Welke stoffen zitten er in dit middel?
- De werkzame stof in dit middel is interferon bèta-1b. Elke injectieflacon bevat 300 microgram (9,6 miljoen IE) interferon bèta-1b per injectieflacon. Na reconstitutie bevat elke milliliter 250 microgram (8 miljoen IE) interferon bèta-1b.
- De andere stoffen in dit middel zijn
- in het poeder: mannitol en humaan albumine.
- in het oplosmiddel: natriumchloride, water voor injecties.
Hoe ziet Extavia eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Extavia is een poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie.
Het poeder is wit tot gebroken wit van kleur.
Het Extaviapoeder wordt geleverd in een 3-milliliter injectieflacon. Het oplosmiddel is een heldere/kleurloze oplossing.
Het oplosmiddel voor Extavia wordt geleverd in een 2,25 ml voorgevulde injectiespuit en bevat 1,2 ml natriumchloride 5,4 mg/ml (0,54% (g/v)) oplossing voor injectie.
Extavia is verkrijgbaar in verpakkingen van:
- 5 injectieflacons interferon bèta-1b en 5 voorgevulde injectiespuiten met oplosmiddel.
- 14 injectieflacons interferon bèta-1b en 14 voorgevulde injectiespuiten met oplosmiddel.
- 15 injectieflacons interferon bèta-1b en 15 voorgevulde injectiespuiten met oplosmiddel.
- 3 maanden multiverpakking met 42 (3x14) injectieflacons met interferon bèta-1b en 42 (3x14) voorgevulde spuiten met oplosmiddel.
- 3 maanden multiverpakking met 45 (3x15) injectieflacons met interferon bèta-1b en 45 (3x15) voorgevulde spuiten met oplosmiddel.
Het is mogelijk dat niet alle verpakkingsgroottes in de handel worden gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Novartis Europharm Limited
Wimblehurst Road
Horsham
West Sussex, RH12 5AB
Verenigd Koninkrijk
Fabrikant
Novartis Pharma GmbH
Roonstrasse 25
D-90429 Neurenberg
Duitsland
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien | Luxembourg/Luxemburg |
Novartis Pharma N.V. | Novartis Pharma GmbH |
Tél/Tel: +32 2 246 16 11 | Tél/Tel: +49 911 273 0 |
България | Magyarország |
Novartis Pharma Services Inc. | Novartis Hungária Kft. Pharma |
Тел.: +359 2 489 98 28 | Tel.: +36 1 457 65 00 |
Česká republika | Malta |
Novartis s.r.o. | Novartis Pharma Services Inc. |
Tel: +420 225 775 111 | Tel: +356 2122 2872 |
Danmark | Nederland |
Novartis Healthcare A/S | Novartis Pharma B.V. |
Tlf: +45 39 16 84 00 | Tel: +31 26 37 82 111 |
Deutschland | Norge |
Novartis Pharma GmbH | Novartis Norge AS |
Tel: +49 911 273 0 | Tlf: +47 23 05 20 00 |
Eesti | Österreich |
Novartis Pharma Services Inc. | Novartis Pharma GmbH |
Tel: 372 66 30 810 | Tel: +43 1 86 6570 |
Ελλάδα | Polska |
Novartis (Hellas) A.E.B.E. | Novartis Poland Sp. z o.o. |
Τηλ: +30 210 281 17 12 | Tel.: +48 22 375 4888 |
España | Portugal |
Novartis Farmacéutica, S.A. | Novartis Farma - Produtos Farmacêuticos, S.A. |
Tel: +34 93 306 42 00 | Tel: +351 21 000 8600 |
France | România |
Novartis Pharma S.A.S. | Novartis Pharma Services Romania SRL |
Tél: +33 1 55 47 66 00 | Tel: +40 21 31299 01 |
Ireland | Slovenija |
Novartis Ireland Limited | Novartis Pharma Services Inc. |
Tel: +353 1 260 12 55 | Tel: +386 1 300 75 50 |
Ísland | Slovenská republika |
Vistor hf. | Novartis Slovakia s.r.o. |
Sími: +354 535 7000 | Tel: +421 2 5542 5439 |
Italia | Suomi/Finland |
Novartis Farma S.p.A. | Novartis Finland Oy |
Tel: +39 02 96 54 1 | Puh/Tel: +358 (0)10 6133 200 |
Κύπρος | Sverige |
Novartis Pharma Services Inc. | Novartis Sverige AB |
Τηλ: +357 22 690 690 | Tel: +46 8 732 32 00 |
Latvija | | United Kingdom |
Novartis Pharma Services Inc. | Novartis Pharmaceuticals UK Ltd. |
Tel: +371 | 67 887 070 | Tel: +44 1276 698370 |
Lietuva | | |
Novartis Pharma Services Inc. | |
Tel: +370 | 5 269 16 50 | |
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
Bijlage: WERKWIJZE VOOR ZELFINJECTIE
De volgende instructies leggen uit hoe u Extavia moet bereiden voor injectie en hoe u Extavia bij uzelf moet injecteren. Lees de instructies zorgvuldig door en volg ze stap voor stap. Uw arts of zijn/haar assistent zal u helpen het proces van zelftoediening aan te leren. Probeer niet om bij uzelf een injectie toe te dienen totdat u zeker weet dat u begrijpt hoe de injectieoplossing moet worden bereid en hoe u bij uzelf de injectie moet toedienen.
