Captopril CF 25 mg tabletten, tabletten

Captopril CF 25 mg tabletten, tabletten
Werkzame stof(fen)Captopril
Toelatingslandnl
VergunninghouderCentrafarm
ATC-codeC09AA01
Farmacologische groepenAce remmers, gewoon

Patiëntenbijsluiter

Wat is het en waarvoor wordt het gebruikt?

Geneesmiddelengroep

Captopril behoort tot de groep van de ACE-remmers. In het lichaam remt captopril de omzetting van angiotensine I naar angiotensine II. In het lichaam leidt dit tot een daling van de bloeddruk en een verbetering van de hartfunctie. Bovendien leidt captopril tot een verbetering van de nierfunctie bij patiënten die lijden aan suikerziekte (diabetes mellitus).

Toepassing van het geneesmiddel

Captopril CF wordt gebruikt:

  • Als u een te hoge bloeddruk heeft (hypertensie).
  • Als u hart niet goed pompt ook wel hartfalen genoemd (of decompensatio cordis).
  • Als u een hartinfarct heeft gehad (myocardinfarct).
  • Als u suikerpatiënt (diabetespatiënt) bent en daardoor een afwijking aan uw nieren heeft.

Wat moet u weten voordat u het gebruikt?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
  • Wanneer u een overgevoeligheid voor captopril, een ander bestanddeel van de tabletten of voor andere ACE-remmers heeft.
  • Wanneer u ooit last heeft gehad van plotselinge vochtophoping in de tong, keel, strottenhoofd, in het gezicht en de ledenmaten, ademhalingsmoeilijkheden en/of jeuk en huiduitslag (angioneurotisch oedeem) in verband met gebruik van een ACE-remmer, door erfelijkheid of door onbekende oorzaak.
  • Als u meer dan 3 maanden zwanger bent. (Het is ook beter om Captopril CF aan het begin van de zwangerschap te vermijden - zie ook ‘zwangerschap’).
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
  • Wanneer u een opzwelling van de tong, keel en het gezicht waarneemt (angio-oedeem). U dient onmiddellijk een arts te waarschuwen, die u dan verder op de juiste manier kan behandelen. U dient ook een arts te waarschuwen als u buikpijn heeft. Buikpijn kan een uiting zijn van opzwelling in de darmen (intestinaal angio-oedeem). Als u een donkere huidskleur heeft, heeft u meer kans op dergelijke opzwellingen.
  • Wanneer u een nierdialyse ondergaat met bepaalde types kunstnieren. Er is melding gemaakt van overgevoeligheidsreacties.
  • Wanneer u een behandeling ondergaat om overgevoeligheid voor bepaalde stoffen te verminderen. Overgevoeligheidsreacties kunnen optreden.
  • Wanneer u last heeft van een nieraandoening. Uw arts zal regelmatig de werking van de nieren controleren en de aanwezigheid van eiwitten in uw urine bepalen vóór de behandeling met captopril gestart wordt.
  • Wanneer u aan collageenziekte van de bloedvaten lijdt of geneesmiddelen gebruikt die na een transplantatie afstotingsreacties onderdrukken, allopurinol (een middel tegen jicht) of procaïnamide (een middel tegen hartritmestoornissen) gebruikt. Bloedbeeldafwijkingen kunnen optreden die kunnen leiden tot de volgende verschijnselen: keelpijn, koorts en griepachtige verschijnselen, met name wanneer u een verminderde nierfunctie heeft. Indien u deze verschijnselen waarneemt, dient u onmiddellijk een arts te waarschuwen, die u op de juiste manier kan behandelen.
  • Wanneer uw bloeddruk sterk daalt. U bemerkt dit als een licht gevoel in het hoofd en duizeligheid, die meestal verdwijnen als u gaat liggen. De kans is groter indien u ook andere bloeddrukverlagende middelen gebruikt. Deze verschijnselen treden vooral op in het begin van de behandeling met captopril. Zoals bij elk bloeddrukverlagend middel kan een sterke bloeddrukdaling bij patiënten met hart- en bloedvataandoeningen de kans op een hartinfarct of een beroerte vergroten.
  • Wanneer u een operatie moet ondergaan waarbij u onder algehele narcose gebracht moet worden.
  • Indien u last krijgt van verschijnselen die lijken op geelzucht. Het gebruik van captopril kan leiden tot ontsteking van de lever met galstuwing. U dient onmiddellijk contact op te nemen met uw arts.
  • Indien u captopril gelijktijdig met kaliumsparende plasmiddelen, extra kalium (bv. bepaalde vervangmiddelen van keukenzout) of heparine (een geneesmiddel gebruikt om vorming van bloedstolsels te vermijden) gebruikt. Indien uw nieren niet meer goed werken of lijdt aan suikerziekte (diabetes mellitus). Het is raadzaam dat uw arts de hoeveelheid kalium in uw bloed regelmatig controleert.
  • Wanneer u lijdt aan bepaalde hart- en bloedvataandoeningen (aorta- en mitraalstenose, obstructieve hypertrofische cardiomyopathie en cardiogene shock)
  • Wanneer u lijdt aan suikerziekte (diabetes mellitus). De hoeveelheid suiker in het bloed moet extra gecontroleerd worden en het is mogelijk dat de dosering van uw geneesmiddelen aangepast moet worden.
  • Als u een donkere huidskleur heeft omdat captopril dan mogelijk minder goed werkt.
  • Vertel het uw arts als u denkt dat u zwanger bent of als u zwanger wilt worden. Het gebruik van Captopril CF wordt niet aanbevolen tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te worden gebruikt als u meer dan 3 maanden zwanger bent, omdat het ernstige nadelige effecten voor de baby kan hebben bij gebruik in deze zwangerschapsfase (zie ook ’zwangerschap’).
  • Als u ACE-remmers gebruikt, kunt u last krijgen van een droge hoest. Deze hoest zal verdwijnen als u met de ACE-remmer stopt (alleen na overleg met uw arts).

