Gebruik Orap NIET
- als u allergisch (overgevoelig) bent voor pimozide of voor één van de andere bestanddelen van Orap. Welke dit zijn, vindt u onder ‘Aanvullende informatie’. U kunt overgevoeligheid herkennen aan bijvoorbeeld huiduitslag, jeuk, kortademigheid en/of een opgezwollen gezicht. Als u hiervan last krijgt, stop dan met Orap en raadpleeg uw arts.
- als er sprake is van sufheid of slaperigheid door gebruik van alcohol of geneesmiddelen (bijv. slaapmiddelen of sterke pijnstillers).
- bij iemand die in coma is.
- als u de ziekte van Parkinson heeft.
- als u of iemand in uw familie een stoornis in het hartritme heeft of heeft gehad of een bepaalde stoornis heeft in het ‘hartfilmpje’ (elektrocardiogram), het zogenaamde verlengd QT-interval.
Mogelijk bent u, maar is ook uw arts, er niet van op de hoogte dat u een stoornis in het hartritme of een verlengd QT-interval heeft. Daarom zal uw arts waarschijnlijk eerst een ’hartfilmpje’ maken voordat u Orap gaat gebruiken.
- in combinatie met geneesmiddelen die een bepaalde stoornis in uw ECG (hartfilmpje) kunnen veroorzaken (het zgn. QT-interval verlengen). Voorbeelden hiervan kunt u vinden onder ‘Inname met andere geneesmiddelen’.
- als u een te laag kalium- of magnesiumgehalte in het bloed heeft of wanneer u een te trage hartslag heeft.
- als u bepaalde geneesmiddelen gebruikt die de werking van Orap kunnen versterken of de kans op bijwerkingen kunnen vergroten. Welke dit zijn kunt u vinden onder ‘Inname met andere geneesmiddelen’.
Raadpleeg bij twijfel uw arts of apotheker.
Wees extra voorzichtig met Orap
-
als u geneesmiddelen gebruikt om uw hartritme te verbeteren, tegen psychosen, of middelen tegen depressie. Als u deze middelen gebruikt, moet uw hart regelmatig worden gecontroleerd.
-
als u epilepsie of spierkrampen heeft waardoor er een verlamming ontstaat. Vertel het uw arts als u een van deze ziekten heeft. Het kan zijn dat bij u nauwkeurig medisch toezicht noodzakelijk is als u Orap gebruikt. Bovendien moet de dosering misschien worden aangepast of moet u aanvullende medicijnen krijgen.
-
bij verandering van uw stemming. Bij gebruik van Orap kan blijken dat u een depressie heeft, of kan de depressie juist weggedrongen worden.
-
als uw lever minder goed werkt. Vertel het uw arts als u een slechte leverfunctie heeft. Misschien moet u extra worden gecontroleerd als u Orap gebruikt.
-
als u zware arbeid verricht of in een zeer warme omgeving verblijft. Vertel het uw arts als u zware arbeid verricht of in een zeer warme omgeving verblijft. Het kan zijn dat uw lichaamstemperatuur te hoog wordt.
-
bij bepaalde psychische aandoeningen. Bij patiënten met bepaalde psychische aandoeningen is de kans om bijwerkingen te krijgen groter.
-
bij kinderen jonger dan 3 jaar. Er is nog niet veel ervaring met het gebruik van Orap bij kinderen jonger dan 3 jaar. Daarom is het beter dat kinderen jonger dan 3 jaar Orap niet gebruiken.
-
als u niet meteen effect merkt. Als u bent begonnen met het innemen van Orap kan het enige tijd duren voordat u het volledige effect van Orap merkt. Andersom kan het ook zijn dat uw verschijnselen enige tijd na het stoppen terugkeren.
- als u of iemand in uw familie ooit last heeft gehad van vorming van bloedstolsels in de bloedvaten, omdat dit soort geneesmiddelen in verband is gebracht met de vorming van bloedstolsels.
- als u aan dementie lijdt. Bij ouderen met dementie bestaat er een verhoogd risico op beroerte. Tijdens de behandeling moet regelmatig de arts worden geraadpleegd. Dit moet onmiddellijk gebeuren wanneer uw verzorger opmerkt dat uw geestelijke toestand plotseling verandert of als u plotseling slap wordt of een verdoofd gevoel krijgt in uw gezicht, armen of benen, in het bijzonder als dat aan één kant is, of als u onduidelijk gaat praten, zelfs al is het maar kort. Dit kunnen tekenen van een beroerte zijn.
- als u last krijgt van de volgende verschijnselen:
- bepaalde bewegingsstoornissen zoals trillen, onwillekeurige bewegingen en niet lang stil kunnen zitten (extrapiramidale verschijnselen).
- vreemde bewegingen van de tong, het gezicht, de mond, of de kaken (zogenaamde tardieve dyskinesie). Deze vreemde bewegingen kunnen worden veroorzaakt door Orap. Soms ontstaan deze bewegingen pas of worden ze erger als u stopt met het gebruiken van Orap. Raadpleeg uw arts als dit gebeurt.