DEEL I: STAP VOOR STAP INSTRUCTIES
De instructies bestaan uit de volgende stappen:
- Algemeen advies
- Voorbereiding voor de injectie
- Bereiding van de oplossing, stap voor stap
- De injectievloeistof optrekken
- De injectie handmatig zetten (om een injectie met een auto-injector te zetten, raadpleeg de instructies voor gebruik, die bij de auto-injector geleverd zijn)
- Kort overzicht van de werkwijze
- Algemeen advies
- Zorg voor een goed begin!
U zal merken dat de behandeling binnen enkele weken deel uitmaakt van uw dagelijkse routinebezigheden. In het begin geven de volgende tips misschien ondersteuning:
- Richt een permanente bewaarplaats in op een handige plaats, buiten het bereik van kinderen, zodat u de Extavia en andere middelen altijd gemakkelijk kunt vinden. Zie voor meer informatie over de bewaaromstandigheden punt 5 van de bijsluiter, “Hoe bewaart u dit middel?”.
- Probeer uzelf de injectie elke dag op dezelfde tijd toe te dienen. Op die manier onthoudt u het gemakkelijker en is het gemakkelijker een tijdsduur in te plannen waarin u niet gestoord wordt. Zie voor meer informatie over hoe u Extavia moet gebruiken punt 3 van de bijsluiter, “Hoe gebruikt u dit middel?”.
- Bereid een dosis pas als u klaar bent voor de injectie. Na het mengen van het Extavia moet u de injectie direct toedienen. (Als dit geneesmiddel niet onmiddellijk wordt gebruikt zie punt 5 van de bijsluiter “Hoe bewaart u dit middel?”).
- Belangrijke tips om te onthouden
- Wees consistent - gebruik dit geneesmiddel zoals beschreven onder punt 3 van de bijsluiter “Hoe gebruikt u dit middel?”. Controleer de dosering altijd tweemaal.
- Bewaar uw spuiten en de naaldcontainer voor de spuiten buiten het bereik van kinderen; sluit de voorraad indien mogelijk af.
- Gebruik spuiten en naalden nooit opnieuw.
- Gebruik altijd een steriele (aseptische) techniek zoals hierin beschreven.
- Gooi de gebruikte spuiten altijd weg in de daarvoor bestemde naaldcontainer.
- Voorbereiding voor de injectie
- Een injectieplaats kiezen
Beslis, voordat u de injectie klaarmaakt, waar u gaat spuiten. U dient dit geneesmiddel te injecteren in de vetrijke laag tussen de huid en een spier (d.w.z. onderhuids, ongeveer 8 mm tot 12 mm onder de huid). De beste plaatsen voor injecties zijn die waar de huid los en zacht is, en niet in de buurt van gewrichten, zenuwen en botten, bijvoorbeeld in de buik, arm, dij of bil.
Belangrijk: Gebruik geen plaatsen waar u bobbels, harde knobbels, builen of pijn voelt, of die verkleuringen, ingevallen plekken, korstjes of open plekken vertonen. Overleg met uw arts of verzorger over deze plekken en over eventuele andere ongebruikelijke plekken die u vindt.
