Tranxene, poeder voor oplossing voor injectie 50 mg

Tranxene, poeder voor oplossing voor injectie 50 mg
Werkzame stof(fen)Dipotassium clorazepaat
Toelatingslandnl
VergunninghouderSanofi
ATC-codeN05BA05
Farmacologische groepenAnxiolytica

Patiëntenbijsluiter

Wat is het en waarvoor wordt het gebruikt?

Tranxène behoort tot een groep geneesmiddelen bekend onder de naam benzodiazepinen. Benzodiazepinen verminderen angst en onrust, ontspannen de spieren en bevorderen de slaap.

Tranxène poeder voor oplossing voor injectie wordt gebruikt voor de behandeling van angst en spanningsklachten. Het wordt ook gebruikt voor de behandeling en het voorkomen van onthoudingsverschijnselen, die kunnen optreden wanneer wordt gestopt met het gebruik van veel alcohol.

Tranxène poeder voor oplossing voor injectie kan daarnaast worden gebruikt als kalmeringsmiddel bij operaties en bij endoscopisch onderzoek.

Wat moet u weten voordat u het gebruikt?

Gebruik Tranxène niet

  • als u allergisch (overgevoelig) bent voor dikaliumclorazepaat of voor één van de andere bestanddelen van Tranxène.
  • als u overgevoelig bent voor benzodiazepinen.
  • als u lijdt aan een bepaalde vorm van spierzwakte (myasthenia gravis).
  • als u last heeft van een ernstig verminderde werking van de ademhaling.
  • als u tijdens het slapen perioden heeft waarbij u gedurende een korte tijd niet ademhaalt (slaap- apnoesyndroom).
  • als u lijdt aan een ernstig verminderde werking van de lever.
  • bij kinderen.

Wees extra voorzichtig met Tranxène

  • Gewenning Wanneer u Tranxène gedurende enkele weken gebruikt, kan gewenning ontstaan. Hierdoor kan de slaapverwekkende werking enigszins verminderen.

Tranxene injectie PIL jan 12

  • Afhankelijkheid Het gebruik van benzodiazepinen, zoals Tranxène, kan leiden tot lichamelijke en geestelijke afhankelijkheid. De kans hierop hangt onder andere af van de dosering en de duur van de behandeling. Het risico op afhankelijkheid is ook groter als u vroeger alcohol of geneesmiddelen heeft misbruikt. Als u lichamelijk afhankelijk bent geworden, kunt u last krijgen van onthoudingsverschijnselen, wanneer u plotseling stopt met de behandeling. Onthoudingsverschijnselen zijn onder andere: hoofdpijn, spierpijn, extreme angst, spanning, rusteloosheid, verwarring en prikkelbaarheid. In erge gevallen kunnen de volgende verschijnselen voorkomen: verlies van gevoel van de werkelijkheid, vervreemding van zichzelf, verhoogde gehoorscherpte, doof gevoel en tintelingen in de armen en benen, overgevoeligheid voor licht, geluid en aanraking, waandenkbeelden of epileptische aanvallen.
  • Terugkerende angst en slapeloosheid Als u plotseling stopt met het innemen van Tranxène kunnen de klachten waarvoor Tranxène werd voorgeschreven, in versterkte mate terugkomen. Daarbij kunnen ook klachten optreden als stemmingsveranderingen, angst en rusteloosheid. Om dit te voorkomen moet u de dosering langzaam afbouwen.
  • Duur van de behandeling De duur van de behandeling moet zo kort mogelijk zijn en niet langer dan 8-12 weken. Dit is inclusief de periode waarin de dosering geleidelijk wordt verminderd. Uw arts kan besluiten deze periode te verlengen na herbeoordeling van de situatie.
  • Geheugenverlies Enige uren na inname van benzodiazepinen, zoals Tranxène, kan geheugenverlies optreden. De kans hierop is het grootst als u minder dan 7-8 uur slaapt (te vroeg ontwaken).
  • Psychische en tegenstrijdige reacties Vooral bij kinderen en ouderen kunnen tegenstrijdige reacties voorkomen. Dit zijn rusteloosheid, opwinding, prikkelbaarheid, agressiviteit, waanideeën, woede-aanvallen, nachtmerries, waandenkbeelden, geestesziekten, onaangepast gedrag en andere gedragsstoornissen. Stop met het gebruik van Tranxène, als u last krijgt van deze klachten.
  • Specifieke patiëntengroepen Aan ouderen en patiënten waarbij de lever of nieren niet goed werken moet een lagere dosering worden gegeven. Een lagere dosering wordt ook aangeraden voor patiënten met een langdurig verminderde werking van de ademhaling. Benzodiazepinen zijn niet geschikt bij de behandeling van patiënten met een ernstig verminderde werking van de lever. Benzodiazepinen moeten niet worden gebruikt om depressieve verschijnselen en ernstige geestesziekten te behandelen.

