- Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
- Gebruik het product niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op het kartonnen doosje. De datum verwijst naar de laatste dag van die maand.
- Poeder en oplosmiddel beneden 25°C bewaren.
- Poeder en oplosmiddel beschermen tegen licht.
- Niet in de vriezer bewaren om schade aan de voorgevulde spuit te voorkomen
- Gebruik NovoSeven onmiddellijk na het mengen van het poeder met het oplosmiddel om infectie te voorkomen. Als u het niet onmiddellijk kunt gebruiken nadat het is gemengd, moet u het in de injectieflacon met daarop de injectieflaconadapter en de spuit nog bevestigd, in de koelkast bewaren bij 2°C tot 8°C gedurende maximaal 24 uur. De gemengde NovoSeven oplossing niet in de vriezer bewaren en bewaar het beschermd tegen licht. Bewaar de oplossing niet zonder het advies van uw arts of verpleegkundige.
• | Houd de voorgevulde spuit een beetje | I |
 | schuin met de injectieflacon naar |  |
 | beneden gericht. |  |
• | Druk de zuigerstang in om alle |  |
 | oplosmiddel in de injectieflacon te |  |
 | spuiten. |  |
• | Houd de zuigerstang ingedrukt en |  |
 | draai de injectieflacon rustig rond tot alle | J |
 | poeder is opgelost. Schud de |  |
 | injectieflacon niet omdat dit schuimen |  |
 | veroorzaakt. |  |
• | Controleer de gemengde oplossing. |  |
 | Deze moet kleurloos zijn. Als u |  |
 | zichtbare deeltjes of verkleuring ziet |  |
 | mag u het niet gebruiken. Gebruik dan |  |
 | een nieuwe verpakking. |  |
Gebruik de gemengde NovoSeven onmiddellijk om infecties te voorkomen.
Als u het niet onmiddellijk kunt gebruiken, zie rubriek 5 Hoe bewaart u NovoSeven aan de andere zijde van deze bijsluiter. Bewaar de gemengde oplossing niet zonder advies van uw arts of verpleegkundige.
(I)
Als u een hogere dosis nodig heeft dan 1 injectieflacon bevat, herhaal dan stappen A tot en met J met extra injectieflacons, injectieflaconadapters en voorgevulde spuiten totdat u de benodigde dosis heeft bereikt.
- Houd de zuigerstang volledig
- Keer de spuit met de injectieflacon erop ondersteboven.
- Druk niet meer op de zuigerstang en laat deze langzaam terugglijden terwijl de spuit zich vult met de gemengde oplossing.
- Trek de zuigerstang een beetje naar beneden om de gemengde oplossing in de spuit te zuigen. Als er op enig moment teveel lucht in de spuit zit, spuit de lucht dan terug in de injectieflacon.
- Tik zachtjes op de spuit, terwijl u de injectieflacon ondersteboven houdt, zodat eventuele luchtbellen naar boven gaan.
- Duw de zuigerstang langzaam in totdat alle luchtbellen verdwenen zijn. In het geval dat u maar een deel van de volledige dosis nodig heeft, gebruik dan de schaalverdeling op de spuit om te zien hoeveel van de gemengde oplossing u uit de injectieflacon neemt, zoals verteld door uw arts of verpleegkundige.
• | Schroef de injectieflaconadapter met |  |
 | daarop de injectieflacon los. | L |
5. Injecteer de gemengde oplossing | Â |
NovoSeven is nu gereed om geïnjecteerd te worden in uw bloedvat, in een centraal veneuze katheter of in een onderhuidse poort.
• Injecteer de gemengde oplossing zoals verteld door uw arts of verpleegkundige.
• Injecteer langzaam gedurende 2 tot 5 minuten.
Weggooien
• Gooi, na injectie, de spuit met de infusieset, de injectieflacon met de injectieflaconadapter, ongebruikt NovoSeven en andere afvalmaterialen op een veilige manier weg zoals verteld
door uw arts of verpleegkundige. Gooi | M |
het niet weg met het huishoudelijk afval. | Â |
Haal het materiaal niet uit elkaar voordat u het weggooit.
Gebruik het materiaal niet opnieuw.