U dient bij elke injectie de injectieplaats af te wisselen. Als sommige gebieden te moeilijk te bereiken zijn, kunt u een familielid of vriend(in) vragen om u bij deze injecties te helpen. Volg de serie stappen die is weergegeven in het schema aan het einde van de Bijlage (zie II Afwisselen van injectieplaats) en u bent na 8 injecties (16 dagen) weer terug bij de eerste injectieplaats. Daardoor krijgt elke injectieplaats de kans om zich volledig te herstellen voordat een nieuwe injectie wordt toegediend.
Bekijk het rotatieschema aan het eind van deze bijlage om te leren hoe u een injectieplaats kiest. Er is ook een voorbeeld van een patiëntendagboek om u een idee te geven hoe u de plaatsen en datums van de injecties bij kunt houden.
U heeft het geneesmiddel nodig:
- 1 Extavia injectieflacon (met poeder voor de oplossing voor injectie)
- 1 voorgevulde spuit met oplosmiddel voor Extavia (natriumchloride-oplossing)
Om uw geneesmiddel op te lossen en toe te dienen, heeft u de volgende onderdelen nodig die niet worden meegeleverd in de verpakking van uw geneesmiddel:
- een naald geschikt voor reconstitutie
- 30-gauge naald voor injectie
- alcoholgaasjes
U heeft ook een naaldcontainer nodig voor de gebruikte spuiten en naalden.
Als alternatief kunt u een set voor toediening van Extavia (gescheiden geleverd van uw geneesmiddel) gebruiken, die flaconverbindingsstukken voor reconstitutie (het oplossen) van uw geneesmiddel bevat, 30-gauge naalden voor injecteren van uw geneesmiddel en alcoholgaasjes, alsmede instructies hoe u deze onderdelen moet gebruiken.
De 30-gauge naalden geleverd bij de set voor toediening van dit geneesmiddel kunnen worden gebruikt voor handmatige injectie OF met een ExtaviPro 30G auto-injector.
Gebruik een geschikt ontsmettingsmiddel voor ontsmetting van de huid dat u wordt aanbevolen door uw apotheker.
- Bereiding van de oplossing, stap voor stap
1 - Was uw handen grondig met water en zeep voordat u aan de bereidingbegint.
2 - Open de Extavia-flacon en plaats hem op de tafel. U kunt het beste uw duim gebruiken i.p.v. uw nagel, omdat deze kan afbreken.
3 - Reinig de bovenkant van de flacon met een alcoholgaasje, waarbij het gaasje slechts in één richting wordt bewogen. Laat het gaasje bovenop de flacon liggen.
4 - Neem de voorgevulde spuit met het oplosmiddel uit de verpakking. Verwijder het kapje van de punt van de voorgevulde spuit door het los te klikken. Let op dat u het blootgestelde uiteinde van de spuit niet aanraakt. Druk de zuiger niet in.
5 - Neem de naald, geschikt voor reconstitutie (het oplossen), uit de verpakking en plaats deze stevig op de tip (tuit) van de spuit. Verwijder de naaldbescherming van de naald. Raak de naald niet aan.
6 - Houd de Extavia flacon vast op een stabiel oppervlak, en steek langzaam de naald van de spuit (met daarin 1,2 ml vloeistof) helemaal door de stop van de flacon.
7 - Druk de zuiger langzaam naar beneden, richt de naald naar de zijkant van de flacon zodat de vloeistof langs de binnenwand van de flacon kan lopen.
Het oplosmiddel rechtstreeks op het poeder spuiten veroorzaakt overmatig schuimen.
Breng al het oplosmiddel over in de injectieflacon. Laat de zuiger los.
8 - Houd, nadat al het oplosmiddel uit de spuit in de Extavia injectieflacon is geïnjecteerd, de flacon tussen uw duim, wijsvinger en middelvinger terwijl de naald en de spuit tegen uw hand rusten en zwenk de flacon voorzichtig rond om het Extavia-poeder volledig op te lossen.
U mag de flacon niet schudden.
9 - Bekijk de oplossing zorgvuldig. Deze moet helder zijn en mag geen vaste deeltjes bevatten. Als de oplossing verkleurd is of vaste deeltjes bevat, gooi deze dan weg en begin opnieuw met een nieuwe spuit en flacon uit de doos.
Als er schuim aanwezig is – wat kan gebeuren als de flacon wordt geschud of te krachtig wordt gezwenkt – laat de flacon dan rusten tot het schuim weg is getrokken.
- De oplossing voor injectie optrekken
10 - Draai, om de oplossing terug in de spuit te trekken, het geheel van spuit en flacon om, zodat de naald naar boven wijst. Trek de naald binnenin de flacon een klein stukje terug zodat de punt van de naald zich op het laagste punt van de flacon bevindt.
