Scandonest 3% zonder vasoconstrictor 30mg/ml wordt toegediend door injectie. Voor een routine- ingreep is de normale dosis voor volwassen patiënten 1 spuitampul; voor meer uitgebreide ingrepen kunnen 2 tot 3 spuitampullen nodig zijn, zulks ter beoordeling van de tandarts. De grens van 3 spuitampullen niet overschrijden.
Daar het injecteren van koude oplossingen op zich pijnlijk is, verdient het aanbeveling de spuitampullen zonodig voor gebruik op de juiste temperatuur te laten komen. De injectievloeistof moet meteen na het aanbreken van de ampul worden gebruikt. Een eventueel achtergebleven rest ingeval niet de volledige inhoud is gebruikt, mag niet meer worden gebruikt.
ALLEEN BESTEMD VOOR GEBRUIK VOOR TANDHEELKUNDIGE VERDOVING
Wat u moet doen als er te veel Scandonest 3% zonder vasoconstrictor 30mg/ml toegediend is:
Wanneer uw tandarts te veel Scandonest 3% heeft toegediend, dient onmiddellijk contact op genomen te worden met uw arts of apotheker.
De symptomen kunnen optreden door grove overdosering, te snelle absorptie, of door een per abuis gegeven intravasculaire injectie en uiten zich via het centrale zenuwstelsel en het cardiovasculaire stelsel.
Symptomen van het centrale zenuwstelsel zijn spraakstoornissen, licht gevoel in het hoofd, duizeligheid, wazig zien en beven, gevolgd door sufheid, convulsies, bewusteloosheid en eventueel ademhalingsstilstand.
De cardiovasculaire symptomen zijn lage bloeddruk (hypotensie) en depressie van het myocard. Deze symptomen kunnen zowel het gevolg zijn van te laag zuurstofgehalte in de weefsels of de ingeademde lucht (hypoxie) veroorzaakt door stuipen (convulsies) en tijdelijke onderbreking van de ademhaling (apnoe), als door te laag zuurstofgehalte in de weefsels of de ingeademde lucht (hypoxie) veroorzaakt door een direct effect.