- hoge koorts, versnelde ademhaling, transpireren, stijve spieren, verwardheid of verminderd bewustzijn. Deze verschijnselen kunnen horen bij het zogenaamde maligne neurolepticasyndroom, dat veroorzaakt kan worden door Orap. In dat geval dient u onmiddellijk uw arts te raadplegen.
- melkvloed, menstruatiestoornissen of impotentie. Het is mogelijk dat u door het gebruik van Orap last krijgt van melkvloed uit de tepels of menstruatiestoornissen (bij vrouwen) of van impotentie (bij mannen).
- een licht gevoel in het hoofd, duizeligheid of flauwvallen. Het kan zijn dat uw bloeddruk te laag is.
Inname met andere geneesmiddelen
Vertel uw arts of apotheker als u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen. Gebruikt u een of meer van de onderstaande middelen, raadpleeg dan uw arts of apotheker.
Orap kan de werking van de volgende middelen versterken:
geneesmiddelen die het reactievermogen verminderen (bijvoorbeeld slaapmiddelen, kalmeringsmiddelen, verdovende pijnstillers). Gebruik deze middelen daarom alleen als uw arts ze u voorschrijft.
Sommige (genees)middelen kunnen de werking van Orap versterken of de kans op bijwerkingen verhogen.
Daarom mag u Orap beslist niet samen met die geneesmiddelen gebruiken.
- bepaalde middelen tegen hiv (zogenaamde proteaseremmers);
- bepaalde middelen tegen schimmelinfecties (zogenaamde azolen);
- bepaalde antibiotica (zogenaamde macroliden en middelen die bijvoorbeeld nefazodon bevatten);
- bepaalde middelen voor de behandeling van angsten en depressies, die sertraline, citalopram, escitalopram of paroxetine bevatten.
Ook mag u Orap beslist niet gebruiken in combinatie met geneesmiddelen die een bepaalde invloed hebben op uw hartfilmpje (het zogenaamde QT-interval verlengen). Daarom mag u Orap beslist niet samen met die geneesmiddelen gebruiken. Voorbeelden hiervan zijn:
- bepaalde middelen voor het hart die bijvoorbeeld kinidine, disopyramide, procaïnamide, amiodaron, sotalol of bepridil bevatten;
- bepaalde middelen tegen depressieve aandoeningen die bijvoorbeeld amitriptyline of maprotiline bevatten;
- bepaalde middelen tegen psychische aandoeningen, bijvoorbeeld zogenaamde fenothiazines of een middel dat sertindol bevat;
- bepaalde middelen tegen allergische aandoeningen die bijvoorbeeld astemizol of terfenadine bevatten;
- middelen tegen maagdarmstoornissen die cisapride bevatten;
- anti-malariamiddelen die halofantrine bevatten;
- middelen tegen bacteriële infecties die sparfloxacine bevatten.
De kans op het ontstaan van bepaalde bijwerkingen neemt toe bij gebruik van Orap gelijktijdig met:
- middelen die eenzelfde effect hebben als Orap (antipsychotica);
- middelen tegen depressieve stemmingen, waaronder middelen die fluvoxamine bevatten;
- middelen die gebruikt worden bij manische depressiviteit, die lithium bevatten;
- middelen tegen de ziekte van Parkinson.
Overleg met uw arts of apotheker of dit voor u van toepassing is. Als u deze middelen gebruikt, dan zal uw arts de dosering van Orap misschien aanpassen.
Inname van Orap met voedsel en drank
Orap kan de werking van alcohol versnellen of versterken. Gelijktijdig gebruik van Orap en alcohol wordt afgeraden.
Eet of drink ook geen grapefruit(sap) als u Orap gebruikt. Dit kan namelijk ook de werking van Orap versterken.
Zwangerschap en borstvoeding
Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt.
- Zwangerschap. Of het gebruik van Orap schadelijk is als u in verwachting bent, is onvoldoende bekend. Uit proeven met dieren is gebleken dat Orap bij zeer hoge dosis schadelijk is. De volgende symptomen kunnen optreden bij pasgeboren baby's van moeders die Orap in het laatste trimester (laatste drie maanden van hun zwangerschap) hebben gebruikt: trillen, stijve en/of zwakke spieren, slaperigheid, opwinding, ademhalingsproblemen en problemen met voeden. Als uw baby last krijgt van een van deze symptomen, neem dan contact op met uw arts. Bent u in verwachting of wilt u in verwachting raken, dan mag u Orap in principe niet gebruiken. Overleg hierover met uw arts.
- Borstvoeding. Het is niet bekend of de stof die zorgt voor de werking van Orap in de moedermelk terechtkomt. Omdat er mogelijk wel bij de baby bepaalde verschijnselen kunnen optreden, mag u geen borstvoeding geven als u Orap gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Bij het gebruik van Orap kan het reactievermogen verminderd zijn. Ook kan Orap slaperigheid en duizeligheid veroorzaken. Voordat u gaat autorijden of gevaarlijke machines gaat bedienen moet u zich heel bewust afvragen of dit bij u het geval is.
Belangrijke informatie over enkele bestanddelen van Orap
De lichtoranje tabletten van 1 mg bevatten de kleurstof oranjegeel S (E110)-aluminium lak. Dit kan allergische reacties veroorzaken.