Houd de punt van de naald in de vloeistof, en trek de zuiger langzaam volledig terug om de oplossing in de spuit te trekken.
11 - Een eventueel teveel aan lucht stijgt naar de bovenzijde van de oplossing. Verwijder de luchtbelletjes door voorzichtig tegen de spuit te tikken en de zuiger naar de 1 ml-markering te duwen, of naar het volume dat u door uw arts is voorgeschreven.
Als er te veel oplossing samen met de luchtbellen in de flacon komt, trek de zuiger dan een stukje terug om de oplossing weer uit de flacon in de spuit te trekken. Doe dit tot alle lucht is verdwenen en er 1 ml van de klaargemaakte oplossing in de spuit zit.
12 - Maak de spuit los van de naald. Laat de naald in de flacon.
13 - Neem de 30-gauge naald uit de verpakking en plaats hem stevig op de tip (tuit) van de spuit.
14 - Gooi de flacon en de resterende, ongebruikte oplossing weg in de naaldcontainer.
15 - U bent nu klaar om te injecteren.
Als u, om welke reden dan ook, de Extavia niet onmiddellijk kunt injecteren, kunt u de klaargemaakte oplossing in de spuit vóór gebruik gedurende maximaal 3 uur bewaren in de koelkast. Zorg ervoor dat de beschermhuls van de naald stevig is bevestigd als de spuit in de koelkast wordt bewaard. Vries de oplossing niet in, en wacht niet langer dan 3 uur voordat u hem injecteert. Als er meer dan 3 uur voorbij is gegaan, gooi de medicatie dan weg en maak een nieuwe injectie klaar. Wanneer u de oplossing gebruikt, warm deze dan eerst op in uw handen alvorens te injecteren om pijn te vermijden.
- De injectie handmatig zetten (om een injectie met de ExtaviPro 30G auto-injector te zetten, raadpleeg de instructies voor gebruik, die bij de auto-injector geleverd zijn)
1 - Kies een injectieplaats (zie advies aan het begin en de tekeningen aan het einde van deze bijlage), en noteer dit in uw patiëntendagboek.
2 - Gebruik een alcoholdoekje om de huid op de injectieplaats te reinigen. Laat de huid drogen aan de lucht. Gooi het doekje weg.
Gebruik een geschikt ontsmettingsmiddel om de huid te ontsmetten.
3 - Verwijder de beschermhuls van de naald door te trekken; niet draaien.
4 - Knijp de huid zachtjes samen rond de ontsmette injectieplaats (om deze iets omhoog te brengen).
5 - Houd de spuit vast zoals een potlood of een dartpijltje, druk de naald onder een hoek van 90° recht in de huid met een snelle, vaste beweging.
6 - Injecteer het geneesmiddel met een langzame, constante druk op de zuiger. Druk de zuiger volledig in tot de spuit leeg is.
7 - Werp de spuit in de naaldcontainer
- Kort overzicht van de werkwijze
- Neem de benodigdheden uit de doos (1 flacon, 1 voorgevulde spuit, 2 alcoholgaasjes, naald geschikt voor reconstitutie, 30-gauge naald voor injectie).
- Verwijder het kapje van de flacon en reinig de rubber stop met een alcoholgaasje.
- Haal de naald, geschikt voor reconstitutie, uit de verpakking en plaats hem op de spuit waarvan u het beschermkapje verwijderd heeft.
- Breng het oplosmiddel van de spuit over in de flacon door de zuiger volledig in te drukken.
- Draai het geheel van spuit en flacon om en trek dan de zuiger terug om de oplossing op te trekken.
- Maak de naald los van de spuit, laat de naald in de flacon en werp beide weg.
- Haal de 30-gauge naald uit de verpakking en bevestig deze aan de spuit.
- Verwijder de beschermhuls van de naald vlak voor de injectie – u bent nu klaar om te injecteren.
OPMERKING: De injectie moet onmiddellijk na het mengen worden toegediend (als de injectie wordt uitgesteld, bewaar de oplossing dan in de koelkast en injecteer binnen 3 uur). Niet invriezen.