Raadpleeg uw arts indien één van de bovenstaande waarschuwingen op u van toepassing is, of dat in het verleden is geweest.

Inname met andere geneesmiddelen

Vertel uw arts of apotheker als u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen. Sommige geneesmiddelen kunnen namelijk elkaars werking beïnvloeden of mogen om andere redenen niet gelijktijdig worden gebruikt.

Als u één van de volgende geneesmiddelen gebruikt samen met Tranxène kan de werking van Tranxène worden versterkt:

  • geneesmiddelen tegen psychose (ernstige geestesziekte),
  • slaapmiddelen (hypnotica),

Tranxene injectie PIL jan 12

  • geneesmiddelen die angst en onrust verminderen (anxiolytica),
  • geneesmiddelen tegen neerslachtigheid (antidepressiva),
  • morfinederivaten (waaronder buprenorfine); deze worden gebruikt als pijnstiller en hoestmiddel,
  • geneesmiddelen tegen epilepsie (anti-epileptica),
  • narcosemiddelen,
  • geneesmiddelen tegen overgevoeligheidsreacties (antihistaminica).

Het risico op onthoudingsverschijnselen of op het terugkeren van de klachten wordt groter als u Tranxène gebruikt samen met andere benzodiazepinen.

Bij gelijktijdig gebruik van Tranxène en een bepaalde groep sterk werkende pijnstillers (opïode analgetica) kan een extra sterk verslavend effect optreden.

Gelijktijdig gebruik van Tranxène met cisapride (een geneesmiddel tegen stoornissen in de maagontlediging) versterkt tijdelijk de sufheid. Neem geen deel aan het verkeer en bedien geen machines, als u Tranxène en cisapride tegelijk gebruikt.

Gelijktijdig gebruik van clozapine (een geneesmiddel tegen angst en spanning) en andere benzodiazepinen dan Tranxène verhoogt het risico op een ademhalingsstilstand of hartstilstand.

De werking van Tranxène wordt versterkt, als u het gelijktijdig gebruikt met zenuw- en spierverslappers.

Gebruik van Tranxène met voedsel en drank

Gebruik Tranxène niet samen met alcohol. Alcohol versterkt de sufheid (sedatie). Dit heeft invloed op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen.

Zwangerschap en borstvoeding

Bij zwangerschap mag Tranxène alleen worden gebruikt in overleg met uw arts. Als u zwanger wilt worden of denkt dat u zwanger bent, neem dan contact met uw arts op. U moet geen Tranxène gebruiken als u borstvoeding geeft.

Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines

Bij gebruik van Tranxène kunnen sufheid, geheugenverlies, verminderde concentratie en spierverslapping optreden. Hiermee dient u rekening te houden bij deelname aan het verkeer of het bedienen van machines. Overleg vooraf met uw arts.

Hoe wordt het gebruikt?

Volg bij het gebruik van Tranxène nauwgezet het advies van uw arts. Raadpleeg bij twijfel uw arts of apotheker.

Duur van de behandeling

De duur van de behandeling moet zo kort mogelijk zijn, met een maximum van 8-12 weken. Zo nodig kan uw arts deze behandelingsduur verlengen.

Wijze van toedienen

Tranxène wordt toegediend door middel van een injectie in een spier, door middel van langzame toediening via een bloedvat of door middel van een infuus.

Dosering

Uw arts zal u de juiste dosis Tranxène toedienen.

De gebruikelijke dosis is:

Tranxene injectie PIL jan 12

  • Voor de behandeling van ernstige verwardheid door het stoppen met alcoholgebruik (delirium tremens): 40 mg elke 2 uur door middel van een injectie in de spier. De dosering wordt langzaam verminderd tot 1 à 2 keer per dag 20 mg. Als de klachten verdwenen zijn, zal de behandeling nog 48 uur worden voortgezet.
  • Voor het voorkomen van onthoudingsverschijnselen: 20 mg elke 2 uur of elke 4 uur. De dosering wordt langzaam verminderd.
  • Voor de behandeling van angst en spanningsklachten: In het begin 50 mg of 100 mg door middel van een injectie in de spier. Als het nodig is, vervolgens 1 of 2 keer 50 mg door middel van een injectie in de spier. In totaal 100 tot 200 mg per dag.
  • Als kalmeringsmiddel voor een operatie: 1 uur voor de ingreep 20 tot 40 mg door middel van een injectie in de spier (of 15 tot 20 minuten voor de ingreep bij toediening via een bloedvat). Uw arts kan u hierbij tegelijkertijd een andere geneesmiddel (atropine) geven.

