritmica zoals amiodaron en sotalol; bèta-blokkers; calciumantagonisten, zoals verapamil).
- middelen (antipsychotica) tegen psychose (ernstige geestesziekte).
- middel dat gebruikt wordt om schimmelinfecties van huid, haar of nagels te behandelen (terbinafine).
- middel met een remmende werking op de maagzuuruitscheiding (cimetidine).
- vrouwelijke geslachtshormonen (oestrogenen).
- middelen ("de pil") om zwangerschap te voorkomen (orale anticonceptiva).
- geest stimulerend middel (methylfenidaat).
- middel met een antibacteriële werking (rifampicine).
- middelen tegen epilepsie (vallende ziekte) (anti-epileptica).
- middelen die de bloedstolling tegengaan (anticoagulantia).
- middelen die gebruikt worden om de bloeddruk te verlagen (clonidine, guanethidine, reserpine en methyldopa).
- bepaalde groep middelen die de werking van een bepaald deel van het zenuwstelsel, namelijk het parasympathische zenuwstelsel, tegengaan (anticholinergica), waaronder middelen tegen overgevoeligheidsreacties (antihistaminica) en middelen tegen de ziekte van Parkinson.
- kalmerende middelen (sedativa).
- slaapmiddelen (hypnotica).
- middelen die angst en onrust verminderen (anxiolytica).
- middelen voor verdoving (algemene anesthetica).
- plasmiddelen (diuretica).
- middelen met een stimulerende werking op een bepaald deel van het zenuwstelsel (sympathicomimetica) (adrenaline, noradrenaline, isoprenaline, efedrine, fenylefedrine).
- middelen die de schildklier stimuleren (thyreomimetica).
- grapefruit of grapefruitsap.
- een kruidenmiddel tegen depressie (Sint-janskruid).
Vertel het uw arts of apotheker als u rookt. Nicotine kan het effect van Anafranil verminderen.
Als u regelmatig alcohol drinkt, vertel dit dan aan uw arts of apotheker. Alcohol kan het effect en de bijwerkingen van Anafranil versterken. Gedurende de behandeling met Anafranil wordt gebruik van alcohol afgeraden.
Anafranil kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
Zwangerschap en borstvoeding
Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt.
Als u tijdens de behandeling met Anafranil zwanger wordt of wilt worden, moet u uw arts hierover informeren. Uw arts zal bepalen of u in uw geval Anafranil mag gebruiken.
De werkzame stof van Anafranil (clomipramine) gaat in kleine hoeveelheden over in de moedermelk. Neem contact op met uw arts in het geval u Anafranil gebruikt en borstvoeding wilt geven.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Anafranil kan soms slaperigheid of een verminderde oplettendheid veroorzaken. Anafranil kan er ook voor zorgen dat u niet goed ziet. Wanneer dit u overkomt, is het beter dat u extra voorzichtig bent bij deelname aan het verkeer en het bedienen van machines. Ook is dan voorzichtigheid geboden bij het uitvoeren van andere taken die uw volledige aandacht vereisen. Alcoholgebruik kan de kans op slaperigheid vergroten.
Stoffen in dit middel waarmee u rekening moet houden
Anafranil omhulde tabletten bevatten onder andere lactose en sucrose. Als uw arts u heeft meegedeeld, dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u Anafranil 10 mg of 25 mg, omhulde tabletten inneemt.