DEEL II: AFWISSELEN VAN INJECTIEPLAATS
U moet voor elke injectie een nieuwe plaats kiezen om het gebied de tijd te geven om te herstellen en zodoende infectie te voorkomen. Advies over de te kiezen gebieden wordt gegeven in het eerste deel van deze Bijlage. Het is een goed idee om te weten waar u de injectie wilt inbrengen voordat u de spuit klaarmaakt. Het schema dat is weergegeven in het onderstaande diagram helpt u om voldoende afwisseling aan te brengen in de plaatsen. Als de eerste injectie bijvoorbeeld wordt gegeven in de rechterzijde van de buik, kies dan de linkerzijde voor de tweede injectie, ga dan verder naar de rechter dij voor de derde, en zo verder volgens het diagram tot alle geschikte gebieden van het lichaam zijn gebruikt. Noteer waar en wanneer u zichzelf een injectie hebt toegediend. Dit kunt u o.a. doen door de injectieplaats te noteren op het bijgesloten patiëntendagboek.
Door dit schema te volgen komt u na 8 injecties (16 dagen) terug bij het eerste gebied (bijv. de rechterzijde van de buik). Dit wordt een rotatiecyclus genoemd. In ons voorbeeldschema wordt elk gebied op zijn beurt onderverdeeld in 6 injectieplaatsen (dit geeft in totaal 48 injectieplaatsen), linker, rechter, bovenste, middelste en onderste gedeelte van elk gebied. Als u na een rotatiecyclus terugkomt bij een gebied kiest u de verst gelegen injectieplaats binnen dit gebied. Als een gebied pijnlijk wordt, overleg dan met uw arts of verpleegkundige over het kiezen van andere injectieplaatsen.
Rotatieschema
Om voldoende afwisseling te brengen in de injectieplaatsen raden wij u aan om een rapport bij te houden van de data en de plaatsen van injectie. U kunt het volgende rotatieschema gebruiken.
Werk elke rotatiecyclus om de beurt af. Elke cyclus bestaat uit 8 injecties (16 dagen), die achtereenvolgens worden gegeven in gebied 1 tot en met gebied 8. Door deze volgorde aan te houden, geeft u elk gebied de kans om te herstellen voordat er een nieuwe injectie in wordt gegeven.
Rotatiecyclus 1: Linkerbovengedeelte van elk gebied
Rotatiecyclus 2: Rechterondergedeelte van elk gebied
Rotatiecyclus 3: Linkermiddengedeelte van elk gebied
Rotatiecyclus 4: Rechterbovengedeelte van elk gebied
Rotatiecyclus 5: Linkerondergedeelte van elk gebied
Rotatiecyclus 6: Rechtermiddengedeelte van elk gebied
DEEL III: EXTAVIA Patiëntendagboek
Aanwijzingen voor het noteren van de injectieplaatsen en datums van uw injecties
- Begin met uw eerste injectie (of ga uit van uw laatste injectie als u geen nieuwe Extavia- gebruiker bent).
- Kies een injectieplaats. Als u al eerder Extavia heeft gebruikt, start dan met het gebied dat tijdens de laatste rotatiecyclus (d.w.z. de laatste 16 dagen) niet gebruikt is.
- Noteer na de injectie de gebruikte injectieplaats en de datum in de tabel in uw patiëntendagboek (zie voorbeeld: Noteren van de plaats en datum van uw injecties).
ROTATIESCHEMA:
10-15 cm vanaf de schouder
GEBIED 1
Rechterarm
(achterkant
bovenarm)
GEBIED 3
Rechterkant buik
(Laat ongeveer 5 cm rechts van de navel vrij)
GEBIED 5
Rechterdij
10-15 cm vanaf schaamhaar
| GEBIED 2 |
10-15 cm vanaf | Linkerarm |
de elleboog | (achterkant |
| bovenarm) |
GEBIED 4
Linkerkant buik
(Laat ongeveer 5 cm links van de navel vrij)
GEBIED 6
Linkerdij
10-15 cm vanaf de knie
middenbeenlijn
GEBIED 8
Linkerbil
GEBIED 7
Rechterbil
VOORBEELD VAN EEN PATIËNTENDAGBOEK:
Noteren van plaats en datum van uw injecties
| 10-15 cm vanaf | |
Rechterarm | de schouder | Linkerarm |
| 10-15 cm vanaf |
| de elleboog |
Rechterkant buik | Linkerkant buik |
| 10-15 cm | |
| vanaf | Linkerdij |
Rechterdij | schaamhaar |
10-15 cm vanaf de knie
middenbeenlijn