Uw kind moet Aptivus in combinatie met een lage dosis ritonavir en andere antiretrovirale middelen gebruiken. Het is daarom belangrijk dat u ook met deze middelen bekend bent. U dient daarom de bijsluiters van ritonavir en andere antiretrovirale middelen van uw kind zorgvuldig te lezen. Als u nog vragen heeft over ritonavir of de andere middelen die aan uw kind zijn voorgeschreven, stel deze dan aan de arts of apotheker van uw kind.
Wanneer mag uw kind dit middel niet gebruiken?
- Uw kind is allergisch voor een van de stoffen die in dit geneesmiddel zitten. Deze stoffen kunt u vinden onder rubriek 6.
- Uw kind heeft matige tot ernstige leverproblemen. De arts van uw kind zal een bloedmonster nemen om te beoordelen hoe goed de lever van uw kind werkt (beoordeling van de leverfunctie van uw kind). Afhankelijk van de leverfunctie van uw kind kan het nodig zijn om de behandeling met Aptivus uit te stellen of te stoppen.
- Uw kind gebruikt momenteel geneesmiddelen met de volgende werkzame stoffen:
- rifampicine (gebruikt bij tuberculose)
- cisapride (gebruikt bij maagproblemen)
- pimozide of sertindol (gebruikt bij schizofrenie)
- triazolam of midazolam voor oraal gebruik (in tabletvorm). Deze middelen worden gebruikt bij angststoornissen of slaapproblemen
- ergotamine derivaten (gebruikt bij de behandeling van hoofdpijn)
- astemizol of terfenadine (gebruikt bij behandeling van allergieën of hooikoorts)
- simvastatine of lovastatine (gebruikt om het cholesterolgehalte in het bloed te verlagen)
- amiodaron, bepridil, flecaïnide, propafenon of kinidine (gebruikt bij hartaandoeningen)
- metoprolol (gebruikt bij hartfalen)
- alfuzosine en sildenafil (gebruikt bij de behandeling van een zelden voorkomende aandoening aan de bloedvaten gekenmerkt door een verhoogde bloeddruk in de longslagader).
Uw kind moet geen producten gebruiken die sint-janskruid (een kruidengeneesmiddel tegen depressie) bevatten. Sint-janskruid kan de werking van Aptivus sterk verminderen.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met de arts of apotheker van uw kind voordat uw kind dit middel gaat gebruiken.
Licht de arts in als uw kind:
- hemofilie type A of B heeft
- diabetes heeft
- een leveraandoening heeft.
Als uw kind:
- bepaalde afwijkingen heeft in de leverfunctie
- een infectie met hepatitis B of C heeft
dan heeft uw kind in het algemeen een hoger risico op ernstige leverbeschadiging door het gebruik van antiretrovirale therapie, waaronder ook Aptivus. De arts van uw kind zal aan de hand van bloedonderzoek de werking van uw kinds’ lever controleren voor en tijdens het gebruik van Aptivus. Als uw kind aan een leverziekte of hepatitis lijdt, zal de arts van uw kind bepalen of aanvullend onderzoek noodzakelijk is. U dient zo snel mogelijk de arts op de hoogte te stellen als uw kind klachten of verschijnselen heeft die kunnen wijzen op hepatitis:
- koorts
- malaise (algeheel gevoel van onbehagen)
- misselijkheid
- braken
- buikpijn
- vermoeidheid
- geelzucht (geel worden van de huid of het oogwit).
Aptivus geneest de hiv-infectie niet:
Het is nog steeds mogelijk dat zich infecties of andere, met hiv-infectie gerelateerde ziektes, voordoen. U dient daarom regelmatig contact met de arts van uw kind te hebben. Bovendien moet u weten dat er tijdens gebruik van Aptivus een kans blijft bestaan op het overdragen van het hiv-virus op anderen via seksueel contact of via bloedcontact. Uw kind dient daarom geschikte voorbehoedsmiddelen te blijven gebruiken om hiv-overdracht te voorkomen. Zo dient uw kind bijvoorbeeld een condoom te gebruiken en geen borstvoeding te geven of bloed te doneren.