Raadpleeg uw arts indien één van de bovenstaande waarschuwingen voor u van toepassing is, of dat in het verleden is geweest.

Zwangerschap en borstvoeding

Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.

Zwangerschap

Vertel het uw arts als u denkt dat u zwanger bent of als u zwanger wilt worden. Gewoonlijk zal uw arts u adviseren te stoppen met het gebruik van Captopril CF voor u zwanger wordt of zodra u weet dat u zwanger bent en in plaats van Captopril CF een ander geneesmiddel te gebruiken. Captopril CF wordt niet aanbevolen voor gebruik tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te worden gebruikt als u meer dan 3 maanden zwanger bent, omdat het ernstige nadelige effecten voor de baby kan hebben bij gebruik vanaf een zwangerschapsduur van drie maanden.

Borstvoeding

Vertel het uw arts als u borstvoeding geeft of hiermee wilt beginnen. Het geven van borstvoeding aan pasgeboren baby’s (de eerste weken na de geboorte), en met name aan vroeggeboren baby’s, wordt niet aanbevolen tijdens gebruik van Captopril CF.

Als het kind wat ouder is, dient uw arts u te adviseren over de voordelen en risico’s van het gebruik van Captopril CF tijdens borstvoeding in vergelijking met andere behandelingen.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines

Captopril kan leiden tot daling van de bloeddruk hetgeen gepaard kan gaan met duizeligheid en in ernstige gevallen een daling van het bewustzijn. Dit kan de rijvaardigheid, het reactievermogen en het vermogen om machines te bedienen nadelig beïnvloeden. Hiermee dient u, vooral tijdens het begin van de behandeling rekening te houden.

Captopril CF tabletten bevatten lactose.

Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel inneemt.

Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?

Gebruikt u naast Captopril CF nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder recept kunt verkrijgen.

  • Plasmiddelen (thiazide- of lisdiuretica) versterken het bloeddrukverlagende effect van captopril. Vaak wordt dit effect wenselijk geacht.
  • Kaliumsparende plasmiddelen (bijv. spironolacton, triamtereen of amiloride), extra kalium (zoals bepaalde vervangmiddelen voor keukenzout) of geneesmiddelen die de hoeveelheid kalium in het bloed verhogen zoals heparine, (een geneesmiddel dat de bloedstolling remt) kunnen leiden tot een verhoging van de hoeveelheid kalium in het bloed.
  • Gelijktijdig gebruik van captopril en lithium, een middel tegen sterke wisselingen in de stemming, kan leiden tot een verhoging van de hoeveelheid lithium in het bloed. Het is dan noodzakelijk de dosering lithium aan te passen. Uw arts zal u hierover adviseren.
  • Vaatverwijdende middelen, zoals nitroglycerine en nitraten, dienen met zorg te worden toegediend. Uw arts zal de voor u beste dosering van beide geneesmiddelen kiezen.
  • Captopril kan veilig samen gebruikt worden met andere bètablokkers (bijv.atenolol, bisoprolol of metoprolol), alfablokkers (bijv. doxazosine) en langwerkende calciumantagonisten (bijv. amlodipine,

nifedipine of felodipine). Het gelijktijdig gebruiken van deze geneesmiddelen samen met captopril, kan ervoor zorgen dat de bloeddrukverlagende werking van captopril versterkt wordt.

