Volg alle instructies zorgvuldig op die uw arts en apotheker aan u gegeven hebben, zelfs wanneer deze verschillend zijn van wat er in deze bijsluiter staat.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
- U bent allergisch voor één van de stoffen die in dit geneesmiddel zitten. Deze stoffen kunt u vinden onder punt 6.
- U heeft type 1 diabetes (met andere woorden, uw lichaam maakt geen insuline aan).
- U heeft klachten van ernstige hyperglykemie (te hoge bloedsuikerspiegel en/of diabetische ketoacidose) bijv. overmatige dorst, vaak plassen, zwakte of vermoeidheid, misselijkheid, kortademigheid of verwarring.
- U weet dat u een ernstig leverprobleem heeft.
- U bent zwanger of van plan zwanger te worden.
- U geeft borstvoeding.
Als u denkt dat een van deze genoemde zaken voor u van toepassing is, stop dan met het innemen van Starlix en praat met uw arts.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Patiënten met diabetes krijgen soms symptomen van laag bloedsuiker (ook hypoglykemie genoemd). Sommige geneesmiddelen, met inbegrip van Starlix, kunnen ook symptomen van een laag bloedsuiker geven.
Bij een laag bloedsuiker kunt u last krijgen van duizeligheid, lichtheid in het hoofd, hongerig gevoel, trillen of een andere klacht uit rubriek 4, “Mogelijke bijwerkingen”. Als dit bij u voorkomt, eet of drink dan iets dat suiker bevat en neem contact op met uw arts.
Voor sommige personen is het meer waarschijnlijk dat zij symptomen krijgen van laag bloedsuiker dan voor anderen. Pas op:
- als u ouder dan 65 jaar bent
- als u ondervoed bent
- als u een andere medische gesteldheid heeft die een laag bloedsuiker kan veroorzaken (bijvoorbeeld een zwak werkende hypofyse of bijnier).
Indien één hiervan op u van toepassing is, houd dan uw bloedglucose zorgvuldiger in de gaten.
Kijk uit voor tekenen van laag bloedsuiker, in het bijzonder:
- als u zich meer heeft ingespannen dan gebruikelijk
- als u alcohol heeft gedronken.
Alcohol kan de controle van uw bloedsuiker verstoren. U wordt daarom geadviseerd om met uw arts te overleggen over het drinken van alcohol tijdens gebruik van Starlix.
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel inneemt
- indien u weet dat u een leverprobleem heeft
- indien u een ernstig nierprobleem heeft
- indien u metabolismeproblemen heeft met geneesmiddelen
- indien u binnenkort een operatie ondergaat
- indien u kort geleden koorts, een ongeval of een infectie heeft gehad. Het kan nodig zijn uw behandeling aan te passen. Als u niet tegen lactose (een soort suiker) kunt, spreek dan met uw arts voordat u Starlix inneemt.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Starlix wordt niet aangeraden voor kinderen en jongeren (onder 18 jaar) omdat het effect in deze leeftijdsgroep niet is onderzocht.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Starlix nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
De hoeveelheid Starlix die u nodig heeft, kan veranderen indien u andere geneesmiddelen inneemt. Dit kan een toename of daling van uw bloedsuikerwaarden veroorzaken.
Het is bijzonder belangrijk dat u het uw arts of apotheker vertelt wanneer u inneemt:
- Bèta-blokkers of ACE-remmers (remmers van angiotensineconverterend enzym) (gebruikt, bijvoorbeeld, voor de behandeling van hoge bloeddruk en bepaalde hartaandoeningen).
- Diuretica (gebruikt om hoge bloeddruk te behandelen).
- Corticosteroïden zoals prednison en cortison (gebruikt voor de behandeling van ontstekingsaandoeningen).
- Remmers van geneesmiddelmetabolisme, zoals fluconazol (gebruikt bij de behandeling van schimmelinfecties), gemfibrozil (gebruikt bij de behandeling van dyslipidemie) of sulfinpyrazone (gebruikt bij de behandeling van chronische jicht).
- Anabole hormonen (bijv. methandrostenolone).
- Sint-Janskruid (kruidengeneesmiddel).
- Somatropine (een groeihormoon).
- Somatostatine analogen (bijv. lanreotide, octreotide (gebruikt voor de behandeling van acromegalie).
- Rifampicine (gebruikt, bijvoorbeeld, voor de behandeling van tuberculose).
- Fenytoïne (gebruikt, bijvoorbeeld, om epileptische aanvallen te behandelen).
Uw arts kan de dosering van deze geneesmiddelen aanpassen.
Ouderen
Starlix kan gebruikt worden door personen ouder dan 65 jaar. Dergelijke patiënten moeten speciale voorzorgsmaatregelen nemen om een laag bloedsuiker te voorkomen.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Neem Starlix niet in indien u zwanger bent of indien u zwanger wilt worden. Neem zo snel mogelijk contact op met uw arts zodra u zwanger wordt tijdens de behandeling.
Geef geen borstvoeding tijdens de behandeling met Starlix.
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden, of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw vermogen om zich te concentreren of te reageren kan minder worden als u laag bloedsuiker (hypoglykemie) heeft. Houd hiermee rekening als u een voertuig bestuurt of machines gebruikt omdat u uzelf of anderen in gevaar kunt brengen.
Vraag uw arts om advies om een voertuig te besturen als u vaak periodes van hypoglykemie heeft of als u de eerste tekenen van hypoglykemie niet opmerkt.
Starlix bevat lactose
Starlix tabletten bevatten lactose monohydraat. Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit middel inneemt.