Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
- U bent allergisch voor een van de stoffen die in dit geneesmiddel zitten. Deze stoffen kunt u vinden onder punt 6.
- U gebruikt een van de geneesmiddelen die genoemd worden in het eerste deel van rubriek 2: 'Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?', 'Neem Viracept niet in'.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
- Als u nierproblemen heeft.
- Als u suikerziekte (diabetes) heeft.
- Als u een zeldzaam erfelijk probleem met uw bloed heeft, die 'hemofilie' (bloederziekte) heet.
- Als u een leverziekte heeft die veroorzaakt is door hepatitis B of C. Uw arts kan regelmatige bloedtesten willen laten uitvoeren.
Als een van de bovenstaande situaties op u van toepassing is, of als u het niet zeker weet, praat erover met uw arts of apotheker voordat u Viracept gebruikt.
Patiënten met een leverziekte
Patiënten met chronische hepatitis B of C, die worden behandeld met antiretrovirale middelen, hebben een hoger risico op ernstige en mogelijk fatale bijwerkingen aan de lever. Er kunnen bloedtesten nodig zijn om de leverfuctie te controleren. Raadpleeg uw arts als u een leverziekte heeft, of heeft gehad.
Lichaamsvet
Antiretrovirale combinatietherapie kan de lichaamsvorm veranderen als gevolg van een veranderde vetverdeling. Dat kan onder meer zijn door verlies van vet uit benen, armen en het gezicht, vetophoping in de buik en andere inwendige organen, borstvergroting en vetknobbels in de nek (‘buffalo hump’). De oorzaak en langetermijneffecten van deze verschijnselen zijn op dit moment onbekend. Neem contact op met uw arts als u veranderingen in lichaamsvet opmerkt.
Tekenen van voorgaande infecties
Bij sommige patiënten met voortgeschreden HIV-infectie die al eens opportunistische infecties hebben gehad, kunnen zich kort na het starten van een anti-HIV-therapie, tekenen en symptomen voordoen van een ontsteking door voorgaande infecties. Vermoedelijk zijn deze symptomen het gevolg van verbetering van het immuunrespons (natuurlijke afweer), waardoor het lichaam in staat is tegen infecties te vechten die er eventueel, zonder duidelijke symptomen, al waren. Licht onmiddellijk uw arts in als u infectieverschijnselen opmerkt.
Botziekte (osteonecrose)
Sommige patiënten die antiretrovirale combinatietherapie krijgen, kunnen een botaandoening ontwikkelen die osteonecrose wordt genoemd (afsterven van botweefsel veroorzaakt door verminderde bloedtoevoer naar het bot). Er zijn vele risicofactoren die de kans op ontwikkeling van deze aandoening vergroten, onder andere de duur van de antiretrovirale combinatietherapie, gebruik van corticosteroïden, alcoholgebruik, ernstige immunosuppressie (onderdrukking van de natuurlijke afweer) en een hoge Body Mass Index (overgewicht). Tekenen van osteonecrose zijn stijfheid en pijn in de gewrichten (in het bijzonder in de heupen, knieën en schouders) en moeilijk kunnen bewegen. Wanneer u een van deze verschijnselen opmerkt, licht dan uw arts onmiddellijk in.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?Gebruikt u naast Viracept nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Dat geldt ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig heeft. Dit is omdat Viracept de werking van bepaalde geneesmideelen kan beïnvloeden. Ook kunnen andere geneesmiddelen de werking van Viracept beïnvloeden.
Neem Viracept niet in en vertel het uw arts als u een van de volgende geneesmiddelen gebruikt:
- Geneesmiddelen die gemaakt zijn van ergot, zoals cabergoline, ergotamine of lisuride (voor de ziekte van Parkinson of migraine)
- Kruidenpreparaten die sint-janskruid bevatten (voor depressie of om uw stemming te verbeteren)
- Rifampicine (voor tuberculose).
- Terfenadine of astemizol (voor allergieën)
- Pimozide (voor psychiatrische problemen)
- Amiodaron of kinidine (voor hartritmestoornissen)
- Fenobarbital of carbamazepine (voor toevallen of epilepsie)
- Triazolam of oraal midazolam (voor angst en/of slaapproblemen)
- Cisapride (voor brandend maagzuur of problemen met de spijsvertering)
- Omeprazol (voor maag- en darmzweren)
- Alfuzosine (voor goedaardige prostaathyperplasie)
- Sildenafil (voor pulmonale arteriële hypertensie)
Neem Viracept niet in en vertel het uw arts of apotheker als een van de bovenstaande op u van toepassing is. Als u het niet zeker weet, praat erover met uw arts of apotheker voordat u Viracept inneemt.
Vertel het uw arts of apotheker als u een van de volgende geneesmiddelen gebruikt:
- Andere geneesmiddelen voor HIV-infectie, zoals ritonavir, indinavir, saquinavir en delavirdine, amprenavir, efavirenz of nevirapine.
- De anticonceptiepil ('de pil'). Viracept kan de werking van de pil tegengaan, en dus moet u andere anticonceptiemaatregelen (bijvoorbeeld condooms) gebruiken tijdens uw Viracept behandeling.
- Calciumkanaalblokkeerders zoals bepridil (voor hartaandoeningen).
- Immunosuppressiva zoals tacrolimus en ciclosporine.
- Geneesmiddelen die maagzuur verminderen zoals lansoprazol.
- Fluticason (voor hooikoorts).
- Fenytoïne (voor toevallen of epilepsie).
- Methadon (voor drugsverslaving).
- Sildenafil (voor het krijgen of houden van een erectie).
- Tadalafil (voor pulmonale arteriële hypertensie of voor het krijgen of houden van een erectie)
- Vardenafil (voor pulmonale arteriële hypertensie of voor het krijgen of houden van een erectie)
- Ketoconazol, itraconazol of fluconazol (voor schimmelinfecties).
- Rifabutine, erytromycine of claritromycine (voor bacteriële infecties).
- Midazolam toegediend via een injectie of diazepam (voor angst of slaapproblemen).
- Fluoxetine, paroxetine, imipramine, amitriptyline of trazodon (voor depressie).
- Simvastatine, lovastatine, atorvastatine of rosuvastatine (om de hoeveelheid cholesterol in het bloed te verlagen)
- Salmeterol (voor astma of chronisch obstructieve longziekte (COPD))
- Warfarine (voor het verlagen van de kans op bloedpropjes in uw lichaam)
- Colchicine (voor jichtaanvallen of Mediterrane koorts)
- Bosentan (voor pulmonale arteriële hypertensie)
Als een van de bovenstaande op u van toepassing is of als u het niet zeker weet, praat erover met uw arts of apotheker voordat u Viracept inneemt.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Neem Viracept in met een maaltijd. Dit helpt uw lichaam om de volledige werking van Viracept te krijgen.
Zwangerschap en borstvoeding
- Wilt u zwanger worden, bent u zwanger of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u geneesmiddelen gebruikt.
- Geef geen borstvoeding tijdens uw behandeling met Viracept, omdat de HIV overgebrachrt kan worden op de baby.
- Viracept kan de werking van de anticonceptiepil ('de pil') tegengaan, en dus moet u andere anticonceptiemaatregelen (bijvoorbeeld condooms) gebruiken tijdens uw Viracept behandeling.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Het is niet waarschijnlijk dat Viracept invloed zal hebben op uw vermogen om auto te rijden of gereedschap of machines te bedienen.