  • Captopril kan veilig gebruikt worden met middelen bij een acuut hartinfarct. Captopril kan gelijktijdig gebruikt worden met geneesmiddelen die het samenklonteren van bloedplaatjes tegengaan (acetylsalicylzuur), middelen die bloedstolsels oplossen (trombolytica), andere bètablokkers en/of middelen tegen pijn op de borst (nitroglycerine of andere nitraten) bij patiënten met een hartinfarct.
  • Bepaalde ontstekingsremmende en koortsverlagende pijnstillers (NSAID’s) kunnen het bloeddrukverlagende effect van captopril verminderen en kunnen elkaars mogelijkheid om de kaliumhoeveelheid in het bloed te laten toenemen, versterken.
  • Indien u aan suikerziekte lijdt kan het in enkele gevallen noodzakelijk zijn dat uw arts de dosering van uw bloedsuikerverlagende geneesmiddelen zal aanpassen.
  • Gelijktijdig gebruik van bepaalde middelen tegen neerslachtigheid (tricyclische antidepressiva) of tegen psychose (antipsychotica) kunnen een sterke bloeddrukdaling veroorzaken bv. bij snel opstaan (orthostatische hypotensie). De verschijnselen (zoals duizeligheid, licht gevoel in het hoofd) verdwijnen meestal indien u gaat liggen.
  • Gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die de natuurlijke afweer onderdrukken (immunosuppressiva), allopurinol (een middel tegen jicht), middelen tegen kanker (cytostatica) of procaïnamide (een middel tegen hartritmestoornissen) kunnen bloedbeeldafwijkingen veroorzaken die kunnen leiden tot de volgende verschijnselen: keelpijn, koorts en griepachtige verschijnselen.
  • Gelijktijdig gebruik met middelen die een stimulerend effect hebben op een bepaald deel van het centraal zenuwstelsel (sympaticomimetica) kunnen het effect van Captopril verminderen.
  • Een ACE-remmer kan ervoor zorgen dat het verlies van kalium versterkt wordt door plastabletten (diuretica). Kaliumsparende plasmiddelen (bijv. spironolacton, triamtereen, amiloride), voedingssupplementen die kalium bevatten of zoutvervangers die kalium bevatten, kunnen ervoor zorgen dat het kaliumgehalte in het bloed toeneemt. Indien u last heeft van een te laag kaliumgehalte in het bloed (hypokaliëmie) kunt u captopril innemen, maar zal de arts regelmatig uw kaliumgehalte in het bloed moeten laten meten.

Hoe wordt het gebruikt?

De dosering wordt door de arts voor ieder patiënt afzonderlijk vastgesteld: in sommige gevallen kan deze dosering afwijken van de aanbevolen dosering. Raadpleeg in geval van twijfel altijd uw arts.

Verhoogde bloeddruk

Captopril kan één- of tweemaal per dag ingenomen worden. De begindosering bedraagt in de meeste gevallen 25-50 mg per dag. Afhankelijk van de reactie van uw bloeddruk op captopril kan uw arts de dosering verhogen tot een maximum van 150 mg per dag. Indien het effect na enkele verhogingen nog onvoldoende is, kan uw arts besluiten naast captopril ook andere bloeddrukverlagende geneesmiddelen, zoals plasmiddelen voor te schrijven.

Bij patiënten met een verhoogde bloeddruk als gevolg van een nieraandoening, met een laag bloedvolume is de begindosering in de meeste gevallen lager (6,25 mg of 12,5 mg.)

Decompensatio cordis (hartfalen)

Uw arts zal de dosering captopril vaststellen. De begindosering bedraagt in de meeste gevallen 6,25 tot 12,5 mg twee- tot driemaal daags. Afhankelijk van het effect van captopril op uw hart zal de arts de dosering aanpassen. De hoogste dosering bedraagt driemaal daags 50 mg (150 mg per dag).

