Gebruik dit middel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
De dosis is afhankelijk van de aandoening of de situatie en kan variëren van 5 tot 20 mg. Een herhaling van de dosis kan noodzakelijk zijn na 4 tot 12 uur.
De dosis wordt intraveneus (in de ader) of oraal toegediend. De oplossing mag niet verdund worden.
Op het moment van toedienen dient de ampuloplossing helder te zijn. Ten gevolge van onjuist bewaren kan de inhoud van de ampul troebel worden of zich scheiden in verschillende lagen. Als dit het geval is mogen de ampullen niet worden gebruikt.
Om de ampul te openen, houdt u het onderste deel van de ampul tussen de duim en wijsvinger van één hand. Zorg ervoor dat het stipje boven uw duim staat.
Houd het bovenste deel van de ampul tussen de duim en wijsvinger van uw andere hand. Breek de top van de ampul af door de kant met het stipje met een korte knik naar beneden te bewegen (zie figuur hieronder).
Als het middel via de mond ingenomen moet worden, kan een spuit (bijvoorbeeld van 1 ml) met naald gebruikt worden.
Gebruik de spuit met naald om de juiste hoeveelheid oplossing uit de ampul te halen. Haal dan de naald eraf, en spuit de inhoud van de spuit in de mond. Spoel daarna het middel door met een beetje vloeistof.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Na een eenmalige grote gift zijn geen systemische effecten te verwachten.
Bent u vergeten dit middel et gebruiken?
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.