Wat u moet doen wanneer u meer van Tranxène heeft gekregen dan u zou mogen

Een veel te grote hoeveelheid Tranxène veroorzaakt klachten die variëren van slaperigheid tot bewusteloosheid (coma). Als u denkt dat u teveel Tranxène toegediend heeft gekregen, waarschuw dan uw arts of verpleegkundige.

In lichte gevallen van overdosering bestaan de verschijnselen uit slaperigheid, verwardheid en slaapzucht (lethargie). Bij ernstige gevallen kunnen er zich verschijnselen van coördinatieproblemen (ataxie, bijvoorbeeld dronkemansgang), verlaagde spierspanning (hypotonie), verlaagde bloeddruk (hypotensie) en verminderde ademhaling voordoen. Zelden treedt bewusteloosheid (coma) en zeer zelden de dood op.

Wat u moet doen wanneer een dosis Tranxène is vergeten

Wanneer u denkt dat uw arts of verpleegkundige een dosis Tranxène is vergeten, waarschuw deze dan zo snel mogelijk. Uw arts of verpleegkundige zal bepalen of u alsnog een dosis Tranxène krijgt toegediend of dat wordt gewacht tot de volgende dosis.

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Zoals alle geneesmiddelen kan Tranxène bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt.

Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker.

De bijwerkingen, die hieronder worden genoemd, kunnen voorkomen. Bijwerkingen gemarkeerd met een sterretje (*) treden vooral op in het begin van de behandeling. Ze verdwijnen meestal weer in de loop van de behandeling.

Zeer vaak voorkomende bijwerkingen (komen voor bij 10 of meer op 100 personen):

  • Sufheid overdag*, verminderde alertheid*.

Vaak voorkomende bijwerkingen (komen voor bij 1 tot 10 op 100 personen):

  • Vermoeidheid*.

Soms voorkomende bijwerkingen (komen voor bij 1 tot 10 op 1.000 personen):

  • Tegenstrijdige reacties als rusteloosheid, opwinding/onrust (agitatie), prikkelbaarheid, agressie, wanen, woede-aanvallen, nachtmerries, hallucinaties, psychosen, ongepast gedrag en andere gedragsstoornissen, verwardheid*.

Tranxene injectie PIL jan 12

Zelden voorkomende bijwerkingen (komen voor bij 1 tot 10 op 10.000 personen):

  • Huidreacties.

Andere bijwerkingen, waarvan niet bekend is hoe vaak deze voorkomen, zijn:

  • Verminderde zin in seks, afvlakking van emoties*.
  • Spierzwakte*, hoofdpijn*, duizeligheid*, ataxie*, geheugenverlies.
  • Dubbelzien.
  • Maag- en darmstoornissen.

De volgende bijwerkingen worden in verband gebracht met het gebruik van benzodiazepinen, zoals Tranxène:

Geheugenverlies

Geheugenverlies kan voorkomen. Het risico neemt toe bij hogere doseringen. Geheugenverlies kan samengaan met ongepast gedrag (zie “Wees extra voorzichtig met Tranxène”).

Depressie

Door het gebruik van benzodiazepinen, zoals Tranxène, kan een depressie (ernstige neerslachtigheid), die al voor de behandeling bestond, ineens duidelijk worden.

Psychiatrische en tegenstrijdige reacties

Reacties zoals rusteloosheid, agitatie, prikkelbaarheid, agressie, wanen, woede-aanvallen, nachtmerries, hallucinaties, psychosen, ongepast gedrag en andere gedragsstoornissen kunnen optreden bij het gebruik van benzodiazepinen of benzodiazepine-achtige stoffen, zoals Tranxène. Deze kunnen ernstig zijn bij dit product. Deze reacties treden vaker op bij kinderen en ouderen.

Afhankelijkheid

Het gebruik van benzodiazepinen, zoals Tranxène, kan leiden tot lichamelijke afhankelijkheid. Het stoppen van de behandeling kan onthoudingsverschijnselen of het in versterkte mate terugkeren van de klachten geven (zie “Wees extra voorzichtig met Tranxène”). Geestelijke afhankelijkheid kan voorkomen. Misbruik van benzodiazepinen is gemeld.

Hoe moet het worden bewaard?

Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.

Bewaren beneden 25°C.

Verdere informatie

Wat bevat Tranxène

  • Het werkzame bestanddeel is 50 mg dikaliumclorazepaat.
  • De andere bestanddelen zijn: o poeder: mannitol, kaliumcarbonaat. o oplosmiddel: kaliumwaterstoffosfaat, kaliumdiwaterstoffosfaat, water voor injectie.

Hoe ziet Tranxène eruit en wat is de inhoud van de verpakking

Tranxène poeder voor oplossing voor injectie is een poeder dat wordt opgelost in oplosmiddel. Een verpakking Tranxène bevat 5 injectieflacons met poeder en 5 ampullen met oplosmiddel.