Huiduitslag:
Milde tot matige huiduitslag, waaronder:
- netelroos
- huiduitslag met rode vlekjes of rode bultjes
- overgevoeligheid voor zonlicht
zijn gemeld bij ongeveer 1 op de 10 patiënten die Aptivus kregen. Sommige patiënten die huiduitslag kregen, hadden ook last van:
- gewrichtspijn of stijfheid
- een dichtgeknepen keel
- jeuk over het hele lichaam.
Herverdeling, ophoping of verlies van lichaamsvet kan voorkomen bij patiënten die antiretrovirale middelen gebruiken. Raadpleeg de arts van uw kind als u een verandering in de verdeling van het lichaamsvet van uw kind opmerkt.
De arts van uw kind kan besluiten om voor en gedurende de behandeling met Aptivus de hoeveelheid vetten (lipiden) in het bloed te controleren.
Bij sommige patiënten met hiv-infectie in een gevorderd stadium (AIDS), die in het verleden opportunistische infecties gehad hebben, kunnen kort na de start van de behandeling ontstekingsverschijnselen die voorkwamen bij eerdere infecties opnieuw optreden. Aangenomen wordt dat deze ontstekingsverschijnselen toe te schrijven zijn aan een herstel van de afweer, die het lichaam in staat stelt om infecties te bestrijden die al aanwezig waren zonder dat het lichaam daarop reageerde. Als u symptomen van een infectie bemerkt dient u onmiddellijk de arts van uw kind te waarschuwen.
Naast de opportunistische infecties kunnen auto-immuunziekten (een aandoening die optreedt wanneer het immuunsysteem gezond lichaamsweefsel aanvalt) ook optreden nadat uw kind start met geneesmiddelen voor de behandeling van zijn/haar hiv-infectie. Auto-immuunziekten kunnen vele maanden na de start van de behandeling optreden. Als u symptomen ervaart van een infectie of andere symptomen zoals spierzwakte, beginnende zwakte in de handen en voeten die zich omhoog in de richting van de romp van het lichaam voortzet, hartkloppingen, trillingen of hyperactiviteit, neem dan onmiddellijk contact op met de arts van uw kind om de nodige behandeling te zoeken.
Vertel het de arts van uw kind als uw kind last krijgt van flauwvallen of als uw kind een afwijkende hartslag gewaarwordt. Aptivus in combinatie met een lage dosis ritonavir kan veranderingen in het hartritme van uw kind en de elektrische activiteit van het hart van uw kind veroorzaken. Deze veranderingen kunnen worden waargenomen op een ECG (elektrocardiogram).
Botproblemen: Sommige patiënten die antiretrovirale combinatietherapie krijgen, kunnen een botaandoening ontwikkelen die osteonecrose wordt genoemd (afsterven van botweefsel veroorzaakt door verminderde bloedtoevoer naar het bot). Er zijn vele risicofactoren die de kans op ontwikkeling van deze aandoening vergroten, onder andere de duur van de antiretrovirale combinatietherapie, gebruik van corticosteroïden, alcoholgebruik, ernstige immunosuppressie (onderdrukking van de natuurlijke afweer) en een hoge Body Mass Index (overgewicht). Tekenen van osteonecrose zijn stijfheid en pijn in de gewrichten (in het bijzonder in de heupen, knieën en schouders) en moeilijk kunnen bewegen. Wanneer u een van deze verschijnselen opmerkt, licht dan de arts van uw kind in.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Aptivus mag niet gebruikt worden door kinderen jonger dan 2 jaar en kinderen van 12 jaar en ouder.
Aptivus drank bevat vitamine E. Uw kind mag geen aanvullende vitamine E- preparaten gebruiken.