Voorkoming van een hartinfarct

Na een hartinfarct wordt vaak 6,25 mg meerdere malen per dag voorgeschreven. De dosis kan geleidelijk verhoogd worden tot maximaal 100 mg per dag.

Als uw nieren niet meer goed werken als gevolg van suikerziekte

De aanbevolen dosering bedraagt 75 tot 100 mg per dag, verdeeld over meerdere tijdstippen. Indien een verdere daling van de bloeddruk gewenst is, kunnen door uw arts andere bloeddrukverlagende middelen voorgeschreven worden.

Als uw nieren niet goed meer werken

Als uw nieren slecht werken kan uw arts besluiten om met een lagere dosering captopril te beginnen, de tijd tussen het innemen van de tabletten te vergroten of de maximale hoeveelheid captopril dat ingenomen mag worden te verlagen. De begindosering bedraagt in de meeste gevallen 12,5 mg per dag. Indien het effect van captopril onvoldoende is kan de dosering verhoogd worden. Uw arts zal de voor u beste dosering kiezen.

Bij een zeer sterk verminderde nierfunctie is het noodzakelijk de patiënten te behandelen met de combinatie van captopril met een plasmiddel, bijv. furosemide.

Gebruik bij kinderen

Bij kinderen is de veiligheid en de werkzaamheid van captopril niet volledig vastgesteld. Een normale startdosering is 0,3 mg / kg lichaamsgewicht. Bij bepaalde patiënten (verminderde nierwerking, vroeg- en pasgeborenen en kleuters) is een normale startdosering 0,15 mg / kg lichaamsgewicht. Gewoonlijk wordt de dosering verdeeld over drie giften per dag.

Gebruik bij ouderen

Vaak moet gestart worden met een lagere dosering omdat zij mogelijk een verminderde functie van de nieren en/of andere organen hebben.

Toediening

Neem de tabletten voor, tijdens of na de maaltijd met voldoende vloeistof in (bijvoorbeeld een glas water.)

Als u merkt of denkt dat Captopril CF te sterk werkt, of juist te weinig, raadpleeg dan uw arts of apotheker.

Heeft u te veel van dit middel ingenomen?

Wanneer u te veel Captopril CF heeft ingenomen, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts of apotheker. Laat uw arts of apotheker altijd de verpakking of patiëntenbijsluiter zien, die zal u dan op de juiste manier verder behandelen of adviseren.

Verschijnselen van een overdosering zijn ernstig verlaagde bloeddruk (hypotensie); sterke daling van de bloeddruk, bleekheid, onrust, zwakke snelle pols, klamme huid, verminderd bewustzijn (shock); sterke vermindering of totale opheffing van de geestelijke functies gepaard gaande met onbeweeglijkheid (stupor); vertraagde hartslag (bradycardie); afwijkingen in de zouthuishouding (elektrolytenafwijkingen) en verminderde werking van de nieren (nierfalen).

De behandeling van een overdosering hangt af van de aard en de ernst van de klachten. Behandeling dient door een arts plaats te vinden en bestaat onder andere uit voorkomen van de opname van geneesmiddel met behulp van actieve kool of het verwijderen van niet door het lichaam opgenomen geneesmiddel, b.v. door maagspoelen en uit het nemen van ondersteunende maatregelen.

Bent u vergeten dit middel in te nemen?

Indien u een dosis vergeten bent in te nemen en het tijdstip van inname is niet al te lang voorbij dan kunt u die dosis alsnog innemen. In alle andere gevallen kunt u beter wachten tot het volgende tijdstip voor de volgende dosis.

Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken. Hieronder volgt een lijst van mogelijke bijwerkingen.

  • Zeer vaak voorkomen (bij meer dan 1 op de 10 patiënten);
  • Vaak voorkomen (bij meer dan 1 op de 100, maar minder dan 1 op de 10 patiënten);
  • Soms voorkomen (bij meer dan 1 op de 1000, maar minder dan 1 op 100 patiënten);
  • Zelden voorkomen (bij meer dan 1 op 10.000, maar minder dan 1 op 1000 patiënten);
  • Zeer zelden voorkomen (bij minder dan 1 op de 10.000 patiënten).

Bloed- en lymfestelselaandoeningen:

Zeer zelden: bloedbeeldveranderingen, zoals tekort aan witte bloedlichaampjes, gepaard gaande met verhoogde gevoeligheid voor infecties of gepaard gaande met plotselinge hoge koorts, heftige keelpijn en zweertjes in de mond (agranulocytose, neutropenie).