Tranxene injectie PIL jan 12

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen sanofi-aventis Netherlands B.V.

Kampenringweg 45 D-E 2803 PE Gouda

Tel: 0182 55 77 55

Fabrikanten

Sanofi-aventis S.p.A., Anagni, Italië

Sanofi Winthrop Industrie, Ambares, Frankrijk.

Tranxène is in het register ingeschreven onder RVG 06328.

Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in november 2011.

De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg

Dosering en wijze van toediening

In de neuropsychiatrie:

  • Delirium tremens: 40 mg I.M. elke twee uur. De dosering langzaam verminderen tot 1 à 2 maal per dag 20 mg. De behandeling voortzetten tot 48 uur na het verdwijnen van de symptomen.
  • Predelirante toestanden 20 mg elke 2 uur. Indien de opwindingstoestand gering is om de 4 uur. De dosering langzaam verminderen.
  • Behandeling van pathologische angst en spanningstoestanden: aanvankelijk 50 en 100 mg I.M., zo nodig gevolgd door 1 of 2 maal 50 mg I.M. (100 tot 200 mg per etmaal).

De behandeling dient te worden gestart met een zo laag mogelijke dosis. De maximale dosis dient niet te worden overschreden.

De duur van de behandeling dient zo kort mogelijk te zijn. De patiënt moet regelmatig worden onderzocht om de noodzaak van verder behandelen vast te stellen, vooral als de patiënt vrij van symptomen is. De totale duur van de behandeling dient niet langer te zijn dan 8 - 12 weken, inclusief de periode van geleidelijk verminderen.

In enkele gevallen kan het nodig zijn de duur van de behandeling te verlengen. Wanneer dit het geval is, dient dit alleen te gebeuren na een herbeoordeling van de status van de patiënt door een specialist op dit gebied.

In de anesthesiologie:

  • Premedicatie 20 tot 40 mg I.M. 1 uur voor de ingreep (of 15 tot 20 minuten tevoren bij I.V. toediening). Separate toediening van 0,25 mg atropine is aan te bevelen.

Speciale patiëntengroepen

Ouderen

Ouderen dienen op halve dosering te worden ingesteld.

Patiënten met lever- of nierfunctiestoornissen

Patiënten met een gestoorde lever- en/of nierfunctie dienen op halve dosering te worden ingesteld.

Tranxene injectie PIL jan 12

Wijze van gebruik

Tranxène poeder voor oplossing voor injectie dient uitsluitend te worden opgelost in het bijgeleverde oplosmiddel en moet vers worden bereid.

De verkregen oplossing is gereed voor gebruik, hetzij voor intramusculaire toediening, hetzij voor langzame intraveneuze toediening, hetzij voor infusie met 250 tot 500 ml fysiologische zoutoplossing of isotone glucose-oplossing.

Gevallen van onverenigbaarheid

Niet mengen met andere preparaten in dezelfde injectiespuit.

Houdbaarheid

3 jaar

Vanuit microbiologisch oogpunt dient het product direct na reconstitueren te worden gebruikt, tenzij de wijze van reconstitueren microbiologisch contaminatie uitsluit. In dit laatste geval is de gebruiker/toediener verantwoordelijk voor de gehanteerde gebruikstermijn en conditie.

Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren

Bewaren beneden 25°C.

Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies

Tranxène poeder voor oplossing voor injectie dient uitsluitend te worden opgelost in het bijgeleverde oplosmiddel en moet vers worden bereid.

De ampul met oplosmiddel bevat een fosfaatbuffer van een zodanige samenstelling dat de gereconstitueerde oplossing een pH tussen 6,7 en 7,2 heeft.

De verkregen oplossing is gereed voor gebruik, zowel voor intramusculaire- als langzame intraveneuze toediening of als infuus met 250 ml tot 500 ml fysiologische zoutoplossing of isotone glucose-oplossing.

Tranxene injectie PIL jan 12

Laatst bijgewerkt op 24.08.2022


Logo

Uw persoonlijke medicatie-assistent

Medicijnen

Blader hier door onze uitgebreide database van A-Z medicijnen, met effecten, bijwerkingen en doseringen.

Stoffen

Alle actieve ingrediënten met hun werking, toepassing en bijwerkingen, evenals de medicijnen waarin ze zijn opgenomen.

Ziekten

Symptomen, oorzaken en behandeling van veelvoorkomende ziekten en verwondingen.

De weergegeven inhoud vervangt niet de originele bijsluiter van het medicijn, vooral niet met betrekking tot de dosering en werking van de afzonderlijke producten. We kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de nauwkeurigheid van de gegevens, omdat deze gedeeltelijk automatisch zijn omgezet. Raadpleeg altijd een arts voor diagnoses en andere gezondheidsvragen.

© medikamio