Gebruikt uw kind nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt uw kind naast Aptivus nog andere geneesmiddelen, of heeft uw kind dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat uw kind in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken?
Vertel dat dan de arts of apotheker van uw kind. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die zonder voorschrift verkrijgbaar zijn.
Dit is heel belangrijk. Gelijktijdig gebruik van andere geneesmiddelen en Aptivus en ritonavir kan het effect van de geneesmiddelen versterken of verzwakken. Dergelijke effecten worden interacties genoemd en kunnen tot gevolg hebben dat er ernstige bijwerkingen optreden of dat eventuele andere aandoeningen die uw kind heeft niet goed onder controle kunnen worden gehouden.
Interacties met andere hiv-remmers:
- Abacavir en zidovudine: deze middelen behoren tot een groep hiv-remmers die nucleoside reverse transcriptaseremmers (NRTI’s) wordt genoemd. De arts van uw kind zal alleen abacavir en zidovudine voorschrijven als voor uw kind geen andere NRTI’s geschikt zijn.
- In andere gevallen kunt u Aptivus, samen met ritonavir, gelijktijdig innemen andere hiv-remmers zoals:
- stavudine
- lamivudine
- tenofovir
- didanosine: als uw kind didanosine maagsapresistente tabletten gebruikt, dient uw kind deze ten minste twee uur vóór of na Aptivus in te nemen.
- efavirenz
- nevirapine
- raltegravir.
- Proteaseremmers (PI’s): bij het gebruik van Aptivus kunnen de bloedspiegels van andere hiv- proteaseremmers sterk worden verlaagd. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de proteaseremmers amprenavir, atazanavir, lopinavir en saquinavir. Het gebruik van Aptivus, in combinatie met atazanavir, kan leiden tot een sterke stijging van de bloedspiegels van Aptivus en ritonavir. De arts van uw kind zal zorgvuldig overwegen of hij of zij uw kind zal behandelen met een combinatie van Aptivus en deze proteaseremmers.
Andere geneesmiddelen waarbij sprake kan zijn van interacties met Aptivus zijn onder andere:
- Orale anticonceptiva/hormoonvervangende therapie (HRT): als uw kind gebruik maakt van een anticonceptiepil om zwangerschap te voorkomen, moet uw kind een aanvullende of andere vorm van anticonceptie gebruiken (bv. 'barrière'-anticonceptie, zoals een condoom). In het algemeen wordt afgeraden om Aptivus, met ritonavir, samen met orale anticonceptiva of hormoonvervangende therapie (HRT) te gebruiken. Als uw kind toch door wil gaan met het gebruik van anticonceptiva of HRT, moet u dit met de arts van uw kind overleggen. Als uw kind gebruik maakt van orale anticonceptiva of HRT heeft uw kind een vergrote kans op het ontwikkelen van huiduitslag tijdens het gebruik van Aptivus. Als huiduitslag optreedt, is deze doorgaans mild tot matig. U moet met de arts van uw kind overleggen, aangezien het misschien nodig is dat uw kind tijdelijk stopt met het gebruik van Aptivus of met het gebruik van orale anticonceptiva of HRT.
- Carbamazepine, fenobarbital en fenytoïne (anti-epileptica). Deze kunnen de effectiviteit van Aptivus doen afnemen.
- Sildenafil, vardenafil, tadalafil (gebruikt bij erectiestoornissen). Waarschijnlijk zullen de effecten van sildenafil en vardenafil versterkt worden wanneer deze middelen gelijktijdig met Aptivus worden gebruikt. Tadalafil mag pas worden voorgeschreven wanneer Aptivus al minimaal 7 dagen is gebruikt.
- Omeprazol, esomeprazol, lansoprazol, pantoprazol, rabeprazol (protonpompremmers die gebruikt worden om de aanmaak van maagzuur te remmen).
- Metronidazol (gebruikt bij infecties).