Raadpleeg in dit geval direct uw arts of ga naar de eerste hulp van een nabij gelegen ziekenhuis; bloedarmoede (pancytopenie, anemie (inclusief aplastisch en hemolytisch)) waarbij de witte en/of rode bloedcellen en/of bloedplaatjes (thrombocytopenie) verminderd zijn; ziekten door vorming van antistoffen tegen lichaamseigen weefsel (auto-immuun ziekten); toename van bepaalde cellen in het bloed gepaard gaande met algemene klierzwellingen (eosinofilie) en aandoeningen van de lymfeklieren

(lymfdenopathie).

Voedings- en stofwisselingsstoornissen:

Zelden: een gebrek of verlies aan eetlust (anorexie)

Zeer zelden: te veel kalium in het bloed wat zich soms kan uiten in spierkrampen, diarree, misselijkheid, duizeligheid en hoofdpijn (hyperkaliëmie); een te laag suikergehalte in het bloed, gepaard gaande met hongergevoel, zweten, duizeligheid en hartkloppingen (hypoglycemie).

Psychische stoornissen:

Vaak: slaapstoornissen
Zeer zelden: verwarring en (ernstige) neerslachtigheid (depressie)

Zenuwstelselaandoeningen:

Vaak: smaakverlies en duizeligheid.

Zelden: slaperigheid, hoofdpijn en het waarnemen van kriebelingen, jeuk of tintelingen zonder dat daar aanleiding voor is (paresthesie).

Zeer zelden: herseninfarct waaronder beroerte en plotseling verlies van bewustzijn (syncope).

Oogaandoeningen:

Zeer zelden: wazig zien

Hartaandoeningen:

Soms: een versnelde hartslag (tachycardie) of onregelmatige hartslag (tachyarrythmie), beklemmend pijnlijk gevoel op de borst (angina pectoris) of hartkloppingen (palpitaties).

Zeer zelden: een hartstilstand of een sterke daling van de bloeddruk, bleekheid, onrust, zwakke snelle pols, klamme huid, verminderd bewustzijn veroorzaakt door het hart (cardiogene shock).

Bloedvataandoeningen:

Soms: verlaagde bloeddruk (hypotensie), bleekheid of blauwkleuring van de vingers of tenen door koude of emoties (syndroom van Raynaud), blozen en bleekheid.

Ademhalingsstelsel- borstkas- en mediastinumaandoeningen: Vaak: droge prikkelhoest en kortademigheid (dyspnoe).

Zeer zelden: benauwdheid door kramp van de spieren van de luchtwegen (bronchospasmen), ontsteking van het neusslijmvlies gekenmerkt door een verstopte neus, niezen en afscheiding (rhinitis) en allergische longontsteking.

Maagdarmstelselaandoeningen:

Vaak: misselijkheid, braken, maagirritaties, buikpijn, diarree, obstipatie en droge mond. Zelden: ontsteking van het mondslijmvlies of aften en opzwelling van de darmen (intestinaal

angio-oedeem).

Zeer zelden: ontsteking van de tong, maagzweer, ontsteking van de alvleesklier gepaard gaande met heftige pijn in de bovenbuik uitstralend naar de rug en misselijkheid en braken (pancreatitis).

Lever- en galaandoeningen:

Zeer zelden: verminderde leverwerking, stremming van de galafvoer (cholestase, waaronder geelzucht) of leverontsteking (hepatitis) met plaatselijk afsterven van weefsel (necrose). Deze bijwerkingen zijn o.a. op te merken door geelverkleuring van de huid en/of het wit van de ogen, donkere verkleuring van de urine en/of grijze of witte verkleuring van de ontlasting . Raadpleeg direct uw arts.

Huid- en onderhuidaandoeningen:

Vaak: jeuk, huiduitslag en kaalheid.

Soms: plotselinge vochtophoping in de huid en slijmvliezen, ademhalingsmoeilijkheden en/of jeuk en huiduitslag, vaak als allergische reactie (angio-oedeem). Raadpleeg in dat geval direct uw arts of ga naar de eerste hulp afdeling van een nabij gelegen ziekenhuis.

