De behandeling moet worden gestart en onder controle van een arts. Deze arts moet ervaring hebben met het behandelen van patiënten met te weinig C1-esteraseremmer.
Dosering
Volwassenen
Behandeling van angio-oedeem aanvallen die opeens optreden (acuut):
20 IE per kilogram lichaamsgewicht (20 IE/kg lichaamsgewicht).
Voordat begonnen wordt met een operatie om te zorgen dat angio-oedeemaanvallen niet optreden: 1.000 IE minder dan 6 uur voor een medische behandeling, een behandeling bij de tandarts of een operatie.
Gebruik bij kinderen
Behandeling van acute angio-oedeem aanvallen:
20 IE per kilogram lichaamsgewicht (20 IE/kg lichaamsgewicht)
Voordat begonnen wordt met een operatie om te zorgen dat angio-oedeemaanvallen niet optreden: 15 tot 30 IE per kilogram lichaamsgewicht (15 tot 30 IE/kg lichaamsgewicht) minder dan 6 uur voor een medische behandeling, een behandeling bij de tandarts of een operatie. De dosis hangt af van de klinische omstandigheden (bijvoorbeeld het soort ingreep en hoe erg de ziekte is).
Overdosering
Er zijn geen gevallen van overdosering bekend.
Bereiding en wijze van toediening
Dit medicijn wordt meestal in een ader (intraveneus) ingespoten door uw arts of verpleegkundige. U of uw zorgverlener kan dit medicijn ook aan u geven als injectie. Dit mag alleen na het volgen van een geschikte opleiding. Als uw arts beslist dat u zichzelf thuis kunt behandelen dan geeft uw arts u een duidelijke uitleg. U moet een dagboek bijhouden om elke behandeling die u heeft gehad op te schrijven. Deze moet u meenemen naar elk bezoek aan uw arts. De manier waarop u de injectie aan uzelf geeft of de manier waarop uw zorgverlener u de injectie geeft, wordt regelmatig gecontroleerd. Dit om zeker te weten dat het op een goede manier gebeurt.
Algemene instructies
-
Het oplossen van het poeder en het opzuigen van de oplossing uit de flacon moet gebeuren in een omgeving die steriel is. Gebruik de spuit die bij het product geleverd wordt.
-
De bereide oplossing moet kleurloos en helder zijn. Na filtratie of opzuigen (zie hieronder) moet gekeken worden of het bereide product geen kleine deeltjes bevat of verkleurd is. Dit moet gebeuren voordat het medicijn wordt gegeven.
-
Gebruik geen oplossingen die troebel zijn of neerslag of deeltjes bevatten.
-
Alle niet-gebruikte resten van het product of afvalmateriaal moeten in overeenstemming met de plaatselijke regels en volgens de uitleg van uw arts worden vernietigd.
Bereiding
Breng het poeder en oplosmiddel van dit medicijn op kamertemperatuur zonder de flacons te openen. U kunt dit doen door de flacons ongeveer een uur bij kamertemperatuur te laten staan. Het is ook mogelijk om de flacons een paar minuten in uw handen te houden. Zorg ervoor dat de flacons NIET in aanraking komen met een directe warmtebron. De flacons mogen niet warmer worden dan lichaamstemperatuur (37 °C).
Verwijder voorzichtig de doppen van de flacon van het product en van de flacon met het oplosmiddel. Maak de nu zichtbare rubberstoppen van de flacons schoon. Gebruik voor beide
stoppen een apart doekje met alcohol en laat ze drogen. Het oplosmiddel kan nu in de flacon met poeder worden gedaan. Doe dit met behulp van de toedieningsset (Mix2Vial). Volg de instructies hieronder.
1. Open de Mix2Vial-verpakking door de folie te verwijderen. Haal de Mix2Vial niet uit de blisterverpakking!
2. Plaats de flacon met oplosmiddel op een vlakke, schone ondergrond en houd de flacon goed vast. Houd de Mix2Vial samen met de blisterverpakking vast. Druk het uiteinde van de blauwe adapter recht naar beneden in de
rubberstop van de flacon met het oplosmiddel.
3. Verwijder de blisterverpakking voorzichtig van de Mix2Vial-set door de rand vast te houden en recht omhoog te trekken. Zorg ervoor dat u alleen de blisterverpakking verwijdert en niet de Mix2Vial-set.
4. Plaats de flacon van het product op een vlakke en stevige ondergrond. Draai de flacon met oplosmiddel die is verbonden met de Mix2Vial-set om. Druk het uiteinde van de doorzichtige adapter recht naar beneden in de rubberstop van de flacon van het product.
Het oplosmiddel stroomt vanzelf in de flacon van het product.
5. Houd met 1 hand de flacon van het product met de Mix2Vial-set vast. Houd met de andere hand de flacon met oplosmiddel vast. Schroef de set voorzichtig in twee delen uit elkaar.
Gooi de flacon voor het oplosmiddel weg samen met de blauwe Mix2Vial-adapter die er
nog aan zit.
6. Draai de flacon van het product, waar de doorzichtige adapter aan zit, voorzichtig rond. Doe dit totdat het product helemaal is opgelost. Niet schudden.
7. Gebruik een lege, steriele injectiespuit om lucht op te zuigen. Gebruik de spuit die bij het product geleverd wordt. Plaats de flacon van het product rechtop en verbind de injectiespuit met de Luer Lock fitting van de Mix2Vial. Spuit lucht in de flacon van het product.
Opzuigen en toediening
8. Draai het hele systeem om terwijl u de zuiger ingedrukt houdt. Zuig de inhoud van de flacon op in de injectiespuit door zachtjes aan de zuiger te trekken.
9. Nu de oplossing in de injectiespuit zit, houdt u de injectiespuit goed vast (met de zuiger naar beneden gericht). Verwijder nu de doorzichtige Mix2Vial-adapter van de injectiespuit.
Toediening
De oplossing moet langzaam worden ingespoten in een ader (intraveneus) of via infusie (4 ml/minuut).