- Disulfiram (gebruikt bij alcoholisme).
- Buprenorfine/naloxon (medicatie gebruikt voor de behandeling van ernstige pijn).
- Ciclosporine, tacrolimus, sirolimus (gebruikt om orgaan afstoting te voorkomen (om het immuunsysteem te onderdrukken)).
- Cumarinederivaten (gebruikt bij de behandeling en preventie van trombose).
- Digoxine (gebruikt bij de behandeling van aritmieën en hartfalen).
- Medicatie tegen schimmelinfecties zoals fluconazol, itraconazol, ketoconazol of voriconazol.
Gebruik van de volgende geneesmiddelen wordt niet aanbevolen:
- fluticason (gebruikt bij astma)
- atorvastatine (gebruikt om het cholesterolgehalte in het bloed te verlagen)
- salmeterol (gebruikt om astma op de lange termijn onder controle te houden en om benauwdheid door kramp van de spieren van de luchtwegen (bronchospasme) bij COPD te voorkomen)
- colchicine (gebruikt om jichtscheuten te behandelen)
- bosentan (gebruikt om te hoge bloeddruk in de longslagaders te behandelen)
- halofantrine of lumefantrine (gebruikt bij de behandeling van malaria)
- tolterodine (gebruikt bij de behandeling van een overactieve blaas, met symptomen van frequente mictie, verhoogde aandrang of aandrang-incontinentie).
Aptivus kan een negatieve invloed hebben op de effectiviteit van een aantal geneesmiddelen, waaronder:
- methadon, meperidine (pethidine), gebruikt ter vervanging van morfine.
Mogelijk moet de arts van uw kind de dosering van andere geneesmiddelen die uw kind gelijktijdig met Aptivus gebruikt verhogen of verlagen. Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn bij:
- rifabutine en clarithromycine (antibiotica)
- theofylline (gebruikt bij astma)
- desipramine, trazodon en bupropion (gebruikt bij depressie; bupropion wordt ook gebruikt bij het stoppen met roken)
- midazolam (indien per injectie toe te dienen); midazolam is een verdovend middel dat gebruikt wordt als slaap- en kalmeringsmiddel
- rosuvastatine of pravastatine (gebruikt om het cholesterol te verlagen in het bloed).
Als uw kind aluminium- en magnesiumhoudende vloeibare maagzuurbindende middelen (gebruikt voor de behandeling van gestoorde spijsvertering met vol gevoel of pijn in de maagstreek, boeren, misselijkheid, braken en zuurbranden (dyspepsie/gastro-oesofageale reflux) gebruikt, moet de tijd tussen inname van Aptivus en maagzuurbinders ten minste 2 uur zijn.
Licht de arts van uw kind in als uw kind geneesmiddelen zoals plaatjesaggregratieremmers en anticoagulantia gebruikt, of als uw kind vitamine E gebruikt. De arts van uw kind kan dan eventueel bepaalde voorzorgsmaatregelen treffen.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Is uw kind zwanger, denkt uw kind zwanger te zijn, wil uw kind zwanger worden of geeft uw kind borstvoeding? Neem dan contact op met de arts of apotheker van uw kind voordat uw kind dit geneesmiddel gebruikt. Het is niet bekend of Aptivus tijdens de zwangerschap veilig gebruikt kan worden. Uw kind mag haar baby geen borstvoeding geven, aangezien het mogelijk is dat de baby via de moedermelk geïnfecteerd raakt met hiv. Zie ook rubriek 2, onder 'Orale anticonceptiva/hormoonvervangende therapie (HRT)'.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Sommige bijwerkingen van Aptivus (zoals duizeligheid en slaperigheid) kunnen een negatieve invloed hebben op uw kinds’ rijvaardigheid of uw kinds’ vermogen machines te bedienen. Als dat bij uw kind het geval is, dient uw kind geen voertuig te besturen en geen machines te bedienen.