Zeer zelden: huiduitslag met hevige jeuk en vorming van bultjes (urticaria), ernstige overgevoeligheidsreactie met koorts, rode vlekken op de huid, gewrichtspijnen en/of oogontsteking (Stevens-Johnson syndroom), huiduitslag met rode onregelmatige vlekken (erythema multiforme), lichtgevoeligheid, huidaandoening met rode huidkleuring (erytrodermie), huidziekte met blaasjes (pemphigus) en schilferende huidontsteking

(exfoliatieve dermatitis).

Bot-, skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen:

Zeer zelden: spier- of gewrichtspijn.

Nier- en urinewegaandoeningen:

Zelden: nierfunctiestoornissen, zich uitend met minder of juist meer urineproductie of vaker plassen.

Zeer zelden: nefrotisch syndroom wat zich uit met vochtophopingen (oedeem).

Krijgt u veel last van een van de bijwerkingen? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Hoe moet het worden bewaard?

Buiten het zicht en het bereik van kinderen houden.

Bewaren beneden 25°C in de oorspronkelijke verpakking.

Captopril CF verpakt in potten niet in de koelkast of de vriezer bewaren.

Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos, de blisterverpakking of de pot na “Niet te gebruiken na” of "EXP". Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.

Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.

Verdere informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?

De werkzame stof in dit middel is captopril, één tablet bevat 12,5 mg, 25 mg of 50 mg captopril. De andere stoffen in dit middel zijn: lactose, maïszetmeel, microkristallijne cellulose (E460) en stearinezuur (E570).

Hoe ziet Captopril CF eruit en hoeveel zit er in een verpakking?

Captopril CF 12,5 mg tabletten, tabletten

Witte, ronde, platte tabletten met een diameter van 6 mm en aan beide zijden een breukstreep.

Captopril CF 25 mg tabletten, tabletten

Witte, ronde, platte tabletten met een diameter van 8 mm en aan beide zijden een dubbele breukstreep.

Captopril CF 50 mg tabletten, tabletten

Witte, ronde, platte tabletten met een diameter van 10 mm en aan beide zijden een dubbele breukstreep.

Captopril CF zijn als volgt verkrijgbaar:

  • PVC/aluminium blisterverpakking verpakt in kartonnen buitenverpakking: 10, 20, 30, 50, 60, 90 of 100 tabletten per verpakking.
  • Polypropyleen pot met polyethyleen deksel: 500 tabletten per verpakking.

Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant

Vergunninghouder

Centrafarm B.V.

Nieuwe Donk 3

4879 AC Etten-Leur

Nederland

Fabrikant

Centrafarm Services B.V.

Nieuwe Donk 9

4879 AC Etten-Leur

Nederland

STADA Arzneimittel AG

Stadastrasse 2-18

61118 Bad Vilbel

Duitsland

In het register ingeschreven onder:

  • RVG 23287, Captopril CF 12,5 mg tabletten, tabletten
  • RVG 23288, Captopril CF 25 mg tabletten, tabletten
  • RVG 23289, Captopril CF 50 mg tabletten, tabletten

Deze bijsluiter is goedgekeurd in oktober 2012.

Laatst bijgewerkt op 24.08.2022

Meer medicijnen met dezelfde werkzame stof

De volgende medicijnen bevatten ook de werkzame stof Captopril. Raadpleeg uw arts over een mogelijk alternatief voor Captopril CF 25 mg tabletten, tabletten

Medicijn
Vergunninghouder
Accord Healthcare B.V. Winthontlaan 200 3526 KV UTRECHT
Mylan B.V. Krijgsman 20 1186 DM AMSTELVEEN
Mylan B.V. Krijgsman 20 1186 DM AMSTELVEEN

Logo

Uw persoonlijke medicatie-assistent

Medicijnen

Blader hier door onze uitgebreide database van A-Z medicijnen, met effecten, bijwerkingen en doseringen.

Stoffen

Alle actieve ingrediënten met hun werking, toepassing en bijwerkingen, evenals de medicijnen waarin ze zijn opgenomen.

Ziekten

Symptomen, oorzaken en behandeling van veelvoorkomende ziekten en verwondingen.

De weergegeven inhoud vervangt niet de originele bijsluiter van het medicijn, vooral niet met betrekking tot de dosering en werking van de afzonderlijke producten. We kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de nauwkeurigheid van de gegevens, omdat deze gedeeltelijk automatisch zijn omgezet. Raadpleeg altijd een arts voor diagnoses en andere gezondheidsvragen.

© medikamio